2007-04 MIRA Ceti sprak met... Herman Henderickx


Het was een mooie dag en de gast voor het volgende interview in MIRA Ceti bleek ongemeen boeiend te kunnen vertellen. Net zoals Candide meende ik even in de beste van alle mogelijke werelden te vertoeven. Helaas zou de realiteit zich nadien onverbiddelijk tonen, en diende ongemeen hard gesnoeid te worden in de twaalf pagina’s uitgetikte tekst om die binnen de toegewezen ruimte te kunnen persen.

Herman Henderickx is kort geleden 65 geworden en sinds 1 september ambtshalve op rust gesteld. Wij kennen allemaal die duidelijke stem van hem die jarenlang op de VRT-radio berichtte over wetenschap en technologie, en het daarbij uiteraard vaak had over sterrenkunde en ruimtevaart.

Omdat zijn vrouw voor Buitenlandse Zaken op het consulaat in Houston, Texas werkte en hijzelf als regent wiskunde/fysica in ons land niet meteen een gepaste betrekking vond, kwam hij in de Verenigde Staten terecht, dit net in de periode dat de Maanvluchten wereldnieuws waren en Houston als vluchtleidingscentrum fungeerde. Bij de toenmalige BRT waren ze dus wat blij om een lokale correspondent te hebben die voor het journaal steeds nieuws heet van de naald kon brengen over het project Apollo en de Maanlandingen. In 1977 is de familie Henderickx teruggekeerd naar België en sinds die tijd werkte hij als journalist op de radionieuwsdienst.

 

Herman HenderickxMijnheer Henderickx, als we het sterrenkundig onderzoek van de afgelopen decennia bekijken, wat zijn dan volgens u de meest cruciale verwezenlijkingen?

 

Er is natuurlijk heel veel wat ik zou kunnen vermelden, maar de ontdekking van de kosmische achtergrondstraling, de fossiele reststraling van de Big Bang, is uiteraard een grote doorbraak geweest. Het heeft wel even geduurd vooraleer men de storingen die Penzias en Wilson in 1965 registreerden tijdens een aantal tests met hun radioantenne juist wist te interpreteren. De hinderlijke ruis die op geen enkele manier kon worden weggefilterd en die gelijkmatig vanuit elk punt aan de hemel afkomstig bleek te zijn was niets minder dan de straling waar kosmologen naarstig naar aan het zoeken waren om het begin van het heelal te kunnen verklaren. En sinds de satelliet COBE in 1992 die achtergrondstraling ook effectief in beeld wist te brengen is het onderzoek naar de oorsprong en evolutie van het heelal echt  in een stroomversnelling terechtgekomen. We mogen de indrukwekkende resultaten van de WMAP hierbij zeker een voorlopig hoogtepunt noemen. Dankzij deze satelliet weten we sinds een viertal jaar dat ons heelal zo’n 13,7 miljard jaar oud is en dat het qua geometrie eerder vlak dan wel gekromd is.

Een andere belangrijke ontdekking van de voorbije jaren is het bestaan van planeten bij andere sterren, de zogenaamde exoplaneten. Niet dat dit totaal onverwacht gebeurde want astronomen vermoedden al heel lang dat die exoplaneten er waren: geen mens die weet hoeveel sterren er zijn, waarom zou nu uitgerekend de Zon de enige ster zijn met planeten? De doorbraak is dat men via bepaalde technieken heeft kunnen aantonen dat rond sommige sterren inderdaad planeten bewegen. Dat kon indirect door de schommelingen van bepaalde sterren die veroorzaakt worden door planeten in een baan eromheen op te meten, maar ook direct via foto’s waarbij planeten vanaf de Aarde gezien voor hun ster voorbijschuiven.

De exoplaneten die men totnogtoe ontdekt heeft zijn bijna allemaal gasreuzen zoals onze planeet Jupiter, maar er bestaan ongetwijfeld ook heel veel aardachtige planeten. En in april van dit jaar werd de ontdekking van een eerste ‘Nieuwe Aarde’ door een Europees team van astronomen bekend gemaakt. Er zijn al enkele projecten actief zoals COROT en er staan er nog een aantal op stapel om binnen dit onderzoeksdomein nog veel meer vooruitgang te boeken. Dan ontdekt men wellicht tekenen die erop zouden kunnen wijzen dat er leven zou kunnen zijn. Een doorbraak zou b.v. zijn het waarnemen van vrije zuurstof bij een aardachtige exoplaneet. Zuurstof is van nature een reactief gas dat meteen verbindingen aangaat wanneer het vrijkomt. Vrije zuurstof is een zeldzaamheid. Hier op Aarde vinden we die toch omdat er zoveel planten zijn, en die produceren zuurstof. Als er dus bij een of andere exoplaneet vrije zuurstof zou ontdekt worden is het vrij onwaarschijnlijk dat die daar zou zijn zonder een soort vegetatief leven om die aan te maken. Misschien komt zuurstof ook vrij door een natuurlijk chemisch proces, maar hier op Aarde is zoiets in ieder geval onbekend.

Ik vermoed dat we de komende tien jaar wel zullen stoten op dergelijke sporen die zouden kunnen wijzen op leven elders in het heelal.

 

Dan komt onze grote droom om in contact te komen met intelligent buitenaards leven een hele stap dichterbij?

 

Daar heb ik wel heel grote twijfels bij. Hoe kunnen buitenaardse wezens om te beginnen weten dat er intelligent leven is op Aarde? Ze gebruiken misschien telescopen, zoals wij dat doen. Of ze vangen radiosignalen op die wij uitzenden. Maar onze radiosignalen planten zich niet sneller voort dan met de snelheid van het licht, dus die zijn nog maar zeventig lichtjaar ver geraakt sinds het begin van het radiotijdperk. Binnen een bol met een straal van zeventig lichtjaar rond de Aarde zijn er niet zo heel veel sterren. Is er daar ergens intelligent leven? Gaat men onze signalen ook opvangen en interpreteren als teken van ons intelligent leven? Stel dat men zin heeft om antwoord te geven en meteen een boodschap terugstuurt zijn we weer zeventig jaar verder. Zo communiceren lijkt me zeer onwaarschijnlijk. De restricties die de fysica oplegt zijn zodanig dat ik me niet kan voorstellen dat dit zou lukken. Mocht men ooit een middel vinden om informatie sneller te versturen dan het licht, dan krijgen we natuurlijk een ander verhaal. Maar de relativiteitstheorie van Einstein is na meer dan een eeuw en vele pogingen om haar voetje te lichten nog steeds springlevend en correct, en dus blijft de snelheid van het licht voor elektromagnetische golven vooralsnog de absolute bovengrens.

 

Hoe ziet u de toekomst van de ruimtevaart? Kunnen we binnen enkele decennia verwachten dat een vloot bemande ruimteschepen rondreist tussen de planeten van ons zonnestelsel?

 

Verder dan Mars zie ik het niet gebeuren. Het grote probleem is niet zozeer een welbepaald object  in het zonnestelsel te kunnen bereiken, maar wel in een baan rond de Aarde te komen. Daarvoor moet je een snelheid van 8 km per seconde halen of ruim 28.000 km per uur. En dat kost enorm veel moeite, energie en geld. In het beste geval kan de Space Shuttle 25 ton in een baan om de Aarde brengen. Een optimistische raming gaat uit van 500 miljoen dollar voor één lancering van de Space Shuttle, als we dat bedrag delen door 25.000 kg, dan komen we uit bij een bedrag van 20.000 dollar per kilogram. Stel dat je een fles water van één liter in een baan rond de Aarde wil brengen kost je dat dus 20.000 dollar. Dat is toch wel een enorm hoog bedrag. En momenteel is er geen enkele technologie voorhanden of zelfs niet in het vooruitzicht om die prijs honderd keer goedkoper te maken, want dan zouden interplanetaire vluchten al wel een stuk betaalbaarder worden.

Maar met de technologie die nu beschikbaar is blijft het een hele onderneming om een andere planeet te bereiken. Voor kleine lichtgewicht ruimtesondes bestaat er al wel een ionenmotor waarmee de reis veel sneller kan verlopen, maar dit type aandrijfkracht is voorlopig nog niet geschikt voor bemande vluchten met ruimtetuigen van honderden ton zwaar.

Een zestal mensen met de huidige stand van de technologie naar Mars sturen is waarschijnlijk mogelijk, wetende dat je zes maanden onderweg bent om onze buurplaneet te bereiken. Dan heb je de keuze tussen tien dagen op Mars verblijven ofwel anderhalf jaar, en ten slotte heb je ook nog de terugreis van opnieuw zes maanden. Tien dagen op Mars lijkt me wel wat weinig als je zoveel moeite gedaan hebt om er te geraken.

Voor het verblijf op Mars heb je een ietwat ruime, comfortabele en veilige leefruimte nodig, maar die kan men eventueel vooraf via onbemande vluchten en in modules naar ginds transporteren.

Maar wat men zeker tijdens de bemande vlucht moet meenemen zijn alle materiele dingen die men tijdens de reis en het verblijf op Mars nodig heeft. Defecte onderdelen van het ruimteschip moeten meteen hersteld en desnoods vervangen kunnen worden, want even de pechdienst erbij roepen of terugkeren naar de Aarde is geen optie. En ook op medisch gebied moet men op alles voorzien zijn. Een verblijf in de ruimte houdt zeker risico’s in voor de gezondheid van een mens. Lichamelijk is het vooral de hoogenergetische straling die ons organisme bedreigt, maar ook psychologisch zijn lange ruimtereizen zeker geen plezierreisjes: je zit voor een hele periode met een beperkt aantal en altijd dezelfde mensen in een zeer kleine ruimte opgesloten voor een hoe dan ook risicovolle onderneming, dat kan zeker spanningen doen ontstaan.

En of je als Marsreiziger lang door een enthousiast thuisfront moreel ondersteund zal worden is ook zeer de vraag. Voor, tijdens en kort na de lancering zal er veel interesse zijn bij het grote publiek. Die interesse zal het grootst zijn vanaf het moment dat de eerste mensen op Mars zullen rondlopen, en dat zo een week lang. Daarna zal de belangstelling heel snel wegebben. En een maand later weet haast niemand meer dat er mensen op Mars zitten. Tenzij er iets misloopt natuurlijk. Tijdens mijn periode in Houston zag ik hoe heel Amerika enthousiast meeleefde met Apollo 11 en de eerste stappen op de Maan, Apollo 12 vond men o.k., voor Apollo 13 was er al veel minder belangstelling tot die fameuze “Houston, we have a problem” weerklonk. Tijdens de vlucht van Apollo 14 zat de perszaal afgeladen vol, eigenlijk in de hoop dat er opnieuw iets zou mislopen. Tja, perslui hebben niet allemaal nobele bedoelingen…

Om terug te komen op de bemande vlucht naar Mars, ik vind dat de essentiële vraag niet is of een dergelijke onderneming al dan niet kan lukken, maar wel of een mens iets kan gaan doen op een planeet wanneer een robot dat op diezelfde planeet ook kan doen en bovendien veel goedkoper. Op dit ogenblik rijden de wagentjes Spirit en Opportunity nog altijd rond op Mars. Die beide toestellen waren ontworpen om drie maand te functioneren maar doen het intussen al meer dan veertig maanden. Dat hele project inclusief het maken van die wagentjes, de lancering, de landing, enzovoort heeft 0,8 miljard dollar gekost. De goedkoopste raming voor een bemande vlucht naar Mars komt op 80 miljard dollar, dat is honderd keer meer.

 

En wat te denken van de Amerikaanse plannen om binnen niet al te lange termijn een bemande basis op de Maan te vestigen?

 

Ik vermoed dat het gewoon een truuk van de NASA is om interesse op te wekken bij het grote publiek.

Er kunnen natuurlijk wel een aantal projecten gerealiseerd worden op de Maan die echt de moeite waard zijn. Een radiotelescoop aan de voor ons onzichtbare kant van de Maan wordt niet gestoord door straling afkomstig van de Aarde. Prima idee, maar moet je daar permanent mensen bij hebben? De Hubble-ruimtetelescoop werkt toch ook automatisch?

Een ander argument om naar de Maan te gaan is dat er daar overvloedig helium-3 voorkomt, en deze heliumisotoop zou een ideale brandstof zijn voor het realiseren van schone kernfusie op Aarde zonder radioactief gevaar. Probleem is wel dat er momenteel geen enkele kernfusiereactor in ontwikkeling is die met helium-3 kan werken. Of dat binnen afzienbare tijd wel het geval zal zijn valt nog te bezien. Bovendien rekent men uit wat kernfusie op basis van helium-3 allemaal zal opbrengen zonder mee in te calculeren wat het zal kosten om het goedje op de Maan te gaan ontginnen en vervolgens naar de Aarde te transporteren. Want voorlopig is daar nog absoluut niets van infrastructuur en zoals eerder gezegd, elke kilo die we naar de Maan brengen kost op zich een fortuin.

De NASA beweert ook dat er op de Maan wellicht veel water aanwezig is, voldoende voor een ruimtekolonie. Dat is een veronderstelling op basis van informatie afkomstig van de satelliet Clementine uit 1994. Ik vind het merkwaardig dat sindsdien door geen enkel land of ruimtevaartorganisatie een satelliet of robot werd gebouwd om heel doelgericht op de Maan te gaan onderzoeken of de waterstof die men er gevonden heeft effectief iets te maken heeft met water en ook exploiteerbaar is.

Men schetst een aantal theoretische mogelijkheden als argument om naar de Maan te gaan maar zonder enige objectieve benadering om na te gaan hoe realistisch die plannen zijn.

Bij een bemande basis moet er ook gedacht worden aan alle gevaren die het met zich meebrengt om langere tijd op het  Maanoppervlak door te brengen. Er is op de Maan geen beschermend magnetisch veld zoals bij ons op Aarde, zodat alle levensvormen daar blootgesteld worden aan hoogenergetische en op termijn dus dodelijke kosmische straling. Op de Maan is geen atmosfeer, zodat je in bijna vacuümomstandigheden terechtkomt. Dat impliceert ook dat meteorieten niet opbranden in de lucht en ongehinderd inslaan op het Maanoppervlak. Bovendien heb je te maken met enorme temperatuurschommelingen op de Maan: tussen +150° als de Zon hoog aan de hemel staat en –150° aan de nachtkant. De Maanbasis moet tegen al die potentiele gevaren afdoende bescherming bieden, en dat zal mijns inziens niet zo eenvoudig te realiseren zijn. En dan ben ik weer daar met mijn pertinente vraag: wat gaat de mens daar doen dat niet veiliger en goedkoper kan gedaan worden door een robot?

 

Waarom stelt de NASA zich die vraag niet?

 

Ik heb vooral de indruk dat de NASA het project om een basis te bouwen op de Maan gebruikt om een nieuwe raket te verantwoorden die honderd ton kan vervoeren. De Space Shuttle is momenteel het enige ruimtetuig waarmee vrachten van tien ton vanuit de ruimte kunnen teruggebracht worden naar de Aarde, maar ten laatste tegen 2010 stopt men met het Space Shuttle-programma. En dan zou de opvolger moeten klaar zijn. Het ambitieuze Maanavontuur legt de lat voldoende hoog om te garanderen dat de opvolger van de Space Shuttle toch minstens een erg krachtig ruimtetuig zal opleveren.

Het is bovendien ook de strategie van de NASA om een web te weven binnen de VS en ook internationaal zodat ze vastzitten aan een aantal verplichtingen waar ze moeilijk onderuit kunnen. Als een of andere Amerikaanse senator kritiek heeft op de hoge budgetten voor de NASA, dan zegt men bij de NASA: goed, mijnheer de senator, dan zullen we een fabriek moeten sluiten die voor ons werkt en jammer, dat is toevallig in uw kieskring. Zo’n argument ligt natuurlijk altijd heel gevoelig. Internationaal gaat het b.v. om de samenwerking met de ESA. Die hebben een aantal onderdelen klaar voor het internationale ruimtestation en verwachten dan ook van de NASA dat die met hun Space Shuttle voor het transport ervan zorgen. Die engagementen niet nakomen zou een zwaar diplomatiek incident doen ontstaan.

 

Bezondigt de ESA zich ook aan dit soort strategieën om kost wat kost bepaalde doelstellingen te verwezenlijken?

 

De ESA heeft veel minder middelen dan de NASA, maar wil wel graag meespelen met de grote jongens. Vandaar initiatieven zoals het ruimtelaboratorium Columbus dat aan het ISS zal gekoppeld worden, de Cupola met zes ramen voor een zicht naar buiten en de ATV of Automated Transfer Vehicle, een onbemand vrachtschip om voorraden naar het ISS te brengen. Maar fundamenteel werkt de ESA op een andere manier dan de NASA. De NASA probeert projecten te pousseren en centen los te krijgen, de ESA heeft centen en ziet dan wat met dat budget wel of niet mogelijk is. Op die manier is b.v. het ruimtevliegtuig Hermes gekelderd want er was onvoldoende geld om dat te maken. Maar zo was er dan wel geld voor het ruimtelaboratorium Columbus.

 

Is het een goed idee om het ISS uit te breiden met Columbus zodat men allerlei experimenten in een toestand van microzwaartekracht kan uitvoeren?

 

Ik herinner me dat op een persconferentie van de ESA ooit de vraag werd gesteld of het niet beter zou zijn om te opteren voor kleine onbemande ruimtestations. Daar heb je immers een zwaartekracht die nog duizend keer zwakker is dan de microzwaartekracht aan boord van die grote bemande stations. Zwaartekracht nul geldt immers strikt genomen alleen voor het zwaartepunt van het ruimtestation, en als je een tuig hebt van 400 ton ter grootte van een voetbalveld zoals het huidige ISS zitten vele onderdelen een eind verwijderd van dat zwaartepunt. De Engelsen hebben midden in de jaren tachtig een Man-Tended Free Flyer voorgesteld, een onbemand ruimtelaboratorium waar een ruimtependel naartoe vliegt, instrumenten installeert en testresultaten en eventueel ook oude onderdelen mee terugbrengt naar de Aarde. Dat ding kan autonoom zijn werk doen gedurende vele maanden. En aangezien er geen bemanning aan boord hoeft te overleven kan het een heel stuk kleiner en lichter, met veel betere micrograviteit als gevolg. Het antwoord op die vraag was dat zo’n beperkte zwaartekracht niet echt noodzakelijk is voor de experimenten aan boord van het ISS. Terwijl ik net zou denken dat als je dan toch bezig bent met micrograviteit je toch zou opteren voor het beste resultaat dat je kan krijgen.

Een belangrijke vraag is ook: wat doen die astronauten aan boord van het ISS? Normaal zijn er drie personen als permanente bemanning aanwezig waarbij je er twee en een halve nodig hebt voor allerlei onderhoudswerkzaamheden. Dus blijft er een halve over voor wetenschappelijk onderzoek. Heb je daarvoor zo’n groot ruimtestation nodig? Maar als alles volgens plan verloopt zullen er vanaf 2009 zes astronauten permanent aan boord kunnen zijn, en dan houd je toch al meer volk over om wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Dus vanaf dan zal het ISS moeten bewijzen wat het waard is. En begrijpe wie kan, dat is ook het moment dat de Amerikanen uit het project stappen...

Wat mij echter het meest dwarszit bij dat hele ruimtestation is dat ik nog geen enkel rapport heb gezien van wat er daar de voorbije tien jaar gepresteerd is. Ik kan nergens zo’n document vinden, ik denk dus dat het niet bestaat. Dat hoeft geen boeiende literatuur voor het grote publiek te zijn, maar als ik terugdenk aan Apollo, na elke Maanvlucht werd er een Preliminary Science Report gepubliceerd, dat waren telkens van die dikke joekels met een voorlopige balans van de wetenschappelijke opbrengst van elke missie. Bij het ISS niets van dat alles.

 

Dus al bij al geen positive balans wat betreft de bemande ruimtevaart?

 

Er zijn volgens mij twee resultaten die de bemande ruimtevaart heeft opgeleverd na 50 jaar: men heeft ten eerste bijna 400 kg stenen mee teruggebracht van de Maan en er ook reflectoren geïnstalleerd waarmee de afstand tussen Aarde en Maan uiterst nauwkeurig kan bepaald worden. Ten tweede weet men met zekerheid dat mensen effectief in de ruimte kunnen overleven, maar dat ze bij een langer verblijf dagelijks twee uur zware oefeningen moeten doen om hun gestel te onderhouden en botontkalking tegen te gaan. Maar die ervaring van de mens in bijna gewichtloze toestand geldt, met uitzondering van de Maanvluchten, enkel voor een verblijf binnen het beschermende magnetische veld van de Aarde.

Als we astronauten naar de Hubble-ruimtetelescoop sturen voor een onderhoudsbeurt, dan vind ik dat verantwoord, want het instrument is speciaal daarvoor ontworpen. Met alle andere vormen van bemande ruimtevaart heb ik wel problemen omdat mensen nodeloos in gevaar gebracht worden en omdat er weinig resultaten uit voortspruiten die we als echt nuttig kunnen bestempelen en die we niet eveneens door onbemande missies hadden kunnen bekomen.   

 

Hartelijk dank voor het interessante gesprek.