Hemelkalender


De sterrenhemel in april 2025

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT). Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (tot 30 maart), twee uur om aan onze Zomertijd te komen (vanaf 31 maart)…

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (tot 26 oktober)…

 

Maanfasen:

Laatste Kwartier:             5 april, 2h15m UT

Nieuwe Maan:                 13 april, 08h22m UT

Eerste Kwartier:              21 april, 1h35m UT

Volle Maan:                       27 april, 19h31m UT

Laatste Kwartier:             4 mei, 13h52m UT

 

Zon (tijdstippen in lokale tijd):

DatumZonsopkomstZonsondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
01/04/2025

7h18m

20h15m

5h16m

22h17m

6h39m

20h54m

08/04/2025

7h02m

20h26m

4h56m

22h32m

6h23m

21h06m

15/04/2025

6h47m

20h38m

4h36m

22h49m

6h07m

21h18m

22/04/2025

6h33m

20h49m

4h14m

23h08m

5h51m

21h31m

29/04/2025

6h19m

21h00m

3h52m

23h28m

5h36m

21h43m

06/05/2025

6h07m

21h11m

3h27m

23h51m

5h22m

21h56m

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

 

Planeten:

De voorbije maand maart verloren we Venus aan de avondhemel: deze domineerde de ganse winter onze westelijke horizon ‘s avonds, maar dook dan midden maart tussen Aarde en Zon door.

Ondertussen staat ze al weer aan de andere kant van de Zon, dus theoretisch zouden we ze nu aan de oostelijke ochtendhemel moeten kunnen zien. Alleen zal je nog een héél goed uitzicht op die horizon moeten hebben om ze te kunnen bespeuren: begin april komt de planeet nog maar een uurtje voor de Zon op, dus quasi onmogelijk te zien (tenzij u een vaste telescoop met computersturing heeft), en ook tegen eind april is daar nog maar 20 minuutjes bijgekomen. Vanaf mei juni zal dat een pak makkelijker én indrukwekkender worden!

De laatste dagen van maart konden we met de grote telescopen op Mira stilaan terug Venus tonen aan de bezoekers – maar nu voor de Zon uitlopend. Deze foto van het ragfijne Venus-sikkeltje werd genomen net na de gedeeltelijke zonsverduistering op 29 maart

 

 

 

Jupiter daarentegen prijkt wel nog steeds dominant aan de avondhemel, nog steeds in het sterrenbeeld Stier. Nu Venus er niet meer staat is de reuzenplaneet met voorsprong de allerhelderste “ster” aan de hemel.

 

Jupiter is vooral een héél dynamische planeet, ook amateur-waarnemers zien soms op enkele weken tijd al duidelijke veranderingen in het wolkendek. Begin januari verscheen er zo een nieuwe witte vlek in de zogenaamde “NTZ” (Noordelijke Tropische Zone) – de bovenste van de twee donkere wolkenbanden. Eén van de mede-ontdekkers was onze landgenoot Dominique Dierick – ook op Mira een graag geziene gast en spreker.

De nieuwe witte vlek in de NTZ van Jupiter. Opname Philippe Mollet

 

 

Iets meer “links“ aan de hemel prijkt ook nog de oranje Mars – maar deze planeet heeft de laatste maanden al veel van zijn pluimen gelaten: door de toenemende afstand tot de Aarde kromp het Marsschijfje ondertussen verder tot 8,16 boogseconden (1 april) en zelfs 6,54” (1 mei). Dus door de telescoop gezien is het helaas niet veel soeps meer….

Met het blote oog daarentegen is het des te boeiender: de laatste tijd was de planeet zowat stationair aan de sterrenhemel (net onder en bij het duo Castor & Pollux in de Tweelingen) – maar nu hervat hij pijlsnel terug zijn klassieke beweging langsheen de ecliptica.

Begin volgende maand zal hij daarbij trouwens voor een héél fotogeniek zicht zorgen: rond 4-5 mei beweegt Mars rakelings langs de mooie sterrenhoop M44 (Praesepe, de Bijenkorf) in de Kreeft. Een prachtig zicht in een verrekijker of middelgrote telescoop!

Het traject van Mars tussen de sterren, in april (rechts) en mei (meer naar links). Omstreeks 10 april zal hij mooi op één lijn staan met de heldere sterren Castor en Pollux (Tweelingen) – maar het mooiste zicht komt er omstreeks 4-5 mei wanneer hij nét boven de sterrenhoop M44 langs scheert.

 

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand op de avond van 1 april zal héél mooi zijn: dan beweegt het fijne maansikkeltje dwars doorheen de Plejaden (het Zevengesternte, M45) – de mooiste sterrenhoop aan de hemel. Een héél fotogeniek beeld!

DatumObjectAvond?Ochtend?
1/04/2025

Plejaden, M45 (Stier)

A

 

2/04/2025

Jupiter

A

 

5/04/2025

Mars & Pollux (Beta Gemini)

A

 

6/04/2025

M44 (Praesepe) in de Kreeft

A

 

8/04/2025

Regulus (Alfa Leonis)

A

 

12/04/2025

Spica (Alfa Virginis)

A

+ O

17/04/2025

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

25/04/2025

Venus / Saturnus

 

O

30/04/2025

Jupiter

A

 

2/05/2025

Pollux (Beta Gemini)

A

 

Eén van dé absolute highlights van 2025: op de (late) avond van 1 april (géén grap J) beweegt het fijne maansikkeltje dwars doorheen de Plejaden, de mooiste sterrenhoop aan de hemel!

 

 

Deepsky in april:

Met de lente in het land verschuift onze aandacht stilaan van de vele sterrenhopen en nevels van de winterhemel naar de weelde aan melkwegstelsels van het voorjaar. Zeker in de buurt van de Maagd en de Leeuw wemelt het van de galaxiën, maar hiervoor zal een verrekijker helaas niet meer volstaan!

Voor deze aflevering houden we het bij de Leeuw: daar staan twee fraaie “duos” Melkwegstelsels – en net zoals de drie musketiers eigenlijk met zijn vieren waren, zijn deze duos eigenlijk ook telkens een trio!

Overzichtskaartje van de Leeuw, met onder de opvallende “strijkijzer-figuur” van het sterrenbeeld de beide trio’s van melkwegstelsels.

 

 

M65/M66 & NGC 3628:

M66 is de helderste van het duo, maar M65 doet er nauwelijks voor onder. Wanneer Leeuw hoog aan de hemel staat, zijn ze zelfs op een doorsneelocatie in België nipt zichtbaar met een 75 mm- telescoopje bij relatief lage vergroting. Op echt donkere locaties moet dat zelfs vlot lukken met eentje van 60 mm en met grotere verrekijkers. Er zijn trouwens waarnemers die ze met een gewone verrekijker hebben gezien, maar dat kan alleen als je ‘perifeer kijkt’ (vanuit de ooghoeken, waardoor je het gevoeligste deel van je netvlies gebruikt). Vooral M65 is opvallend langwerpig (visueel zeker 3 keer zo lang als breed), met een redelijk helder, quasi stervormig centrum (ook bij middelgrote vergrotingen). Bij M66 is dat langwerpige iets minder uitgesproken, veeleer twee keer zo lang als breed. Hier valt met iets grotere kijkers (20-25 cm en meer) op dat er zich in het centrum een heldere balk bevindt, die duidelijk gekanteld staat ten opzichte van de lengteas van het melkwegstelsel zelf.

Voor het derde lid van de bende (NGC 3628) zul je toch algauw een 150 mm-kijker nodig hebben. Het is wel een mooi fotografisch object, omdat het een zogenaamde ‘edge-on galaxy’ is: we kijken op de zijkant van de vliegende schotel, en zien dus een relatief smalle, langgerekte figuur.

Het trio opzoeken is behoorlijk eenvoudig: twee graden onder de heldere ster theta Leonis staat een ster van magnitude 5,3 (73 Leo) met vlak eronder nog twee zwakkere sterren. M65 en M66 staan dan één graad links van dit rijtje sterren.

Detailkaartje van het gebied onder de ster Theta in de Leeuw, waar het eerste trio te vinden is (M65 / M66 / NGC 3628).
Fotootje gemaakt met de razend populaire SeeStar S50 “astrofotomachine”. Links het zwakkere maar eigenlijk mooiere NGC 3628, rechts het duo M66 (onder) en M65 (boven).

 

 

Het andere trio (M95/M96/M105) is verrassend minder bekend, terwijl ze eigenlijk nauwelijks zwakker zijn dan de voorgaande. Sommigen vinden ze zelfs makkelijker zichtbaar, maar wellicht zijn ze iets moeilijker op te zoeken bij gebrek aan handige referentiesterren.

De volgende drie galaxiëen kan je in één beeldveld krijgen al heb je dan wel een lichtsterkte richfield kijker nodig met een lage vergroting (anderhalve graad beeldveld is vereist). Ook dit trio staat onderaan de Leeuw, dus we vertrekken weer vanaf die denkbeeldige lijn tussen Alfa-Beta Leonis, maar nu op een derde afstand van Regulus (voor M65/66 startten we juist op één derde van de andere kant!). In het midden van de lijn 52-53 Leonis liggen er nog eens 3 spiraalstelsels op ons te wachten. 

Om het eerste object te vinden neem ongeveer het midden van de lijn Alfa-Theta Leonis, daar ligt de 5.5 magnitude ster 52 Leonis. Als je die gevonden hebt dan ga je 1.5° naar het Zuiden, dan stoot je op M105.

M105: Het eerste object is theoretisch het helderste van de drie – maar tegelijk het minst indrukwekkende! Het heeft immers wel degelijk de grootste oppervlaktehelderheid, maar is te zien als een structuurloos ovaaltje met wel een duidelijke kern. 

Van daar ga je minder dan 1 graad naar het ZZW, om te komen bij M96. Duidelijk iets groter dan de vorige, maar ook een nipt iets minder helder ovaal grijs vlekje met kern. De kern van dit spiraalstelsel is zeker te zien in een kleine refractor onder goede omstandigheden.  Maar gebruik voor alle zekerheid toch maar een iets grotere kijker.

Nu ga je net geen graad naar het westen om bij M95 te komen. M95 is een balkspiraalstelsel en is met een helderheid van magnitude 9,7 het zwakste van de drie “broertjes”. Het heeft een grootte van 8 op 5 boogminuten, maar daarvan zal enkel de kern van 3 boogminuten in de telescoop te zien zijn.  

 

Detailkaartje van het gebied rond het tweede trio (M95 / M96 / M 105).

 

Deze opname door Janos Barabas toont bovenaan M95 (links) en M96 (rechts), maar onderaan behalve M105 ook nog het zwakkere langwerpige stelseltje NGC 3371.

 

 

 

 


De sterrenhemel in maart 2025

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT). Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (tot 30 maart), twee uur om aan onze Zomertijd te komen (vanaf 31 maart)…

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 28 februari, 0h45m UT

Eerste Kwartier:              6 maart, 16h32m UT

Volle Maan:                       14 maart, 6h54m UT

Laatste Kwartier:             22 maart, 11h29m UT

Nieuwe Maan:                 29 maart, 10h58m UT

 

Zon (tijdstippen in lokale tijd):

DatumZonsopkomstZonsondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
1/03/2025

7:26

18:23

5:32

20:18

6:48

19:02

8/03/2025

7:11

18:35

5:16

20:30

6:33

19:13

15/03/2025

6:56

18:47

5:00

20:43

6:18

19:25

22/03/2025

6:40

18:59

4:42

20:56

6:02

19:37

29/03/2025

6:24

19:10

4:24

21:10

5:46

19:49

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

 

Planeten:

Na de planetenweelde van de voorbije maanden, gaan we het nu met ietsje minder moeten stellen! Saturnus zal al niet meer lukken, en ook Venus zien we enkel nog de eerste dagen van de maand. Maar in ruil krijgen we dan wel eventjes de kans om Mercurius te zien in de avondschemering, én zijn Jupiter en Mars nog steeds volop present tot laat in de nacht.

Venus domineerde de avondhemel sinds eind december, maar trekt begin maart razendsnel richting de Zon. Afhankelijk van uw westelijke horizon (geen bomen of huizen in de weg?) zal u ze nog pakweg de eerste week of 10 dagen van de maand kunnen waarnemen…

En wie over een telescoop beschikt: dezer dagen toont onze zusterplaneet een héél groot maar ragfijn sikkeltje: de planeet staat nu ongeveer tussen Aarde en Zon in, zodat we grotendeels op haar niet-verlichte kant kijken – enkel dat smalle verlichte zijkantje is te zien… Tegelijk zien we de diameter van dat sikkeltje wel steeds groter worden, naarmate de planeet dichter bij de Aarde komt te staan.

Op 1 maart is de Venus al 49 boogseconden groot – terwijl het sikkeltje 14% verlicht is. Tegen 10 maart is dat al toegenomen tot meer dan 55 boogseconden – maar is het sikkeltje maar 6% breed meer… En tegen 15 maart (zowat einde zichtbaarheid voor Venus) is dat respectievelijk 58” (quasi 1/30 van de maandiameter aan de hemel) en 3% geworden…  Vanaf dan zal de planeet té dicht bij de Zon staan aan de hemel om nog comfortabel (en veilig) zichtbaar te zijn in de telescoop.

De veranderende schijngestallten én afmetingen van Venus

 

Zeker de eerste 10 dagen van maart moet u eens proberen Mercurius op te zoeken aan de westelijke avondhemel: de kleine planeet staat doorgaans té dicht in de buurt van de Zon. Maar 2-3 keer per jaar krijgen we een gunstige situatie waarbij ze het verst links (avondzichtbaarheid) of rechts (ochtendzichtbaarheid) van de Zon staat én hoog genoeg boven de horizon klimt. Probeer ze eerst met de verrekijker op te zoeken, en als de hemel transparant genoeg is lukt het dan ook wel met het blote oog!

Om Mercurius te kunnen waarnemen, moet de planeet op zijn verst links (avondzichtbaarheid) of rechts (ochtendzichtbaarheid) van de Zon staat. Maar bovendien moet de verbindingslijn Zon-Mercurius ook een voldoende grote hoek maken met de horizon (onderste figuur) want anders verdwijnt de planeet achter bomen, gebouwen of gewoon in de minder transparante lucht laag boven de horizon.

 

 

Eenmaal Venus verdwenen (vanaf midden maart) is het terug Jupiter die de avondhemel domineert. Begin maart gaat de reuzenplaneet omstreeks 2h45m onder, maar ook begin april zien we hem nog tot 2h (weliswaar zomertijd tegen dan).

De reuzenplaneet Jupiter draait opvallend snel rond zijn as: hoewel zijn diameter 12x die van de Aarde bedraagt, draait hij toch op minder dan 10h rond zijn as.Dat is duidelijk te zien op onderste beelden, genomen op de avond van 17 februari met nauwelijks tien minuten tussentijd!  Opname: Philippe Mollet-Mira

 

 

En Mars gaat zelfs nog ietsje later op de nacht onder: we kunnen ze waarnemen tot iets voor 6h ’s ochtends begin van de maand, en tot 5h ‘s ochtends (zomertijd) eind deze maand.

Het Marsschijfje begint echter al duidelijk kleiner te worden, omdat de Rode Planeet zich terug van ons verwijdert sinds de dichtste nadering eind januari. Om details op de planeet te zien is dan ook al een iets betere telescoop vereist, en –misschien nog het belangrijkste- de nodige ervaring met waarnemen!

 

Mars op de avond van 17 februari. De donkere uitstulping rechts in beeld is de bekende Syrtis Major. Opname: Philippe Mollet-Mira

 

 

Het opvallendste detail is normaal gezien de spierwitte poolkap (naargelang de kanteling van de planeet zien we ofwel de zuidpoolkap of de noordpoolkap). Maar daar was de laatste maanden opvallend weinig van te zien: zomer op Mars, dus de poolkappen waren grotendeels afgesmolten…

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand op 26-27 maart is héél nauw: ‘s avonds staan de bijna Volle Maan en Spica minder dan één graad uit elkaar!

 

DatumObjectAvond?Ochtend?
1/03/2025

Venus

A

 

5/03/2025

Plejaden, M45 (Stier)

A

 

6/03/2025

Jupiter

A

 

9/03/2025

Pollux (Beta Gemini)

A

 

10/03/2025

Praeseppe (M44)

A

 

11_12/03/2025

Regulus (Alfa Leonis)

A

 

16_17/03/2025

Spica (Alfa Virginis)

A

+ O

20/03/2025

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

1/04/2025

Plejaden, M45 (Stier)

A

 

 

Deepsky in maart:

Aan de winterhemel wemelt het zoals gezegd van de open sterrenhopen. De vorige maanden bespraken we er al enkele fraaie, maar hier volgt één van de grootste blikvangers op de overgang van winter- naar lentehemel!

 

 

M44: deze sterrencluster draagt de bijnaam “de Bijenkorf” of “Praesepe” (de Kribbe) in het Latijn. En inderdaad doet deze overdaad aan sterretjes wel wat denken aan de uitgang van een bijenkorf, waar het krioelt van de bijtjes (wie durft nog zeggen dat sterrenkundigen geen fantasie hebben?)

Het is – na de Plejaden, maar die zijn dan ook buiten categorie- één van de helderste en mooiste sterrenhopen aan onze noordelijke hemel. Onder een donkere hemel kan je zelfs al met het blote oog zien dat hier “iets” staat: onder zo’n omstandigheden is ie dus héél makkelijk te vinden. 

Deze open sterrenhoop staat in het sterrenbeeld Kreeft- wellicht wel het zwakste van de 12 sterrenbeelden uit de zogenaamde “horoscoop” (de ecliptica dus!).

En daar wringt dus net het schoentje: zodra er iets té veel lichthinder is (zoals op de meeste plaatsen in onze Lage Landen) wordt het juist extra moeilijk om M44 te vinden, door een gebrek aan heldere “zoeksterren”. Op héél slechte nachten moet men eventueel zelfs van héél ver vertrekken (zie bovenstaand zoekkaartje): maak een héél ruime driehoek met de heldere sterren Pollux (Tweelingen) - Procyon (Kleine Hond) en Regulus (Leeuw) => onze M44 staat dan quasi in het midden hiervan. Gebruik een verrekijker of de zoeker van een telescoop: dankzij hun grote beeldveld zal het na wat “rondzwiepen” wel lukken om de cluster in beeld te krijgen! 

Maar dan wordt het dan wel weer smullen: een héél grote hoop sterretjes (ongeveer anderhalve graad, dus zowat 3x de diameter van de Maan aan de hemel) – daardoor zelfs minder geschikt voor krachtiger telescopen wegens hun té kleine beeldveld. 

Met een doorsnee verrekijker kun je al makkelijk een tiental sterretjes zien, maar het mooiste beeld krijg je door een grote verrekijker of een korte telescoop (20-25 x vergroting).

Dan doet het zijn naam alle eer aan: een zwerm rondzoemende bijtjes, bestaande uit ongeveer 75 sterretjes.

 

Een ruime opname van M44 en het centrum van het sterrenbeeld Kreeft (de twee helderste sterren in beeld zijn respectievelijk Delta en Gamma Cancri). Opname Philippe Mollet - Mira

 

 

 

De sterrenhemel in februari 2025

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 27 oktober), twee uur voor onze Zomertijd (vanaf 30 maart 2025),…

 

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 29 januari, 12h36m UT

Eerste Kwartier:              5 februari, 8h02m UT

Volle Maan:                     12 februari, 13h58m UT

Laatste Kwartier:             20 februari, 17h33m UT

Nieuwe Maan:                 28 februari, 0h45m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/02/2025

8h18m

17h34m

6h19m

19h33m

7h37m

18h15m

8/02/2025

8h07m

17h46m

6h09m

19h44m

7h26m

18h27m

15/02/2054

7h54m

17h59m

5h58m

19h55m

7h15m

18h38m

22/02/2025

7h40m

18h11m

5h46m

20h06m

7h02m

18h50m

1/03/2025

7h26m

18h23m

5h32m

20h18m

6h48m

19h02m

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Februari: het is nog steeds volop winter - met de bijhorende temperaturen vaak, maar toch krijgen we tegen het eind van de maand al meer dan 10h daglicht. We kunnen stilaan uitkijken naar de lente...

 

Planeten:

Januari was natuurlijk dé topmaand voor planeetwaarnemers! Maar ook in februari kunnen kunnen we nog volop genieten van deze "planetenparade", enkel Saturnus verdwijnt halverwege de maand stilaan in de gloed van de ondergaande Zon...

Zo ziet de avond hemel er uit op 10 februari, van Saturnus in het westen verdwijnend in de gloed van de Zon tot Mars en de Maan hoog in het oosten.

Venus is natuurlijk de allerhelderste: ze is zo dominant dat vele toevallige waarnemers zich zullen afvragen wat die "UFO" daar boven het westen hangt te doen :-).

 

Maar voor wie over een telescoop beschikt wordt het deze maand extra boeiend: we zien het Venussikkeltje tussen 1 februari en 1 maart sterk toenemen in afmetingen (van 32 naar 49 boogseconden) maar tegelijk wordt het sikkeltje véél smaller (van 37% verlicht naar 14%).

De veranderende schijngestaltes van Venus in de loop van februari…

 

 

Saturnus bekijken wordt steeds moeilijker: halverwege de maand verdwijnt ze stilaan in de gloed van de ondergaande Zon. Vorige maand speelde ze "haasje-over" met Venus, dus nu is de ringenplaneet de eerste om 's avonds onder te gaan in het westen.

Jupiter daarentegen kan u ook deze maand niet missen, de reuzenplaneet is na Venus het helderste puntje aan de hemel. Al mooi te zien in de avondschemering, en blijft zichtbaar tot lang na middernacht (gaat onder om 4h30m begin februari en om 2h50m begin maart).

Op de avond van 2 februari maakte Bart Declercq deze verbluffende opnames van Jupiter, misschien wel dé allerbeste Jupiter-beelden ooit gemaakt door een Mira-vrijwilliger. Een combinatie van vakmanschap, een grote telescoop maar vooral een uitzonderlijk stabiele lucht! Bemerk ook de details die zichtbaar zijn op het Jupitermaantje Io (rechts op de onderste opname).

 

 

 

En ook Mars is deze maand nog optimaal te zien: héél helder, opvallend oranje-bruin en het grootste deel van de nacht hoog aan de hemel. Voor telescoopgebruikers is het echter vaak een kleine teleurstelling: dé meest prominente oppervlaktedetails zijn momenteel nauwelijks zichtbaar => de spierwitte poolkappen zijn momenteel grotendeels afgesmolten ('t is zomer op Mars!!) en bovendien staat de planeet momenteel ongeveer kaarsrecht gezien vanaf de Aarde (terwijl er anders altijd één v

En probeer ook deze maand nog Uranus op te zoeken, de verre planeet staat dezer dagen in de buurt van de Plejaden – wellicht de bekendste open sterrenhoop aan de hemel. Met het blote oog zal het voor de meesten té zwak zijn, maar een kleine verrekijker volstaat ruimschoots!

Figuur 2 Het pad van Uranus in 2025 (per 7 dagen), in de buurt van de Plejaden

 

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

De nadering tot Mars op de avond van 9 februari is zelfs een héél dichte: de rode planeet staat dan nauwelijks een kwart maandiameter onder de Maan!

 

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

1/02/2025

Venus

A

 

5 + 6/02/2025

Plejaden, M45 (Stier)

A

 

6/02/2025

Jupiter

A

 

9/02/2025

Mars

A

O

12/02/2025

Regulus (Alfa Leonis)

A

O

17/02/2025

Spica (Alfa Virginis)

 

O

21/02/2025

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

28/02/2025

Saturnus

A

 

28/02/2025

Mercurius

A

 

1/03/2025

Venus

A

 

Deepsky in februari:

Aan de winterhemel wemelt het van de open sterrenhopen. Vorige maand bespraken we al de opvallendste (de Plejaden), maar hier komen er weer enkele!

De Hyaden in het sterrenbeeld Stier, ook gekend als “het Regengesternte” is een minder bekende sterrenhoop… juist omdat hij té groot en te helder is! Daardoor wordt hij immers vaak over het hoofd gezien, zeker gezien de nabijheid van de véél bekendere Plejaden. 

Deze heel grote en losse open sterrenhoop (ongeveer 4,5 graden) wordt bovendien gedomineerd door de oranje ster Aldebaran (het ‘Oog van de Stier’), maar eigenlijk is het een voorgrondster die niks met de cluster te maken heeft (staat ongeveer halverwege qua afstand). Het is een van de helderste oranje sterren die we te zien krijgen, samen met Antares in de Schorpioen en Betelgeuze in Orion. De V-vorm van de open sterrenhoop is duidelijk te zien, en juist daarom werd dit door vele volkeren geassocieerd met de kop van een stier. Met zijn 300 à 400 sterleden is hij merkelijk armer aan sterren dan de nabije Plejaden. De Hyaden, slechts 153 lichtjaar van ons verwijderd, zijn trouwens één der dichtstbij liggende open sterrenhopen. In sommige culturen spreekt men over het ‘Regengesternte’, waarschijnlijk omdat het regenseizoen er stilaan aankomt wanneer de Stier op het einde van de zomer opnieuw aan de ochtendhemel opduikt.

De helderste ster midden in het ‘onderste streepje’ van de V is een van de mooiste dubbelsterren die met het blote oog al te onderscheiden zijn: θ1 en θ2 staan 5,5 boogminuten uit elkaar, en halen magnitude 3.4 en 3.8. Ter vergelijking: de veel bekendere Mizar en Alcor in de steel van de Grote Beer staan wel dubbel zo ver uit elkaar, maar verschillen anderzijds veel meer in helderheid. 

© Philippe Mollet-Mira

 

M36-37-38: drie sterk vergelijkbare open sterrenhopen op één rij – hoe uniek is dat? 

In de Voerman tref je dit inderdaad aan!

De Voerman (“Auriga”) kan je zien als een redelijk grote ietwat langwerpige vijfhoek aan de hemel, met de heldere gele ster Capella aan het uiteinde van de smalste zijde van de vijfhoek. Onze drie clusters staan daarentegen eerder aan de andere kant van het sterrenbeeld: ééntje ligt nèt buiten de vijfhoek, de twee andere er mooi binnenin.

Onder een donkere hemel zien we met het blote oog al dat er daar “iets” te zien is, maar pas met een (goede) verrekijker of kleine telescoop kan men er telkens enkele van de helderste sterren in onderscheiden (maar toch het best bij M36, de middelste van de drie). Maar laat toch duidelijk wezen dat dit objecten zijn die het best tot hun recht komen in een telescoop!

M37, die net buiten de klassieke vijfhoek van Auriga valt, is de helderste van de drie sterrenhopen in Auriga. Het is een iets rijkere sterrenhoop (ongeveer 500 sterren, waarvan zo’n 100-150 binnen het bereik van een modale telescoop), opvallend genoeg allemaal redelijk uniform van helderheid. De cluster is duidelijk elliptisch van vorm.

M36 (nèt binnen de vijfhoek) ziet er slechts half zo groot uit als M37, en bevat ook duidelijk minder sterren – maar enkele daarvan zijn dan weer wel merkelijk helderder (magnitude 9). In totaal zijn er met iets grotere amateurkijkers een 60-tal sterren in te onderscheiden, waardoor hij de sterarmste is van het trio. Wat wel sterk opvalt bij M36, is de grote variatie in helderheid én in kleur tussen de verschillende individuele sterren.

M38 ten slotte is dan weer beter te vergelijken met M37: rijker, groter, maar de individuele sterren zijn nog iets minder helder. De cluster ziet er ruwweg vierkant uit, met in de hoeken telkens een groepje iets opvallender sterren. Sommige waarnemers menen hierin de vorm van de Griekse letter ‘pi’ in te herkennen, 

© Philippe Mollet-Mira

 


 

De sterrenhemel in januari 2025

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 27 oktober), twee uur voor onze Zomertijd (vanaf 30 maart 2025),…

 

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 30 december, 22h27m UT

Eerste Kwartier:              6 januari, 23h56m UT

Volle Maan:                     13 januari, 22h27m UT

Laatste Kwartier:             21 januari, 20h31m UT

Nieuwe Maan:                 29 januari, 12h36m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/01/2025

8h44m

16h47m

6h37m

18h55m

7h59m

17h33m

8/01/2025

8h42m

16h55m

6h36m

19h02m

7h58m

17h40m

15/01/2054

8h38m

17h05m

6h34m

19h10m

7h54m

17h49m

22/01/2025

8h31m

17h17m

6h29m

19h19m

7h48m

18h00m

29/01/2025

8h22m

17h29m

6h22m

19h29m

7h40m

18h11m

5/02/2025

8h12m

17h41m

6h14m

19h39m

7h31m

18h22m

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Januari: de dagen beginnen stilaan weer te lengen, maar de nachten (en dus ook de nachtelijke waarnemingstijd) blijven nog lekker lang!

 

Planeten:

Januari wordt dé topmaand voor planeetwaarnemers! Alle heldere planeten + Uranus en Neptunus (beide laatste enkel met een verrekijker of telescoop te zien) staan deze maand immers ’s avonds tegelijk aan de hemel. 

MAAR: in de pers wordt dit omschreven als een samenstand, die -uitdrukkelijk- op de avond van 25 januari dient bekeken te worden. Die avond staan de 6 planeten in kwestie inderdaad het dichtst bij elkaar aan de hemel (“het minst ver uit elkaar” is misschien toepasselijker!) – maar het verschil met de vorige/volgende dagen en weken is nauwelijks te merken. Op die avond staan ze nog altijd zo’n 126° uit elkaar…

In januari zijn 6 planeten tegelijk te zien aan de avondhemel - weliswaar verspreidt over een boog van méér dan 120°...

Hoe mooi ze allemaal ook te zien zijn, Venus is natuurlijk wel de allerhelderste! Ze domineert echt wel de (westelijke) avondhemel: gans deze maand januari is ze te zien tot 21h ongeveer.

 

Omstreeks 18 januari speelt ze “haasje-over” met Saturnus: tot dan staat ze immers westelijker van de ringenplaneet (en gaat ze dus vroeger onder), nadien is het Saturnus die als eerste onder de horizon duikt. Op 18 januari kruisen ze elkaar dus: dan staan ze maar een goede 2° uit elkaar (met een kleine telescoop lukt het dan zelfs om ze samen in één beeldveld te krijgen). Het helderheidsverschil is echter wel héél groot: hoewel ook Saturnus héél makkelijk met het blote oog te zien is, is Venus nog eens 100x helderder!

Deze maanden zien we de ringen van Saturnus helaas wel op hun smalst: we kijken nu uit op hun zijkant en in de telescoop zien we nauwelijks meer als en ragfijn streepje...

 zo zag Saturnus er uit op 28 december, we kijken stilaan recht op de zijkant van de ringen - die er dan ook flinterdun uitzien. Foto: Philippe Mollet - Mira

 

 

Jupiter is na Venus de allerhelderste planeet, en is ook deze maand nog quasi de ganse winternacht door te zien! En dat is in het geval van Jupiter extra goed nieuws: de planeet draait immers rond haar as op minder dan 10 uur – dus een telescoopwaarnemer kan dezer dagen op één nacht tijd gans het oppervlak van de planeet waarnemen!

En ook Mars is deze maand op zijn best: op 16 januari is de rode planeet “in oppositie”: staat dan diametraal tegenover de Zon aan de hemel, en is dus ook heel de nacht door te zien. Het is ditmaal wel niet zo’n héél gunstige nadering: Mars staat dan nog steeds 96 miljoen kilometer van de Aarde (bij de oppositie in 2018 was dat bvb. minder als 58 miljoen kilometer!).

Het Marsschijfje is dan 14,5 boogseconden groot, ofte 120x kleiner als de maan! Toch zullen er met een goede telescopen al héél wat details te zien zijn -zelfs al zijn de poolkappen nu niet echt prominent (de planeet staat nauwelijks gekanteld t.o.v. de Aarde zodat we geen uitzicht hebben op één van beide polen).

En probeer deze maand zeker ook eens Uranus op te zoeken, de verre planeet staat dezer dagen in de buurt van de Plejaden – wellicht de bekendste open sterrenhoop aan de hemel. Met het blote oog zal het voor de meesten té zwak zijn, maar een kleine verrekijker volstaat ruimschoots!

Figuur 2 Het pad van Uranus in 2025 (per 7 dagen), in de buurt van de Plejaden

 

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

En deze maand zijn daar twee uitschieters bij: op de avond van 3 januari staat de Maan vlak bij de superheldere Venus, maar de avond erop bedekt ze zowaar Saturnus

Maar ook de samenstand met Mars op de ochtend van 14 januari is behoorlijk “close” (ze naderen elkaar tot minder dan een halve maan-diameter!).

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

3/01/2025

Venus

A

 

4/01/2025

Saturnus (bedekking!

A

 

9/01/2025

Plejaden, M45 (Stier)

A

 

10/01/2025

Jupiter

A

O

13/01/2025

Pollux (Beta Geminorum)

A

O

14/01/2025

Mars

A

O

16/01/2025

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

21/01/2025

Spica (Alfa Virginis)

 

O

25/01/2025

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

1/02/2025

Venus

A

 

Meteoren:

We starten het sterrenkunde-jaar steevast met de Boötiden, de derde van de “drie grote” meteoorzwermen (na de Perseïden midden augustus, en de Geminiden midden december). Dit jaar wordt het maximum verwacht op de ochtend van 3 januari (nacht van donderdag op vrijdag dus), en dat zonder storend maanlicht (enkel ’s avonds een fijn maansikkeltje). Ideale omstandigheden dus om deze eerste zwerm van het jaar waar te nemen!

 

Deepsky in januari:

Aan de winterhemel wemelt het van de open sterrenhopen en de nevels, maar twee exemplaren steken er echt met kop en schouder bovenuit!

 

Overzichtskaartje om de Plejaden en de Orionnevel op te zoeken aan de winterhemel

 

De Plejaden in het sterrenbeeld Stier, ook gekend als “het Zevengesternte” (maar dan verklappen we natuurlijk al veel J) of als M45 (nummer 45 in de gekende cataloog van Charles Messier) is zonder twijfel de bekendste open sterrenhoop aan de hemel. Wie ietwat goede ogen heeft ziet er (onder een transparante en donkere hemel) vlot 6 à 7 sterretjes met het blote oog – en échte arendsogen komen zelfs aan 8 of meer. Maar haal zeker eens uw verrekijker boven: op slag spreken we dan over minstens 20-25 sterren! De Plejaden zijn vooral een héél jonge sterrenhoop: op (lang belichte) foto’s is te zien hoe ze opvallend blauw van kleur zijn (héél hete sterren dus), en nog omringd door de gaswolk waaruit ze ooit ontstonden.

© Philippe Mollet-Mira

 

 

 

Orionnevel: als de Plejaden een jonge sterrenhoop zijn die zich nog niet helemaal ontdaan hebben van hun stofnevel, dan is de Orionnevel zo’n stofnevel die nog maar goed en wel begonnen is met sterren te produceren. M45 (nummer 45 dus in die cataloog van Charles Messier) is héél makkelijk te vinden: de drie “Gordelsterren” in het centrum van het sterrenbeeld Orion zijn één der meest herkenbare figuren aan de hemel. Ga vanaf de meest linkse ster van het rijtje een halve vuist naar beneden en daar staat dan weer zo’n rijtje van 3-4 sterretjes (loodrecht op vorige rij). Maar kijk eens beter (en dan al zeker met de verrekijker); de voorlaatste is geen puntvormig sterretje, maar een kleine vlek: de befaamde Orionnevel.

Wie een kleine telescoop heeft zal centraal in die enorme wirwar van nevel een opvallend vierhoekje van sterren zien: de zogenaamde Trapeziumsterren zijn enkele der jongste sterren aan de hemel. De Orionnevel kan men dan ook beschouwen als één grote kraamkliniek.

 

© Philippe Mollet-Mira

 

 

 

 

De sterrenhemel in december 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 27 oktober), twee uur voor onze Zomertijd (vanaf 30 maart 2025),…

De sterrenhemel in december 2024

 

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 1 december, 6h21m UT

Eerste Kwartier:              8 december, 15h26m UT

Volle Maan:                     15 december, 9h02m UT

Laatste Kwartier:             22 december, 22h18m UT

 

Zon (lokale tijd):

DatumZons-opkomstZons-ondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
1/12/20248:2316:396:1718:457:3817:24
8/12/20248:3216:366:2418:447:4617:22
15/11/20248:3816:366:3018:457:5217:22
22/12/20248:4316:396:3418:487:5717:25
29/12/20248:4416:446:3618:527:5917:30

 Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

December: de kortste dagen van het jaar – maar dus voor ons vooral de langste nachten van het jaar! Om 17h ’s avonds kunnen we al beginnen waarnemen (en dan zeker de heldere planeten), maar ook om 8h ’s morgens lukt dat nog!

 

Planeten:

We schreven het al in november, maar dit geldt des te meer voor deze decembermaand; dé topmaand voor planeetwaarnemers: ’s avonds domineert Venus werkelijk de westelijke hemel, ringenplaneet Saturnus kan nog tot iets voor middernacht waargenomen worden, Jupiter domineert ganse nacht de hemel, en iets later op de avond wordt ook de rode Mars steeds beter zichtbaar!

De uiterst heldere Venus is sinds eind oktober terug te zien aan de avondhemel, en staat deze maand al weer véél verder van de Zon! Begin december gaat ze al 3 uur na de Zon onder, maar tegen begin januari is dat al toegenomen tot 4h! En gezien de planeet zo extreem helder is En gezien de planeet zo extreem helder is, kan u ze écht niet missen!

Figuur 1 Venus is nu elke avond te zien, en is zo helder dat ze ook al in de schemering makkelijk zichtbaar is
Figuur 1 Venus is nu elke avond te zien, en is zo helder dat ze ook al in de schemering makkelijk zichtbaar is

 

Saturnus hebben we nu sinds de zomer elke heldere avond kunnen waarnemen, stilaan loopt het zichtbaarheidsseizoen ervan ten einde (tegen eind februari verdwijnt de ringenplaneet stilaan in de gloed van de ondergaande Zon). Deze maand kunnen we ze nog perfect de ganse avond waarnemen: begin deze maand gaat ze nog een eind na middernacht onder, begin januari is dat al opgeschoven tot 22h30m!

Figuur 2 Zo zag Saturnus er eind november uit (opame Philippe Mollet- MIra)
Figuur 2 Zo zag Saturnus er eind november uit (opame Philippe Mollet- MIra)

 

Helaas –voor telescoopgebruikers althans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: in het voorjaar 2025 (dus wanneer we de planeet ’s avonds nèt niet meer zullen zien) zouden we die ringen zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en zouden we nog met moeite een flinterdun lijntje zien!

Maar deze maand is het vooral de reuzenplaneet Jupiter die de show steelt! Jupiter staat in oppositie met de Zon op 7 december: de planeet is dan de ganse nacht door te zien (staat dan diametraal tegenover de Zon aan de hemel). Het is –na Venus- het allerhelderste “puntje” aan de hemel, maar dan wel hoog aan de hemel en gans de nacht door!

Figuur 3 Jupiter op de ochtend van 29 november, mèt heel mooie de Rode Vlek (rechtsonder). Foto: Philippe Mollet-Mira
Figuur 3 Jupiter op de ochtend van 29 november, mèt heel mooi de Rode Vlek (rechtsonder). Foto: Philippe Mollet-Mira

 

Mars nadert beetje bij beetje zijn beste zichtbaarheidsperiode (in oppositie op 16 januari 2025): we zien de planeet dus steeds vroeger opkomen, steeds helderder worden én ook vroeger op de avond opkomen.

Begin december komt de planeet om 20h30m op (haalt dan magnitude -0,5), maar eind december is dat al vervroegd tot iets na 18h (en haalt dan al magnitude -1,2!). Daarmee hoort Mars tot de allerhelderste objecten aan de hemel (na Venus, Jupiter en -later op de avond- de ster Sirius). En bovendien is er natuurlijk zijn opvallende oranjegele kleur.

Door de telescoop valt Mars -zeker voor beginnende waarnemers- altijd wel wat tegen: een teleurstellend klein bolletje, dat al wat ervaring (en een iets grotere telescoop) vereist om details op te zien. Begin december meet het planeetschijfje een kleine 12 boogseconden, tegen begin januari is dat weer een beetje toegenomen tot 14,29” (nog steeds zo’n 125 keer kleiner dan de schijf van de Maan!).

Figuur 4 Mars toont ook deze maand nog maar een klein bolletje door de telescoop, maar zeker een geoefend oog zal toch al enkele details op het oppervlak kunnen onderscheiden. Foto Philippe Mollet-Mira op 28 november
Figuur 4 Mars toont ook deze maand nog maar een klein bolletje door de telescoop, maar zeker een geoefend oog zal toch al enkele details op het oppervlak kunnen onderscheiden. Foto Philippe Mollet-Mira op 28 november

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Kijk vooral op 13 december: dan staat de (quasi Volle) Maan vlak naast de Plejaden, de allermooiste sterrenhoop aan de hemel. Zeker vroeg op de avond is de samenstand héél nauw

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

04/12/2024

Venus

A

 

8/12/2024

Saturnus

A

 

13/12/2024

Plejaden (Zevengesternte)

A

O

14/12/2024

Jupiter

A

O

16-17/12/2024

Pollux (Beta Geminorum)

 

O

17/12/2024

Mars

 

O

19/12/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

25/12/2024

Spica (Alfa Virginis)

 

O

28/12/2024

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

Figuur 5 De héél nauwe samenstand tussen de Maan en het Zevengesternte (M45), op de avond van 13 december
Figuur 5 De héél nauwe samenstand tussen de Maan en het Zevengesternte (M45), op de avond van 13 december

 

Meteoren:

Iedereen kent de jaarlijkse meteoorzwerm de Perseïden in de zomer (maximum activiteit omstreeks 12-13 augustus), maar kenners verkiezen vaak de Geminiden in december. Het gemiddelde aantal meteoren ligt ongeveer gelijk, maar ze bewegen ietsje trager dan hun zomerse tegenhangers. Maar u zal zich wel véél warmer moeten aankleden bij het waarnemen!

Dit jaar verwacht men de hoogste activiteit tijdens de nacht van 13 op 14 december – helaas is het dan quasi volle Maan! De Volle Maan is niet alleen de helderste maanfase, maar natuurlijk ook nog eens gans de nacht door te zien – dus géén ontsnappen aan! Resultaat: enkel de allerhelderste exemplaren zullen zichtbaar zijn, de andere verdwijnen door het schijnsel van de felle Maan…

Figuur 6 De Geminiden tijdens een beter jaar (zonder storend maanlicht). Men ziet duidelijk dat alle meteoorstreepjes terugwijzen naar hetzelfde deel aan de hemel: de Radiant (in dit geval in het sterrenbeeld Gemini - vandaar de naam)
Figuur 6 De Geminiden tijdens een beter jaar (zonder storend maanlicht). Men ziet duidelijk dat alle meteoorstreepjes terugwijzen naar hetzelfde deel aan de hemel: de Radiant (in dit geval in het sterrenbeeld Gemini - vandaar de naam)

 

Deepsky in december:

In deze aflevering bekijken we enkele fraaie open sterrenhopen – waarbij er ééntje zowaar “twee voor de prijs van één” biedt ?.

We starten bij M35 in de Tweelingen. Het is een van de makkelijkst waar te nemen open sterrenhopen aan de noordelijke hemel, staande in een uithoek van de Tweelingen. Start daarom vanaf de ster μ Gemini (Tejat Posterior). Van hieruit vertrek je bij voorkeur (met de verrekijker of de zoeker van de telescoop) naar de sterren η (Praepes) en 1 Gem (Propus). M35 staat dan in de rechte hoek van een driehoek die hij vormt met deze laatste twee sterren.

Zeker met de verrekijker is hij makkelijk te vinden, zelfs op niet al te donkere plaatsen: we zien dan een klein vaag vlekje. Wie uitmuntende ogen heeft, kan hem zelfs met het blote oog nipt ontwaren. De cluster bevat ongeveer 300 afzonderlijke sterren, waarvan de helderste van magnitude 8 is. Een kleine telescoop (6 cm diameter) is dus al voldoende om de eerste afzonderlijke sterren te zien.

Zoekkaart voor M35
Figuur 7 M35 is makkelijkst te vinden via het rijtje sterren aan één van de "voeten" van de Tweelingen

 

Hij verliest trouwens veel van zijn charme in grotere telescopen, omdat hij gewoon té groot is om dan nog vlot in beeld te passen. De schijnbare diameter van M35 bedraagt immers 28 boogminuten, dus nagenoeg even groot als de Maan. Bovendien zijn de sterren redelijk uniform verdeeld, zonder echt opvallende centrale verheldering. Aangezien M35 vlak bij de ecliptica ligt, gebeurt het weleens dat de Maan of een planeet doorheen deze cluster trekt.

Vlakbij M35 (midden) staat ook de véél zwakkere maar meer geconcentreerde open sterrenhoop NGC 2158 (rechts).
Figuur 8 Vlakbij M35 (midden) staat ook de véél zwakkere maar meer geconcentreerde open sterrenhoop NGC 2158 (rechts).

 

H & Chi Persei – bijgenaamd “de dubbele cluster in Perseus” – is een uniek geval: twee heldere maar vooral ook redelijk “gelijkwaardige” sterrenhopen dicht genoeg bij elkaar om met de meeste telescopen nog in één beeld te passen. U kan ze in een cataloog ook terugvinden onder de aanduidingen NGC 869 en NGC 884.

 

Figuur 7 De dubbele sterrenhoop in Perseus, mooi te zien in deze opname met een 70mm ED-lenzenkijkertje. Foto Philippe Mollet-Mira
Figuur 9 De dubbele sterrenhoop in Perseus, mooi te zien in deze opname met een 70mm ED-lenzenkijkertje. Foto Philippe Mollet-Mira

 

Al in de oudheid had men door dat daar “iets” stond: vandaar dat één van beide al in de bekende Uranometria-atlas van Bayer (1603, dus voor de uitvinding van de telescoop) genoteerd stond als “Chi Persei” (Griekse letter, dus als ware het een ster).

We vinden ze halverwege tussen Cassiopeia en de kop van Perseus, eenvoudig te vinden dus en makkelijk te zien! Zelfs met het blote oog is op een redelijk donkere plaats al duidelijk te zien dat hier ‘iets’ staat. Met een gewone verrekijker zie je dat het om twee duidelijk gescheiden objecten gaat, waarin toch al enkele afzonderlijke sterretjes te zien zijn. Het mooiste beeld krijg je met een grote verrekijker bij iets ruimere vergroting (genre 15x80 of 20x80), of beter nog met een telescoop bij lage vergroting.

Dan zie je in een redelijk druk bezaaid beeldveld (we zitten namelijk nog steeds in de Melkweg) twee héél rijke sterrenhopen, waarvan er één opvallend veel oranje-rode sterren bevat. Dat is de linkse van de twee: NGC 884, beter bekend als chi (χ) Persei.

NGC 869 (ook h Persei genaamd) is minder kleurrijk, maar bevat dan weer meer sterren. Alles samen zou deze zo’n 300 sterren bevatten, waarvan er toch al makkelijk tussen de 50 en 100 geteld kunnen worden met een 114mm-Newton. Beide clusters zouden echter niets met elkaar gemeen hebben, maar puur toevallig in dezelfde richting staan.

onderste van de linkse "V"..
Figuur 10 Hoewel het de "Dubbele cluster in Perseus" betreft: zullen de meeste waarnemers er toch de voorkeur aan geven om hem op te zoeken van het sterrenbeeld Cassiopeia! Verleng 2x de afstand tussen de middelste ster (Gamma) en de onderste van de linkse "V"...

 

 

 

De sterrenhemel in november 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 27 oktober), twee uur voor onze Zomertijd (vanaf 30 maart 2025),…

De sterrenhemel in november 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 1 november, 18h49m UT

Eerste Kwartier:              9 november, 5h55m UT

Volle Maan:                     15 november, 21h29m UT

Laatste Kwartier:             23 november, 01h28m UT

 

Zon (lokale tijd):

DatumZons-opkomstZons-ondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
1/11/20247:3517:165:3719:136:5417:56
8/11/20247:4717:045:4819:037:0517:46
15/11/20247:5816:545:5718:567:1617:37
22/11/20248:1016:466:0618:507:2617:30
29/11/20248:2016:406:1518:467:3617:25

 Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

November: nu we net overgestapt zijn op het winteruur wordt het nog extra vroeg donker; en ook ’s ochtends kunnen we lekker lang blijven waarnemen. De kou en de vaak vochtige lucht moeten we er helaas bijnemen dan…

 

Planeten:

November wordt één topmaand voor planeetwaarnemers: ’s avonds domineert Venus de westelijke hemel, ringenplaneet Saturnus prijkt nu bijna gans de nacht aan de hemel (met uitzondering van de ochtenduurtjes), Jupiter domineert dan weer vanaf het tweede deel van de avond en de rest van de nacht, en ook de rode Mars komt stilaan op dreef!

Venus zagen we begin dit jaar aan de ochtendhemel, maar verdween dan vele maanden in de gloed van de Zon. Sinds eind oktober begint de heldere planeet echter stilaan terug zichtbaar te worden, eerst nog vroeg in de avondschemering maar week na week later op de avond. Begin november gaat ze 1h35m na de Zon onder (en zal je dus nog een redelijk vrij uitzicht op het westen nodig hebben), eind november is dat al quasi 2h later. De planeet is zo helder, dat velen ze zullen verwarren met een aanstormend vliegtuig!

Saturnus is in vergelijking met Venus véél minder opvallend – maar is wel gans de avond en het grootste deel van de nacht te zien (ze gaat onder omstreeks 1-2 uur). Ze hoort tot de pakweg 5 helderste “sterren” aan de hemel, dus met bovenstaande sterrenkaart is ze héél makkelijk terug te vinden.

Helaas –voor telescoopgebruikers althans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!

Voor Jupiter begint het zichtbaarheidsseizoen eigenlijk pas! Begin van de maand komt de reuzenplaneet iets na 19h op (in het oosten uiteraard), tegen het eind van de maand staat hij al duidelijk te pronken zodra de schemering intreedt. Het is –na Venus- het allerhelderste “puntje” aan de hemel.

Jupiter op 2024-11-04, Foto Philippe Mollet
Jupiter op 4 november dit jaar, mèt de Rode Vlek en de schaduw van het maantje Io op de planeet (Io zelf is links in beeld te zien) Foto: Philippe Mollet, Mira (nabewerking Roland Oeyen)

 

Mars volgt dan enkele uurtjes later (vanaf 22h begin november, vanaf 20h30m eind november). De rode planeet zal pas begin 2025 op zijn best zijn, maar begint nu toch al duidelijk aan helderheid te winnen en is –mede door zijn opvallende oranjegele kleur- één der opvallendste objecten aan de hemel.

Door de telescoop blijft het voorlopig nog een teleurstellend klein bolletje, maar “groeit” deze maand toch al van nauwelijks 9,2 boogseconden tot 11,7 boogseconden (nog steeds zo’n 150 keer kleiner dan de schijf van de Maan!).

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Datum            Object

Avond?  

Ochtend?

04/11/2024Venus

A

 
10/11/2024Saturnus

A

 
15-16/11/2024Plejaden (Zevengesternte)

A

 
17/11/2024Jupiter 

A-O

19/11/2024Pollux (Beta Geminorum) 

O

20/11/2024Mars

 

O

22/11/2024Regulus (Alfa Leonis)

 

O

27/11/2024Spica (Alfa Virginis)

 

O

 

Deepsky in november:

Sommige waarnemers zien de herfst vooral als een overgangsseizoen tussen de zomer (de vele objecten in de Melkweg!) en de winter (Orion, de Plejaden,…). Maar dat doet eigenlijk afbreuk aan de vele fraaie objecten die we in de herfst kunnen waarnemen.

En dan kijken we vooral uit naar de omgeving van –het langwerpige- sterrenbeeld Andromeda, in wiens omgeving we de twee fraaiste melkwegstelsels van onze noordelijke sterrenhemel aantreffen.

De absolute topper is natuurlijk de bekende Andromedanevel (M31)! Maar tegelijk is het voor veel beginnende telescoopgebruikers vaak een afknapper: op een donkere locatie kan je het stelsel al makkelijk met het blote oog zien, met een verrekijker zie de het als een duidelijk langwerpige vlek, en dan verwacht je –naar analogie met de vele fraaie foto’s ervan- om er met de telescoop een gedetailleerd beeld van te krijgen.

Helaas zal je onder de doorsnee sterrenhemel nog steeds een ongestructureerde langwerpige vlek zien, op het eerste zicht identiek als wat je zag met de véél kleinere verrekijker: helder in het centrum, zwakker worden naar buiten toe. Pas onder een goede donkere sterrenhemel én een middelgrote telescoop (15-20cm diameter) begint het weet boeiend te worden: dan zien we ook de donkere spiraalarmen van het stelsel!

Andromedanevel (M31), foto Philippe Mollet
De Andromedanevel laat zich héél goed fotograferen, zelfs met bescheiden instrumenten (hier met een kleine 80mm ED-refractor), maar om visueel ook deze donkere stofbanden te zien is vooral een donkere hemelachtergrond nodig (foto Philippe Mollet-Mira)

 

De Andromedanevel vind je het makkelijkst startend van β And - de middelste van een lange rij van 5 heldere sterren: a in Perseus, g, β en a in Andromeda, en β in Pegasus. Beweeg dan de zoeker loodrecht naar boven richting μ And en zo verder naar ν And. Dan zou de nevel al in het beeld van de zoeker moeten staan. Maar véél waarnemers gebruiken ook een andere “sluipweg” bij het starhoppen: gebruik de rechterhelft van Cassiopeia: die drie sterren vormen een “punt” die recht naar M31 wijst.

De Andromedanevel is het dichtstbij gelegen spiraalstelsel: op een afstand van zo’n 2,5 miljoen lichtjaar. Samen met onze Melkweg en nog eens 28 andere stelsels vormt ze de ‘Lokale Groep’ en samen vliegen ze door het heelal.

En onder het motto “meer waar voor je geld”: bekijk ook zeker de twee begeleidende stelseltjes van M31! Eerst en vooral is er M32: een klein elliptisch stelseltje dat je met een kleine telescoop al kan zien als een “dikke ster” vlakbij het hoofdstelsel (op bijgaande foto zie je dat het zelfs vóór de zwakkere buitengebieden van M31 ligt). Met een verrekijker zal het niet lukken wegens té dicht bij M31 en té klein (zelfs als je hem ziet zie je geen verschil met een sterretje).

Maar dan is er vooral M110 (het laatste nummer in de fameuze Messier-cataloog): deze ligt op een halve graad rechtsboven van grote broer M31. Onder een donkere hemel is die zelfs met een gewone verrekijker al te zien.

Twee pistes om de Andromedanevel op te zoeken aan de hemel
Twee populaire pistes om de Andromedanevel op te zoeken aan de hemel

 

M33 of de Driehoeknevel staat natuurlijk in het vlakbij gelegen sterrenbeeld Driehoek (Triangulum) - is in vele opties perfect vergelijkbaar met M31. En toch is ie een pak moeilijker te zien!

De afstand bedraagt immers 2,7 miljoen kilometer (versus 2,5 miljoen voor de Andromedanevel), maar het aantal sterren wordt geschat op 40 miljard (versus 1.000 miljard voor de Andromedanevel). Beide zijn spiraalmelkwegstelsels, maar M33 bekijken we duidelijk meer van bovenaf (“face-on” in vaktermen) waardoor het uitzicht er véél minder geconcentreerd uitziet.

Het resultaat van dit alles: op een donkere locatie (zoals de Ardennen) is dit stelsel redelijk makkelijk zichtbaar met een gewone verrekijker (genre 50mm) of zelfs met het blote oog! Dan zie je daar een grote en duidelijk elliptische lichtvlek, zonder uitgesproken centrale verheldering.

Maar tegelijk is het quasi onmogelijk om zien vanop Mira, zelfs met de allergrootste toestellen: je kijkt er dan letterlijk dwars door, het contrast met de heldere achtergrond is dan immers té klein!

Ook deze M33 laat zich al makkelijk fotograferen met kleine instrumenten
Ook deze M33 laat zich al makkelijk fotograferen met kleine instrumenten, in dit geval een 70mm ED-lenzenkijker (foto Philippe Mollet)

 

Om M33 op te zoeken zijn er klassiek twee mogelijke pistes (zie zoekkaartje hierbij):

  • ofwel vertrekkende vanaf de ster op de smalle punt van het sterrenbeeld Driehoek: M33 staat dan op minder dan 5° rechtsboven ervan (dus minder dan het beeldveld van een verrekijker, of de zoeker van je telescoop
  • ofwel vertrek je zoals voor de Andromedanevel vanaf de ster Mirach (β Andromeda), maar beweeg dan naar beneden i.p.v. naar boven
Ook 2 mogelijke pistes om M33 te vinden met telescoop of verrekijker
Ook 2 mogelijke pistes om M33 te vinden met telescoop of verrekijker

 

 

 

De sterrenhemel in oktober 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in oktober 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 02 oktober, 18h49m UT

Eerste Kwartier:              10 oktober, 18h55m UT

Volle Maan:                     17 oktober, 11h26m UT

Laatste Kwartier:             24 oktober, 08h03m UT

 

Zon (lokale tijd):

DatumZons-opkomstZons-ondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
1/10/20247:4319:195:4821:147:0519:57
8/10/20247:5419:046:0020:587:1619:42
15/10/20248:0618:496:1120:437:2719:27
22/10/20248:1718:356:2220:307:3819:14
29/10/20247:2917:215:3319:186:4918:01

 Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Oktober: de overgang naar de lange nachten – én eind van de maand de overstap van zomeruur (enfin: eigenlijk moeten we zeggen “dubbel zomeruur” bij ons!) naar winteruur. Dus tot grote vreugde van alle sterrenkijkers wordt het dan al weer een uurtje vroeger donker, en dat in een periode waar de Zon dag na dag vroeger onder gaat… Lange sterrennachten zijn ons deel vanaf nu :-).

 

Planeten:

Oktober wordt één topmaand voor planeetwaarnemers: ringenplaneet Saturnus prijkt nu bijna gans de nacht aan de hemel (met uitzondering van de ochtenduurtjes), Jupiter domineert dan weer vanaf het tweede deel van de avond en de rest van de nacht, en ook de rode Mars komt stilaan op dreef!

Van zodra het donker wordt kunnen we Saturnus opsporen aan de zuidoostelijke hemel – in de loop van de nacht schuift ze dan verder naar het zuiden om naar de ochtend toe onder te gaan in het zuidwesten. Het is zeker niet het helderste object aan de hemel, maar in dat deel van de hemel staan verder nauwelijks heldere sterren dus eigenlijk kan je écht niet missen! Helaas –voor telescoopgebruikers atlhans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Saturnus op 23 september, foto Luc Debeck
Zo zag Saturnus er uit op 23 september - opname Luc Debeck. Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.

 

Ietsje later op de avond komt ook de héél heldere Jupiter op: omstreeks 22h15m (zomertijd) begin oktober, maar tegen eind deze maand pronkt de reuzenplaneet al tegen 19h10m (wintertijd tegen dan) aan de hemel. Hier is echt géén verwarring mogelijk: nu Venus niet te zien is, is Jupiter de allerhelderste “ster” aan de hemel!

Mars volgt dan enkele uurtjes later (vanaf middernacht begin oktober, vanaf 22h uur eind oktober). De rode planeet zal pas begin 2025 op zijn best zijn, maar begint nu toch al duidelijk aan helderheid te winnen en is –mede door zijn opvallende oranjegele kleur- één der opvallendste objecten aan de hemel.

Door de telescoop blijft het voorlopig nog een teleurstellend klein bolletje, maar “groeit” deze maand toch al van nauwelijks 7,5 boogseconden tot 9,2 boogseconden (nog steeds zo’n 200 keer kleiner dan de schijf van de Maan!).

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

          Datum                               Object                         Avond?      Ochtend?     
07/10/2024Antares (Alfa Scorpii)A 
14/10/2024SaturnusA 
19/10/2024Plejaden (Zevengesternte)A 
21/10/2024Jupiter O
23-24/10/2024Pollux (Beta Geminorum) O
24/10/2024Mars O
26/10/2024Regulus (Alfa Leonis) O

 

Komeet Tsuchinshan-ATLAS

Top… of flop? Met kometen weet je het nooit! Al enkele dagen na hun ontdekking weten we perfect waar en wanneer ze zichtbaar zullen zijn, maar hun helderheid en uitzicht daarentegen blijft vaak nog deels onvoorspelbaar!

Dit najaar kijken we nu uit naar komeet Tsuchinshan-ATLAS - of voluit  C/2023 A3 (Tsuchinshan-ATLAS). Ontdekt op 9 januari 2023, gelijktijdig door de Chinese Tsuchinshan sterrenwacht en het Zuidafrikaanse ATLAS-instrument. Al gauw werd duidelijk dat hij in het najaar 2024 wel eens een spectaculair zicht zou kunnen worden aan onze hemel…

De komeet zou op zijn helderst zijn omstreeks 10 oktober. Helaas staat hij dan nog héél laag boven de westelijke avondhemel, en verdrinkt dan nog grotendeels in de avondschemering. Avond na avond klimt hij hoger boven onze horizon – maar neemt helaas ook zijn helderheid gestaag af. Het beste compromis zal wellicht omstreeks het weekend van 19-20 oktober zijn…

Komeet Tsuchinshan-ATLAS
Komeet Tsuchinshan-ATLAS in de tweede helft van oktober

 

Deepsky in oktober:

In de zomermaanden bekeken en bespraken we vooral veel hemelobjecten in de Melkweg, want dat is nu eenmaal het “drukste” stuk van de hemel.

Maar ook buiten die topbestemming aan de hemel zijn er nog tal van pittoreske locaties te bezoeken. En in deze periode van het jaar wemelt het van de bolhopen (“bolvormige sterrenhopen”).

De bekendste is uiteraard M13 in het sterrenbeeld Hercules. Dat laatste ziet er een beetje uit als een “kasseisteen” met uitsteeksels aan elke hoek van de steen. Onze bolvormige sterrenhoop is relatief gemakkelijk te vinden: neem de rechterzijde van de “kassei”, deel die op in drie gelijke delen, en mik (met de verrekijker of zoeker van de telescoop) naar het einde van het bovenste deel. Daar zie je dan een klein wazig vlekje: onder donkere hemels al nipt met het blote oog te zien. Met de verrekijker of de zoeker blijkt dat een opvallend driehoekje te zijn, waarvan de stompe punt wazig blijft: dat is onze bolhoop!

 

Zoekkaartje M13 in Hercules
Zoekkaartje M13 in Hercules

Met een kleine telescoop (en lage vergroting) of een goede verrekijker is al te zien dat dit vlekje een duidelijke centrale verheldering vertoont, zonder echter al afzonderlijke sterretjes te zien. Voor dat laatste is een hogere vergro­ting vereist: vanaf pakweg 120-150 x lost zeker de rand van de bolhoop helemaal op in afzonderlijke puntjes.

Met nog grotere instrumenten (vanaf 200-250 mm diameter) begint de cluster ook heel wat structuur te vertonen: ervaren waarnemers hebben het dan over de ’spinnenpoten’ van M13: donkere ’lanen’ die doorheen de bolhoop lopen.

Als je een iets hogere vergroting neemt (200-250 x), zal ook het centrum van de bolhoop zich helemaal laten oplossen in afzonderlijke sterretjes.

M13 zou naar verluidt zo’n half miljoen sterren bevatten. Indrukwekkend!

 

M13 in een C9.25-telescoop
M13 in een C9.25-telescoop

 

Iets moeilijker te vinden en ook een tikkeltje zwakker, zijn het duo M2 en M15. Ze liggen weliswaar in twee verschillende sterrenbeelden (respectievelijk Waterman en Pegasus), maar omdat ze slechts 13° uit elkaar staan zullen de meeste waarnemers ze in één waarnemingssessie meepikken.

 

Zoekkaart M2-M15
Zoekkaart M2-M15

 

M15, op de grens tussen Equuleus (het Veulen) en Pegasus, is een van de mooiste én helderste bolhopen op het noordelijk halfrond, die zeker niet moet onderdoen voor M13. Moeilijk te vinden is hij ook al niet: hij staat immers op nauwelijks vier graden van de heldere ster Enif (ε Pegasi, magnitude 2.4). Met een klassieke 7x50-verrekijker start je bijvoorbeeld vanaf de ster θ Pegasi. Beweeg de verrekijker dan naar Enif (ongeveer één beeldveld ervan verwijderd) en verleng die bewegingsrichting dan nog eens 3/4 beeldveld verder: daar staat M15.

 

In de verrekijker onderscheidt M15 zich al duidelijk van een ster, doordat het object er nogal ‘wollig’ uitziet. In een kleine telescoop is al duidelijk te zien dat het een bolhoop betreft, en valt ook op dat de cluster ietwat elliptisch van vorm is. Maar M15 is wel tamelijk geconcentreerd van aard, zodat al minstens een 150 mm-spiegel of een 100 mm-lenzen­kijker nodig is om aan de rand al enkele sterren afzonderlijk te kunnen zien.

 

M15 toont een opvallend geconcentreerde binnenkern, zodat er al een grotere telescoop nodig is om deze bolhoop tot in zijn centrum op te lossen in afzonderlijke sterretjes
M15 toont een opvallend geconcentreerde binnenkern, zodat er al een grotere telescoop nodig is om deze bolhoop tot in zijn centrum op te lossen in afzonderlijke sterretjes

 

M2 is iets moeilijker te vinden als M15, maar ook dat is geen onmogelijke opgave. Maak in gedachten een recht­hoekige driehoek vanuit de helderste sterren α en β Aqr (met de exotisch klinkende namen Sadalmelik en Sadalsuud), dan staat M2 in de rechte hoek. Hij is trouwens helder genoeg om ook in de verrekijker (en ook in de zoeker van de telescoop) al zichtbaar te zijn, maar dan als een heel klein vlekje.

Vergeleken met M15 is M2 wel duidelijk minder gecon­centreerd, zodat ook in een klassieke 114mm-Newton al enkele afzonderlijke sterren onderscheiden kunnen worden aan de rand. Maar er is toch een behoorlijke ver­groting noodzakelijk om de rest van de bolhoop echt op te lossen in afzonderlijke sterretjes (minstens 150-200 keer).

 

M2 heeft een beduidend minder geconcentreerde kern als zijn “buurman” M15
M2 heeft een beduidend minder geconcentreerde kern als zijn “buurman” M15

 

 

De sterrenhemel in september 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in september 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 03 september, 1h55m UT

Eerste Kwartier:              11 september, 06h06m UT

Volle Maan:                     18 september, 02h35m UT

Laatste Kwartier:             24 september, 18h50m UT

 

Zon (lokale tijd):

DatumZons-opkomstZons-ondergangBegin astronomische schemeringEinde astronomische schemeringBegin burgerlijke schemeringEinde burgerlijke schemering
1/10/20246:5620:264:4922:346:1721:06
8/10/20247:0720:115:0422:146:2820:50
15/10/20247:1819:555:1921:546:4020:33
22/10/20247:2919:395:3221:366:5120:17
29/10/20247:4019:245:4421:197:0220:02

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

September: de korte zomernachten zijn eindelijk achter de rug, we kunnen al weer iets vroeger beginnen waarnemen. Maar tegelijk zijn de nachttemperaturen nog best  aangenaam, dus we hoeven ons bij het waarnemen nog niet té dik in te duffelen… 

 

Planeten:

In september moeten we al weer iets minder laat op de avond/nacht wachten om de drie aanwezige planeten te zien.

Ringenplaneet Saturnus komt begin september al op tegen het eind van de schemering, maar pas tegen 22-23h staat ze hoog genoeg aan de hemel om écht scherpe beelden te krijgen door de telescoop. Maar tegen het eind van de maand is dat al weer 2 uurtjes opgeschoven, en prijkt Saturnus de ganse avond en het grootste deel van de nacht comfortabel hoog aan de hemel.

Helaas –voor telescoopgebruikers althans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

 

Saturnus 12 augustus (opname Luc Debeck). Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.
Saturnus 12 augustus (opname Luc Debeck). Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.

Voor grote broer Jupiter dienen we nog iets later op de avond te wachten: begin september komt ie nog maar kort na middernacht op, eind van de maand is dat al om 22h15m. Maar sowieso bekijkt u de reuzenplaneet best het tweede deel van de nacht, wanneer ze letterlijk de hemel domineert: héél helder en hoog aan de hemel.

Ook in deze periode staat Jupiter trouwens héél “fotogeniek” te wezen: in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden in de buurt, en ook de oranje staat er niet té ver vandaan…

Die laatste stond tot midden augustus trouwens nog rechts van Jupiter, maar toen speelden ze “haasje-over” en sindsdien duikt Mars pas na Jupiter boven de horizon op. Door de telescoop gezien blijft de planeet nog wel een teleurstellend klein bolletje: eind van de maand nog steeds maar 7,5 boogseconden groot. Pas eind dit jaar en vooral begin 2025 zal ie op zijn best zijn…

 

Jupiter staat dezer dagen in héél fotogeniek gezelschap: midden in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden aan de éne kant, en de heldere oranje planeet Mars aan de andere kant
Jupiter staat dezer dagen in héél fotogeniek gezelschap: midden in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden aan de éne kant, en de heldere oranje planeet Mars aan de andere kant

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren, planeten of sterrenhopen. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand tussen Maan en Spica op 6 september is een héél nauwe (minder dan een halve graad uit elkaar), maar helaas enkel vroeg in de avondschemering te zien.

          Datum                               Object                         Avond?  

  Ochtend?     

02/09/2024

Regulus (Alfa Leonis) 

O

06/09/2024

Spica (Alfa Virginis)

A

 

10/09/2024

Antares (Alfa Scorpii)

A

 

16-17/09/2024

Saturnus

A

O

22/09/2024

Plejaden 

O

24/09/2024

Jupiter

 

O

25/09/2024

Mars

 

O

26/09/2024

Pollux (Beta Gemini)

 

O

27/09/2024

Praeseppe (Kreeft)

 

O

29/09/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

Deepsky in september:

Doet ie het of doet ie het niet?

Voor één keer bespreken we hier een object… zonder de garantie dat u ze ook zal kunnen zien! T Coronae Borealis is een zogenaamde recurrente nova, een ster die nu en dan extreem spectaculair toeneemt in helderheid. In het geval van T Coronae Borealis gebeurde dat nu al twee maal: in 1866 en 1945-46.

En nu – opnieuw bijna 80 jaar later- zijn er inderdaad weer sterke aanwijzingen dat er “iets” op til is, misschien (hopelijk?) zelfs nog deze maand!

Recurrente nova’s zijn wellicht dubbelsterren: een witte dwerg en een rode reus draaien in een héél nauwe baan rond elkaar, waarbij materie van die rode reus in een spiraalbeweging wordt aangezogen naar de witte dwerg. Na verloop van tijd wordt de druk en temperatuur in die “spiraalschijf” zo groot dat er op explosieve wijze kernfusie start: de helderheid van het systeem neemt dan opeens enorm toe, en dat zien we als een “nova” (de eerste waarnemers dachten immers dat er een nieuwe ster aan de hemel verscheen).

Normaal gezien haalt T Coronae Borealis nauwelijks magnitude 10 – er is dus al een kleine telescoop of een fikse verrekijker nodig om ze te kunnen zijn. Maar dan –tijdens de voorbije nova-explosies- werd ze op minder dan een halve dag tijd ongeveer 7-8 magnitudes helderder, da’s een toename van zo maar eventjes 1.000 X ! Daarna wordt ze iets langzamer maar gestaag weer zwakker, dus wellicht kunnen we ze toch enkele dagen met het blote oog zien.

T Coronae Borealis (“T CrB” afgekort) vinden is eigenlijk niet zo héél moeilijk, ongeveer een graad onder de ster Epsilon CrB.

 

Zoekkaart T Corona Borealis met AAVSO-helderheden

Maar doorgaans is de ster natuurlijk zo zwak dat je (met telescoop of grote verrekijker) de detailkaart (onder) zal nodig hebben, maar tijdens de paar dagen dat de uitbarsting duurt zal je al voldoende hebben aan de overzichtskaart (boven). Het sterrenbeeld Noorderkroon (Corona Borealis) is een relatief klein, maar toch wel opvallend sterrenbeeldje. Het heeft de vorm van een “diadeem”, met de ster Gemma (Latijn voor “edelsteen”) als fonkelende blikvanger. Bovendien staat het midden tussen de bekendere sterrenbeelden Voerman (met de héél heldere Arcturus) en de “kasseisteen” van Hercules.

Detailkaart met sterhelderheden

Op beide kaarten (overzicht en detail) is ook bij enkele sterren de helderheid genoteerd (met dank aan de AAVSO – de overkoepelende organisatie van waarnemers van veranderlijke sterren) zodat u omstreeks de uitbarsting zelf de helderheid van T CrB kan inschatten (door te vergeleken met deze “vaste” sterren).