Hemelkalender


De sterrenhemel in november 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar één uur aan toe voor onze Wintertijd (sinds 27 oktober), twee uur voor onze Zomertijd (vanaf 30 maart 2025),…

De sterrenhemel in november 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 1 november, 18h49m UT

Eerste Kwartier:              9 november, 5h55m UT

Volle Maan:                     15 november, 21h29m UT

Laatste Kwartier:             23 november, 01h28m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/11/2024

7:35

17:16

5:37

19:13

6:54

17:56

8/11/2024

7:47

17:04

5:48

19:03

7:05

17:46

15/11/2024

7:58

16:54

5:57

18:56

7:16

17:37

22/11/2024

8:10

16:46

6:06

18:50

7:26

17:30

29/11/2024

8:20

16:40

6:15

18:46

7:36

17:25

 Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

November: nu we net overgestapt zijn op het winteruur wordt het nog extra vroeg donker; en ook ’s ochtends kunnen we lekker lang blijven waarnemen. De kou en de vaak vochtige lucht moeten we er helaas bijnemen dan…

 

Planeten:

November wordt één topmaand voor planeetwaarnemers: ’s avonds domineert Venus de westelijke hemel, ringenplaneet Saturnus prijkt nu bijna gans de nacht aan de hemel (met uitzondering van de ochtenduurtjes), Jupiter domineert dan weer vanaf het tweede deel van de avond en de rest van de nacht, en ook de rode Mars komt stilaan op dreef!

Venus zagen we begin dit jaar aan de ochtendhemel, maar verdween dan vele maanden in de gloed van de Zon. Sinds eind oktober begint de heldere planeet echter stilaan terug zichtbaar te worden, eerst nog vroeg in de avondschemering maar week na week later op de avond. Begin november gaat ze 1h35m na de Zon onder (en zal je dus nog een redelijk vrij uitzicht op het westen nodig hebben), eind november is dat al quasi 2h later. De planeet is zo helder, dat velen ze zullen verwarren met een aanstormend vliegtuig!

Saturnus is in vergelijking met Venus véél minder opvallend – maar is wel gans de avond en het grootste deel van de nacht te zien (ze gaat onder omstreeks 1-2 uur). Ze hoort tot de pakweg 5 helderste “sterren” aan de hemel, dus met bovenstaande sterrenkaart is ze héél makkelijk terug te vinden.

Helaas –voor telescoopgebruikers althans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!

Voor Jupiter begint het zichtbaarheidsseizoen eigenlijk pas! Begin van de maand komt de reuzenplaneet iets na 19h op (in het oosten uiteraard), tegen het eind van de maand staat hij al duidelijk te pronken zodra de schemering intreedt. Het is –na Venus- het allerhelderste “puntje” aan de hemel.

Jupiter op 2024-11-04, Foto Philippe Mollet
Jupiter op 4 november dit jaar, mèt de Rode Vlek en de schaduw van het maantje Io op de planeet (Io zelf is links in beeld te zien) Foto: Philippe Mollet, Mira (nabewerking Roland Oeyen)

 

Mars volgt dan enkele uurtjes later (vanaf 22h begin november, vanaf 20h30m eind november). De rode planeet zal pas begin 2025 op zijn best zijn, maar begint nu toch al duidelijk aan helderheid te winnen en is –mede door zijn opvallende oranjegele kleur- één der opvallendste objecten aan de hemel.

Door de telescoop blijft het voorlopig nog een teleurstellend klein bolletje, maar “groeit” deze maand toch al van nauwelijks 9,2 boogseconden tot 11,7 boogseconden (nog steeds zo’n 150 keer kleiner dan de schijf van de Maan!).

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Datum            

Object

Avond?  

Ochtend?

04/11/2024

Venus

A

 

10/11/2024

Saturnus

A

 

15-16/11/2024

Plejaden (Zevengesternte)

A

 

17/11/2024

Jupiter

 

A-O

19/11/2024

Pollux (Beta Geminorum)

 

O

20/11/2024

Mars

 

O

22/11/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

27/11/2024

Spica (Alfa Virginis)

 

O

 

Deepsky in november:

Sommige waarnemers zien de herfst vooral als een overgangsseizoen tussen de zomer (de vele objecten in de Melkweg!) en de winter (Orion, de Plejaden,…). Maar dat doet eigenlijk afbreuk aan de vele fraaie objecten die we in de herfst kunnen waarnemen.

En dan kijken we vooral uit naar de omgeving van –het langwerpige- sterrenbeeld Andromeda, in wiens omgeving we de twee fraaiste melkwegstelsels van onze noordelijke sterrenhemel aantreffen.

De absolute topper is natuurlijk de bekende Andromedanevel (M31)! Maar tegelijk is het voor veel beginnende telescoopgebruikers vaak een afknapper: op een donkere locatie kan je het stelsel al makkelijk met het blote oog zien, met een verrekijker zie de het als een duidelijk langwerpige vlek, en dan verwacht je –naar analogie met de vele fraaie foto’s ervan- om er met de telescoop een gedetailleerd beeld van te krijgen.

Helaas zal je onder de doorsnee sterrenhemel nog steeds een ongestructureerde langwerpige vlek zien, op het eerste zicht identiek als wat je zag met de véél kleinere verrekijker: helder in het centrum, zwakker worden naar buiten toe. Pas onder een goede donkere sterrenhemel én een middelgrote telescoop (15-20cm diameter) begint het weet boeiend te worden: dan zien we ook de donkere spiraalarmen van het stelsel!

Andromedanevel (M31), foto Philippe Mollet
De Andromedanevel laat zich héél goed fotograferen, zelfs met bescheiden instrumenten (hier met een kleine 80mm ED-refractor), maar om visueel ook deze donkere stofbanden te zien is vooral een donkere hemelachtergrond nodig (foto Philippe Mollet-Mira)

 

De Andromedanevel vind je het makkelijkst startend van β And - de middelste van een lange rij van 5 heldere sterren: a in Perseus, g, β en a in Andromeda, en β in Pegasus. Beweeg dan de zoeker loodrecht naar boven richting μ And en zo verder naar ν And. Dan zou de nevel al in het beeld van de zoeker moeten staan. Maar véél waarnemers gebruiken ook een andere “sluipweg” bij het starhoppen: gebruik de rechterhelft van Cassiopeia: die drie sterren vormen een “punt” die recht naar M31 wijst.

De Andromedanevel is het dichtstbij gelegen spiraalstelsel: op een afstand van zo’n 2,5 miljoen lichtjaar. Samen met onze Melkweg en nog eens 28 andere stelsels vormt ze de ‘Lokale Groep’ en samen vliegen ze door het heelal.

En onder het motto “meer waar voor je geld”: bekijk ook zeker de twee begeleidende stelseltjes van M31! Eerst en vooral is er M32: een klein elliptisch stelseltje dat je met een kleine telescoop al kan zien als een “dikke ster” vlakbij het hoofdstelsel (op bijgaande foto zie je dat het zelfs vóór de zwakkere buitengebieden van M31 ligt). Met een verrekijker zal het niet lukken wegens té dicht bij M31 en té klein (zelfs als je hem ziet zie je geen verschil met een sterretje).

Maar dan is er vooral M110 (het laatste nummer in de fameuze Messier-cataloog): deze ligt op een halve graad rechtsboven van grote broer M31. Onder een donkere hemel is die zelfs met een gewone verrekijker al te zien.

Twee pistes om de Andromedanevel op te zoeken aan de hemel
Twee populaire pistes om de Andromedanevel op te zoeken aan de hemel

 

M33 of de Driehoeknevel staat natuurlijk in het vlakbij gelegen sterrenbeeld Driehoek (Triangulum) - is in vele opties perfect vergelijkbaar met M31. En toch is ie een pak moeilijker te zien!

De afstand bedraagt immers 2,7 miljoen kilometer (versus 2,5 miljoen voor de Andromedanevel), maar het aantal sterren wordt geschat op 40 miljard (versus 1.000 miljard voor de Andromedanevel). Beide zijn spiraalmelkwegstelsels, maar M33 bekijken we duidelijk meer van bovenaf (“face-on” in vaktermen) waardoor het uitzicht er véél minder geconcentreerd uitziet.

Het resultaat van dit alles: op een donkere locatie (zoals de Ardennen) is dit stelsel redelijk makkelijk zichtbaar met een gewone verrekijker (genre 50mm) of zelfs met het blote oog! Dan zie je daar een grote en duidelijk elliptische lichtvlek, zonder uitgesproken centrale verheldering.

Maar tegelijk is het quasi onmogelijk om zien vanop Mira, zelfs met de allergrootste toestellen: je kijkt er dan letterlijk dwars door, het contrast met de heldere achtergrond is dan immers té klein!

Ook deze M33 laat zich al makkelijk fotograferen met kleine instrumenten
Ook deze M33 laat zich al makkelijk fotograferen met kleine instrumenten, in dit geval een 70mm ED-lenzenkijker (foto Philippe Mollet)

 

Om M33 op te zoeken zijn er klassiek twee mogelijke pistes (zie zoekkaartje hierbij):

  • ofwel vertrekkende vanaf de ster op de smalle punt van het sterrenbeeld Driehoek: M33 staat dan op minder dan 5° rechtsboven ervan (dus minder dan het beeldveld van een verrekijker, of de zoeker van je telescoop
  • ofwel vertrek je zoals voor de Andromedanevel vanaf de ster Mirach (β Andromeda), maar beweeg dan naar beneden i.p.v. naar boven

Ook 2 mogelijke pistes om M33 te vinden met telescoop of verrekijker
Ook 2 mogelijke pistes om M33 te vinden met telescoop of verrekijker

 

 

 

De sterrenhemel in oktober 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in oktober 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 02 oktober, 18h49m UT

Eerste Kwartier:              10 oktober, 18h55m UT

Volle Maan:                     17 oktober, 11h26m UT

Laatste Kwartier:             24 oktober, 08h03m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/10/2024

7:43

19:19

5:48

21:14

7:05

19:57

8/10/2024

7:54

19:04

6:00

20:58

7:16

19:42

15/10/2024

8:06

18:49

6:11

20:43

7:27

19:27

22/10/2024

8:17

18:35

6:22

20:30

7:38

19:14

29/10/2024

7:29

17:21

5:33

19:18

6:49

18:01

 Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Oktober: de overgang naar de lange nachten – én eind van de maand de overstap van zomeruur (enfin: eigenlijk moeten we zeggen “dubbel zomeruur” bij ons!) naar winteruur. Dus tot grote vreugde van alle sterrenkijkers wordt het dan al weer een uurtje vroeger donker, en dat in een periode waar de Zon dag na dag vroeger onder gaat… Lange sterrennachten zijn ons deel vanaf nu :-).

 

Planeten:

Oktober wordt één topmaand voor planeetwaarnemers: ringenplaneet Saturnus prijkt nu bijna gans de nacht aan de hemel (met uitzondering van de ochtenduurtjes), Jupiter domineert dan weer vanaf het tweede deel van de avond en de rest van de nacht, en ook de rode Mars komt stilaan op dreef!

Van zodra het donker wordt kunnen we Saturnus opsporen aan de zuidoostelijke hemel – in de loop van de nacht schuift ze dan verder naar het zuiden om naar de ochtend toe onder te gaan in het zuidwesten. Het is zeker niet het helderste object aan de hemel, maar in dat deel van de hemel staan verder nauwelijks heldere sterren dus eigenlijk kan je écht niet missen! Helaas –voor telescoopgebruikers atlhans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Saturnus op 23 september, foto Luc Debeck
Zo zag Saturnus er uit op 23 september - opname Luc Debeck. Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.

 

Ietsje later op de avond komt ook de héél heldere Jupiter op: omstreeks 22h15m (zomertijd) begin oktober, maar tegen eind deze maand pronkt de reuzenplaneet al tegen 19h10m (wintertijd tegen dan) aan de hemel. Hier is echt géén verwarring mogelijk: nu Venus niet te zien is, is Jupiter de allerhelderste “ster” aan de hemel!

Mars volgt dan enkele uurtjes later (vanaf middernacht begin oktober, vanaf 22h uur eind oktober). De rode planeet zal pas begin 2025 op zijn best zijn, maar begint nu toch al duidelijk aan helderheid te winnen en is –mede door zijn opvallende oranjegele kleur- één der opvallendste objecten aan de hemel.

Door de telescoop blijft het voorlopig nog een teleurstellend klein bolletje, maar “groeit” deze maand toch al van nauwelijks 7,5 boogseconden tot 9,2 boogseconden (nog steeds zo’n 200 keer kleiner dan de schijf van de Maan!).

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

07/10/2024

Antares (Alfa Scorpii)

A

 

14/10/2024

Saturnus

A

 

19/10/2024

Plejaden (Zevengesternte)

A

 

21/10/2024

Jupiter

 

O

23-24/10/2024

Pollux (Beta Geminorum)

 

O

24/10/2024

Mars

 

O

26/10/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

 

Komeet Tsuchinshan-ATLAS

Top… of flop? Met kometen weet je het nooit! Al enkele dagen na hun ontdekking weten we perfect waar en wanneer ze zichtbaar zullen zijn, maar hun helderheid en uitzicht daarentegen blijft vaak nog deels onvoorspelbaar!

Dit najaar kijken we nu uit naar komeet Tsuchinshan-ATLAS - of voluit  C/2023 A3 (Tsuchinshan-ATLAS). Ontdekt op 9 januari 2023, gelijktijdig door de Chinese Tsuchinshan sterrenwacht en het Zuidafrikaanse ATLAS-instrument. Al gauw werd duidelijk dat hij in het najaar 2024 wel eens een spectaculair zicht zou kunnen worden aan onze hemel…

De komeet zou op zijn helderst zijn omstreeks 10 oktober. Helaas staat hij dan nog héél laag boven de westelijke avondhemel, en verdrinkt dan nog grotendeels in de avondschemering. Avond na avond klimt hij hoger boven onze horizon – maar neemt helaas ook zijn helderheid gestaag af. Het beste compromis zal wellicht omstreeks het weekend van 19-20 oktober zijn…

Komeet Tsuchinshan-ATLAS
Komeet Tsuchinshan-ATLAS in de tweede helft van oktober

 

Deepsky in oktober:

In de zomermaanden bekeken en bespraken we vooral veel hemelobjecten in de Melkweg, want dat is nu eenmaal het “drukste” stuk van de hemel.

Maar ook buiten die topbestemming aan de hemel zijn er nog tal van pittoreske locaties te bezoeken. En in deze periode van het jaar wemelt het van de bolhopen (“bolvormige sterrenhopen”).

De bekendste is uiteraard M13 in het sterrenbeeld Hercules. Dat laatste ziet er een beetje uit als een “kasseisteen” met uitsteeksels aan elke hoek van de steen. Onze bolvormige sterrenhoop is relatief gemakkelijk te vinden: neem de rechterzijde van de “kassei”, deel die op in drie gelijke delen, en mik (met de verrekijker of zoeker van de telescoop) naar het einde van het bovenste deel. Daar zie je dan een klein wazig vlekje: onder donkere hemels al nipt met het blote oog te zien. Met de verrekijker of de zoeker blijkt dat een opvallend driehoekje te zijn, waarvan de stompe punt wazig blijft: dat is onze bolhoop!

 

Zoekkaartje M13 in Hercules
Zoekkaartje M13 in Hercules

Met een kleine telescoop (en lage vergroting) of een goede verrekijker is al te zien dat dit vlekje een duidelijke centrale verheldering vertoont, zonder echter al afzonderlijke sterretjes te zien. Voor dat laatste is een hogere vergro­ting vereist: vanaf pakweg 120-150 x lost zeker de rand van de bolhoop helemaal op in afzonderlijke puntjes.

Met nog grotere instrumenten (vanaf 200-250 mm diameter) begint de cluster ook heel wat structuur te vertonen: ervaren waarnemers hebben het dan over de ’spinnenpoten’ van M13: donkere ’lanen’ die doorheen de bolhoop lopen.

Als je een iets hogere vergroting neemt (200-250 x), zal ook het centrum van de bolhoop zich helemaal laten oplossen in afzonderlijke sterretjes.

M13 zou naar verluidt zo’n half miljoen sterren bevatten. Indrukwekkend!

 

M13 in een C9.25-telescoop
M13 in een C9.25-telescoop

 

Iets moeilijker te vinden en ook een tikkeltje zwakker, zijn het duo M2 en M15. Ze liggen weliswaar in twee verschillende sterrenbeelden (respectievelijk Waterman en Pegasus), maar omdat ze slechts 13° uit elkaar staan zullen de meeste waarnemers ze in één waarnemingssessie meepikken.

 

Zoekkaart M2-M15
Zoekkaart M2-M15

 

M15, op de grens tussen Equuleus (het Veulen) en Pegasus, is een van de mooiste én helderste bolhopen op het noordelijk halfrond, die zeker niet moet onderdoen voor M13. Moeilijk te vinden is hij ook al niet: hij staat immers op nauwelijks vier graden van de heldere ster Enif (ε Pegasi, magnitude 2.4). Met een klassieke 7x50-verrekijker start je bijvoorbeeld vanaf de ster θ Pegasi. Beweeg de verrekijker dan naar Enif (ongeveer één beeldveld ervan verwijderd) en verleng die bewegingsrichting dan nog eens 3/4 beeldveld verder: daar staat M15.

 

In de verrekijker onderscheidt M15 zich al duidelijk van een ster, doordat het object er nogal ‘wollig’ uitziet. In een kleine telescoop is al duidelijk te zien dat het een bolhoop betreft, en valt ook op dat de cluster ietwat elliptisch van vorm is. Maar M15 is wel tamelijk geconcentreerd van aard, zodat al minstens een 150 mm-spiegel of een 100 mm-lenzen­kijker nodig is om aan de rand al enkele sterren afzonderlijk te kunnen zien.

 

M15 toont een opvallend geconcentreerde binnenkern, zodat er al een grotere telescoop nodig is om deze bolhoop tot in zijn centrum op te lossen in afzonderlijke sterretjes
M15 toont een opvallend geconcentreerde binnenkern, zodat er al een grotere telescoop nodig is om deze bolhoop tot in zijn centrum op te lossen in afzonderlijke sterretjes

 

M2 is iets moeilijker te vinden als M15, maar ook dat is geen onmogelijke opgave. Maak in gedachten een recht­hoekige driehoek vanuit de helderste sterren α en β Aqr (met de exotisch klinkende namen Sadalmelik en Sadalsuud), dan staat M2 in de rechte hoek. Hij is trouwens helder genoeg om ook in de verrekijker (en ook in de zoeker van de telescoop) al zichtbaar te zijn, maar dan als een heel klein vlekje.

Vergeleken met M15 is M2 wel duidelijk minder gecon­centreerd, zodat ook in een klassieke 114mm-Newton al enkele afzonderlijke sterren onderscheiden kunnen worden aan de rand. Maar er is toch een behoorlijke ver­groting noodzakelijk om de rest van de bolhoop echt op te lossen in afzonderlijke sterretjes (minstens 150-200 keer).

 

M2 heeft een beduidend minder geconcentreerde kern als zijn “buurman” M15
M2 heeft een beduidend minder geconcentreerde kern als zijn “buurman” M15

 

 

De sterrenhemel in september 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in september 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 03 september, 1h55m UT

Eerste Kwartier:              11 september, 06h06m UT

Volle Maan:                     18 september, 02h35m UT

Laatste Kwartier:             24 september, 18h50m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/10/2024

6:56

20:26

4:49

22:34

6:17

21:06

8/10/2024

7:07

20:11

5:04

22:14

6:28

20:50

15/10/2024

7:18

19:55

5:19

21:54

6:40

20:33

22/10/2024

7:29

19:39

5:32

21:36

6:51

20:17

29/10/2024

7:40

19:24

5:44

21:19

7:02

20:02

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

September: de korte zomernachten zijn eindelijk achter de rug, we kunnen al weer iets vroeger beginnen waarnemen. Maar tegelijk zijn de nachttemperaturen nog best  aangenaam, dus we hoeven ons bij het waarnemen nog niet té dik in te duffelen… 

 

Planeten:

In september moeten we al weer iets minder laat op de avond/nacht wachten om de drie aanwezige planeten te zien.

Ringenplaneet Saturnus komt begin september al op tegen het eind van de schemering, maar pas tegen 22-23h staat ze hoog genoeg aan de hemel om écht scherpe beelden te krijgen door de telescoop. Maar tegen het eind van de maand is dat al weer 2 uurtjes opgeschoven, en prijkt Saturnus de ganse avond en het grootste deel van de nacht comfortabel hoog aan de hemel.

Helaas –voor telescoopgebruikers althans- staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

 

Saturnus 12 augustus (opname Luc Debeck). Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.
Saturnus 12 augustus (opname Luc Debeck). Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.

Voor grote broer Jupiter dienen we nog iets later op de avond te wachten: begin september komt ie nog maar kort na middernacht op, eind van de maand is dat al om 22h15m. Maar sowieso bekijkt u de reuzenplaneet best het tweede deel van de nacht, wanneer ze letterlijk de hemel domineert: héél helder en hoog aan de hemel.

Ook in deze periode staat Jupiter trouwens héél “fotogeniek” te wezen: in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden in de buurt, en ook de oranje staat er niet té ver vandaan…

Die laatste stond tot midden augustus trouwens nog rechts van Jupiter, maar toen speelden ze “haasje-over” en sindsdien duikt Mars pas na Jupiter boven de horizon op. Door de telescoop gezien blijft de planeet nog wel een teleurstellend klein bolletje: eind van de maand nog steeds maar 7,5 boogseconden groot. Pas eind dit jaar en vooral begin 2025 zal ie op zijn best zijn…

 

Jupiter staat dezer dagen in héél fotogeniek gezelschap: midden in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden aan de éne kant, en de heldere oranje planeet Mars aan de andere kant
Jupiter staat dezer dagen in héél fotogeniek gezelschap: midden in het sterrenbeeld Stier, met de mooie sterrenhopen Plejaden en Hyaden aan de éne kant, en de heldere oranje planeet Mars aan de andere kant

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren, planeten of sterrenhopen. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand tussen Maan en Spica op 6 september is een héél nauwe (minder dan een halve graad uit elkaar), maar helaas enkel vroeg in de avondschemering te zien.

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

  Ochtend?     

02/09/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

06/09/2024

Spica (Alfa Virginis)

A

 

10/09/2024

Antares (Alfa Scorpii)

A

 

16-17/09/2024

Saturnus

A

O

22/09/2024

Plejaden

 

O

24/09/2024

Jupiter

 

O

25/09/2024

Mars

 

O

26/09/2024

Pollux (Beta Gemini)

 

O

27/09/2024

Praeseppe (Kreeft)

 

O

29/09/2024

Regulus (Alfa Leonis)

 

O

Deepsky in september:

Doet ie het of doet ie het niet?

Voor één keer bespreken we hier een object… zonder de garantie dat u ze ook zal kunnen zien! T Coronae Borealis is een zogenaamde recurrente nova, een ster die nu en dan extreem spectaculair toeneemt in helderheid. In het geval van T Coronae Borealis gebeurde dat nu al twee maal: in 1866 en 1945-46.

En nu – opnieuw bijna 80 jaar later- zijn er inderdaad weer sterke aanwijzingen dat er “iets” op til is, misschien (hopelijk?) zelfs nog deze maand!

Recurrente nova’s zijn wellicht dubbelsterren: een witte dwerg en een rode reus draaien in een héél nauwe baan rond elkaar, waarbij materie van die rode reus in een spiraalbeweging wordt aangezogen naar de witte dwerg. Na verloop van tijd wordt de druk en temperatuur in die “spiraalschijf” zo groot dat er op explosieve wijze kernfusie start: de helderheid van het systeem neemt dan opeens enorm toe, en dat zien we als een “nova” (de eerste waarnemers dachten immers dat er een nieuwe ster aan de hemel verscheen).

Normaal gezien haalt T Coronae Borealis nauwelijks magnitude 10 – er is dus al een kleine telescoop of een fikse verrekijker nodig om ze te kunnen zijn. Maar dan –tijdens de voorbije nova-explosies- werd ze op minder dan een halve dag tijd ongeveer 7-8 magnitudes helderder, da’s een toename van zo maar eventjes 1.000 X ! Daarna wordt ze iets langzamer maar gestaag weer zwakker, dus wellicht kunnen we ze toch enkele dagen met het blote oog zien.

T Coronae Borealis (“T CrB” afgekort) vinden is eigenlijk niet zo héél moeilijk, ongeveer een graad onder de ster Epsilon CrB.

 

Zoekkaart T Corona Borealis met AAVSO-helderheden

Maar doorgaans is de ster natuurlijk zo zwak dat je (met telescoop of grote verrekijker) de detailkaart (onder) zal nodig hebben, maar tijdens de paar dagen dat de uitbarsting duurt zal je al voldoende hebben aan de overzichtskaart (boven). Het sterrenbeeld Noorderkroon (Corona Borealis) is een relatief klein, maar toch wel opvallend sterrenbeeldje. Het heeft de vorm van een “diadeem”, met de ster Gemma (Latijn voor “edelsteen”) als fonkelende blikvanger. Bovendien staat het midden tussen de bekendere sterrenbeelden Voerman (met de héél heldere Arcturus) en de “kasseisteen” van Hercules.

Detailkaart met sterhelderheden

Op beide kaarten (overzicht en detail) is ook bij enkele sterren de helderheid genoteerd (met dank aan de AAVSO – de overkoepelende organisatie van waarnemers van veranderlijke sterren) zodat u omstreeks de uitbarsting zelf de helderheid van T CrB kan inschatten (door te vergeleken met deze “vaste” sterren).

 

De sterrenhemel in augustus 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in augustus

 

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 04 augustus, 11h13m UT

Eerste Kwartier:              12 augustus, 15h19m UT

Volle Maan:                     19 augustus, 18h26m UT

Laatste Kwartier:             26 augustus, 09h26m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/08/2024

6:09

21:27

3:21 ---- 5:23 22:12

8/08/2024

6:19

21:15

3:45 23:49 5:35 21:59

15/08/2024

6:30

21:02

4:06 23:26 5:48 21:44

22/08/2024

6:41

20:48

4:25 23:04 6:00 21:29

29/08/2024

6:52

20:33

4:42 22:42 6:12 21:13

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Augustus, de nachten zijn nog steeds héél kort maar we zijn (op onze Noorderbreedte) eindelijk verlost van die grijze nachten (de periode waarin de Zon niet diep genoeg onder de horizon duikt om het astronomisch donker te maken).

 

Planeten:

Augustus wordt zo'n beetje de "come-back" maand voor de reuzenplaneten, nadat we ze respectievelijk eind winter en eind lente verloren aan de avondhemel! En als bonus zit ook Mars er nog bij, hoewel deze planeet voorlopig nog ver van indrukwekkend is.

Saturnus komt begin juli al op tijdens de avondschemering (iets voor 23h) - en dat wordt steeds beter in de loop van de maand. Helaas staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Anderzijds klimt ze wel steeds hoger aan onze Belgische horizon: de voorbije jaren vertoefde ze in Schorpioen/Boogschutter en Steenbok – en dat zijn nu net sterrenbeelden van de ecliptica die het laagst staan. Maar nu “klimt” ze al doorheen de Waterman richting Vissen, dus door de telescoop zal de planeet zelf stilaan stabielere beelden opleveren!

Saturnus 30 juli, Bart Declercq
Saturnus 30 juli (opname Bart Declercq). Je merkt hoezeer we dit jaar al op de zijkant van de ringen kijken, waardoor deze véél minder goed te zien zijn.

 

Mars volgt enkele uurtjes later - maar wordt daar stilaan ingehaald door de heldere Jupiter. Begin augustus komt de Rode Planeet op om 1h26m - en Jupiter nauwelijks 20 minuutjes later. Op de ochtend van 14 augustus staan beide planeten vlak bij elkaar: die samenstand zal héél fotogenieke beelden opleveren door de telescoop want ze staan dan minder dan een 1/2° uit elkaar!

Mars blijft wel nog een teleurstellend klein bolletje in de telescoop: nauwelijks 6,1 boogseconde. Wat een verschil met Jupiter, die zo'n 37 boogseconde meet en waar je dus ook met kleinere telescopen al héél wat detail kan zien (zeker mits wat ervaring). Maar we hebben dan ook alle tijd: Mars zal pas begin 2025 terug op zijn best zijn!

De héél nauwe samenstand tussen Mars en Jupiter op de ochtend van 14 augustus
De héél nauwe samenstand tussen Mars en Jupiter op de ochtend van 14 augustus

 

Meteoren:

Augustus is natuurlijk de Perseïden-maand! Dit jaar wordt de maximale activiteit verwacht op de nacht van 11 op 12 augustus. De maan is dan bijna in Eerste Kwartier, en zal dus enkel het eerst deel van de avond een beetje storen (maar dan is het toch nog schemerig). Als het weerbericht dan ook nog eens meezit dan belooft dit een ideale gelegenheid te worden: zeker op een donkere (vakantie?) locatie kan een geduldige waarnemer dan enkele tientallen meteoren per uur zien!

Wie tijd en geduld heeft begint 's avonds (maar ook de avonden ervoor) al nu en dan eens een half uurtje waar te nemen - dan merk je hoe de activiteit gestaag toeneemt richting het voorziene maximum.

Wie minder tijd heeft mikt best naar de ochtenduren (vooraleer de ochtendschemering aanbreekt), dan is de activiteit steeds het hoogst omdat de "radiant" (het vluchtpunt waar alle Perseïden-meteoren vandaan schijnen te komen) dan het hoogst boven onze horizon staat.

Geminiden 2009
Een compositieopname tijdens een meteoorzwerm: duidelijk is te zien hoe alle meteoren uit één en hetzelfde vluchtpunt (de "radiant") lijken te komen. Hoe hoger die aan de hemel staat, hoe groter het aandeel van de meteoren dat boven onze horizon zal opflitsen...

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand met Antares op de nacht van 17-18 juli is een héél nauwe: ze staan dan minder dan één graad uit elkaar...

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

03/08/2024

Pollux (Beta Geminorum)

 

O

13/08/2024

Spica (Alfa Virginis)

A  

20/08/2024

Saturnus

A

 

26/08/2024 Plejaden (Zevengesternte)   O

27/08/2024

Aldebaran (Alfa Tauri)

 

O

27/08/2024

Jupiter

 

O

28/08/2024

Mars

 

O

30/08/2024

Pollux (Beta Geminorum)

 

 O

 

Deepsky in augustus:

De Zomerdriehoek domineert nu al een tijdje de nachthemel, en de voorbije twee maand bespraken we al enkele opmerkelijke objecten erin.

Maar dé blikvangers zijn wellicht deze twee planetaire nevels, misschien wel de mooiste aan de ganse sterrenhemel => de Ringnevel en de Halternevel.

De Halternevel (M27) staat eigenlijk in het obscure sterrenbeeldje Vulpecula (het “Vosje”) aan de linkse lange zijde van de Zomerdriehoek. Maar hij is véél makkelijker te vinden via het (ook kleine maar herkenbaarder) sterrenbeeldje Sagitta (“de Pijl”).

Met wat fantasie herken je daar écht wel een pijl in: rechts twee sterretjes onder elkaar (de “pluimpjes” achteraan de pijl), dan twee sterren schuin onder elkaar, en dan in het verlengde van deze “duo’s” nog twee sterren op een rij waarvan de laatste de punt vormt.

Ga dan –met de verrekijker of de zoeker van een telescoop- vanaf deze laatste loodrecht omhoog, en via een reeks zwakkere sterretjes kom je opeens bij een zwak vlekje. Dat is de fameuze Halternevel.

Detailkaartje Halternevel
Zoekkaartje Halternevel

 

De Halternevel is één van de helderste onder de pla­netaire nevels en is vrij gemakkelijk te zien met een verrekijker, zelfs met eentje van 30 of 35 mm –als de achtergrondhemel donker genog is tenminste. In een klassieke 7x50 of 10x50 zien we hem al als een duidelijk rond wolkje. Met de telescoop, met een lagere vergroting en een UHC-filter, steekt hij pas goed af ten opzichte van de achtergrond. De halter- of diabolovorm is gemakkelijk waarneembaar met een telescoop van 100 mm of meer: hij doet dan denken aan een taart waar twee tegenover­liggende kwartjes uit gehaald zijn (of volgens anderen aan een afgeknaagd klokhuis van een appel). Met nog grotere toestellen op een donkere plaats (eventueel met behulp van een geschikte nevelfilter) krijgen we zelfs een extraatje te zien: aan de randen van de taartpunt steken er hoorntjes uit.

Planetaire nevels worden uitgestoten door een ster tijdens de overgang van het stadium van de rode reus naar dat van de witte dwerg. De centrale ster van de Halternevel haalt helaas slechts magnitude 14, dus daar is al een groot kanon voor nodig (minstens een kijker van 300-350 mm). Met middelgrote telescopen moet het ook mogelijk zijn de groene kleur van de Halternevel te bespeuren, maar dat varieert sterk van waarnemer tot waarnemer.

Halternevel, opname Philippe Mollet (Mira) met 120mm ED-lenzenkijker
Halternevel, opname Philippe Mollet (Mira) met 120mm ED-lenzenkijker

 

De Ringnevel (M57) is wellicht de bekendere van het tweetal, maar dat komt vooral door zijn fotogenieke uitzicht (want hij is wel beduidend zwakker, dus vereist iets grotere telescopen dan de Halternevel).

Hij staat in het kleine maar herkenbare sterrenbeeldje Lier – dat gedomineerd wordt door de ster Wega (de helderste ster aan onze zomerhemel)! Onder Wega staat een opvallend “parallellogram”, dus eigenlijk een schuingezakte rechthoek. De Ringnevel is dan vrij eenvoudig te vinden: zowat pal tussen de twee onderste sterretjes van die constructie (Beta en Gamma Lyrae).

Zoekkaart Ringnevel
Zoekkaart Ringnevel (M57)

 

Een echte klassieker die iedereen eens in zijn leven gezien zou moeten hebben. M57 zul je al met een grote verrekijker (genre 15x80 of nog groter) zien als een wazig sterretje. Mocht je twijfelen: experimenteer eens met een O-III-filter en de techniek van het ‘blinken’: schuif de filter snel tussen oculair en oog en weer weg. Met zo’n filter worden de sterren veel zwakker, maar de nevel blijft even goed zichtbaar, waardoor hij in contrast des te beter opvalt.

Gelukkig verdraagt deze planetaire nevel flink wat grotere vergrotingen, en dan komt het pas tot uiting dat je te maken hebt met een bijna perfect ringetje. Vandaar natuurlijk zijn toepasselijke naam van ‘Ringnevel’. Door een telescoop gezien is het net alsof iemand een rondje sigarenrook uitgeblazen heeft. De binnenkant van het rondje is gevuld met een heel lichte, structuurloze waas, en in het echte centrum heb je dan de oorsprong van dit alles: de centrale ster die zijn buitenste schillen weggeblazen heeft. Om die centrale ster te zien, is echter een grote telescoop vereist en moet je ogen hebben die voldoende gevoelig zijn voor blauwviolet licht.

Ringnevel, enkelvoudige opname Philippe Mollet (Mira) met 155mm triplet
Ringnevel, opname Philippe Mollet (Mira) met 155mm triplet

 

 

De sterrenhemel in juli 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in juli 2024

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 05 juli, 22h57m UT

Eerste Kwartier:              13 juli, 22h49m UT

Volle Maan:                     21 juli, 10h17m UT

Laatste Kwartier:             28 juli, 02h52m UT

 

Zon (lokale tijd):

 

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/07/2024

5:33

21:59

-----

-----

4:41

22:51

8/07/2024

5:39

21:55

-----

-----

4:47

22:46

15/07/2024

5:46

21:49

-----

-----

4:56

22:39

22/07/2024

5:55

21:41

2:38

0:51

5:07

22:29

29/07/2024

6:04

21:32

3:09

0:20

5:18

22:18

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Zoals je merkt zitten we ook de eerste helft van juli nog (op onze noorderbreedte althans) midden in de periode van de “grijze nachten”: de Zon gaat dan naar astronomische normen nooit diep genoeg onder de horizon (minder dan 18° dus) – en het wordt dus nooit helemaal donker. Wie in die periode verder naar het zuiden trekt (vanaf pakweg de Noorderbreedte van Dijon) zal merken dat daar de nachten weliswaar kort worden – maar de echte “grijze nachten” zijn daar onbekend.

 

Planeten:

Na enkele maanden "droogte" krijgen we in juli stilaan weer wat planeten-spektakel te zien, weliswaar nog steeds aan de ochtendhemel!

In de eerste plaats is er de ringenplaneet Saturnus, ietsje later komt ook Mars op en naar het eind van de nacht kan u ook al Jupiter verschalken.

Saturnus komt begin juli al om 1h ‘s nachts op, maar tegen eind juli komt de ringenplaneet al rond 23h boven de horizon piepen. Helaas staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Anderzijds klimt ze wel steeds hoger aan onze Belgische horizon: de voorbije jaren vertoefde ze in Schorpioen/Boogschutter en Steenbok – en dat zijn nu net sterrenbeelden van de ecliptica die het laagst staan. Maar nu “klimt” ze al doorheen de Waterman richting Vissen, dus door de telescoop zal de planeet zelf stilaan stabielere beelden opleveren!

Mars volgt enkele uurtjes later - maar wordt daar stilaan ingehaald door de heldere Jupiter. Begin juli komt de Rode Planeet op om 2h34m (Jupiter een uur later), tegen eind juli is dat een uurtje vroeger al het geval (1h30m) terwijl Jupiter dan nauwelijks 25 minuten later ook al boven de horizon komt piepen!

Mars blijft wel nog een teleurstellend klein bolletje in de telescoop: nauwelijks 5,8 boogseconde. Wat een verschil met Jupiter, die zo'n 35 boogseconde meet en waar je dus ook met kleinere telescopen al héél wat detail kan zien (zeker mits wat ervaring). Maar we hebben dan ook alle tijd: Mars zal pas begin 2025 terug op zijn best zijn!

 

Lichtende nachtwolken:

Lichtende Nachtwolken (NLC’s, NoctiLucent Clouds) waren tot voor kort nog ietwat mysterieus: héél ijle wolken (hoog in de stratosfeer) die wij te zien krijgen in de zomermaanden omdat ze volop verlicht worden door de middernachtzon op hogere breedtegraden (degene die wij hier zien hangen boven het zuiden van Scandinavië). De vraag was vooral: hoe ontstaan wolken (dus waterdruppeltjes of ijskristallen) op die grote hoogte, waar de lucht immers extreem ijl is?

 

 

Lichtende nachtwolken

 

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Maar de laatste jaren hebben we –mede door het onderzoek van de AIM-satelliet- er meer inzicht in gekregen: héél fijne micrometeorieten fungeren als condensatiekernen voor het weinige vocht dat er aanwezig is…

Vanaf eind mei tot begin augustus moeten we op uitkijk staan voor dit fascinerend fenomeen: bij een heldere hemel (en dan specifiek in noordelijke richting). Ze kunnen zichtbaar zijn kort na de avondschemering (dan eerder in noordwestelijke richting) als kort voordat de ochtendschemering aanbreekt (dan weer in noordoostelijke richting).

“Normale” wolken zien we op dat moment als donkere partijen contrasterend met de nog ietwat verlichte achtergrond, maar de NLC’s zien we als meer of minder opvallende heldere wolken – vaak ook met een nogal bijzondere kleur (men heeft het dan over “elektrisch blauw”). Ze vertonen ook vaak een opmerkelijke “visgraat” structuur.

De laatste week van juni kregen we al een tweetal keer een héél fraaie "display" te zien, zoals te zien op deze foto van vrijdagavond 28 juni...

Lichtende Nachtwolken op de avond van 28 juli 2024

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand met Antares op de nacht van 17-18 juli is een héél nauwe: ze staan dan minder dan één graad uit elkaar...

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

02/07/2024

Mars

 

O

03/07/2024

Plejaden

 

O

9/07/2024

Regulus (Alfa Leonis)

A

 

13/07/2024

Spica (Alfa Virginis)

A

 

17/07/2024

Antares (Alfa Scorpii)

A

 

25/07/2024

Saturnus

 

O

30/07/2024

Plejaden

 

 O

30/07/2024

Mars

 

O

 

Deepsky in juli:

In de juni-aflevering bespraken we al de Zomerdriehoek, en gingen we meer in detail in op enkele van de kleinere sterrenbeeldjes en deepsky-objecten IN die grote driehoek. Ditmaal hebben we het over de Zwaan, één van de drie sterrenbeelden die de eigenlijke Zomerdriehoek vormen.

De Zwaan, één van de 3 sterrenbeelden die de eigenlijke Zomerdriehoek vormen...

Volgens de klassieke mythologie is het een Zwaan in volle vlucht -met gestrekte hals- naar het zuiden vliegend langsheen de Melkweg. Maar de naam van de hoofdster Deneb komt eigenlijk van het Arabische 'Dhanab-al-dajajah' wat gewoonweg de "kop van de kip" betekent. Dus waar de één hier een sierlijke zwaan in ziet, herkent de ander er een ordinaire soepkip 😉.

Deneb mag er dan aan onze hemel minder impressionant uitzien als zijn buur Wega, maar het is in werkelijkheid een gigant die zo'n 200.000 keer helderder is als onze Zon (bij Wega is dat "maar" 40x helderder). De véél grotere afstand zwakt dat echter serieus af: 2.600 lichtjaar versus een schamele 25 lichtjaar voor Wega...

Het andere uiteinde van deze Zwaan (of kip 😁) wordt gevormd door de al even boeiende ster Albireo (en niet "Alberio" zoals het in véél catalogi staat, best verwarrend als je de ster wil opzoeken met een computergestuurde telescoop!).
Het is een fraaie dubbelster voor kleine telescopen (hoewel we nog steeds niet met zekerheid weten of ze daadwerkelijk rond elkaar draaien, of toevallig in dezelfde richting staan), met opvallend contrasterende kleuren. Ik vertel er echter niet bij welke kleuren: doe zelf de test en laat het ons weten!

Albireo, wellicht het mooiste -contrasterend gekleurde- duo sterren aan de hemel

 

Aangezien de Zwaan in één van de meeste geconcentreerde stukken Melkweg staat, wemelt het hier dan ook van de nevels en sterrenhopen (de Noord-Amerika- en de Pelikaannevel, de Sluiernevel, de Crescent,...). De meeste zijn echter alleen fotografisch of met grote instrumenten op donkere plaatsen te zien - zie de foto hierbij.

Wie over een verrekijker beschikt moet echter zeker eens op zoek naar de grote sterrenhoop M39, anderhalf beeldveld van Deneb vandaan. Met de verrekijker is het mogelijk om er zeker een vijftal afzonderlijke sterretjes in te zien, met een duidelijk vermoeden dat er meer zijn. Het geheel is dan ruwweg driehoekig van vorm.

M39, de mooiste sterrenhoop in het voor de rest al héél sterrenrijk gebied rond de Zwaan

 

 

De sterrenhemel in juni 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

2024 juni

 

Maanfasen:

Nieuwe Maan:                 06 juni, 12h38m UT

Eerste Kwartier:              14 juni, 05h18m UT

Volle Maan:                     22 juni, 01h08m UT

Laatste Kwartier:             28 juni, 21h53m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/06/2024

5:34

21:47

-----

-----

4:43

22:38

8/06/2024

5:29

21:53

-----

-----

4:37

22:45

15/06/2024

5:28

21:58

-----

-----

4:35

22:51

22/06/2024

5:29

22:00

-----

-----

4:36

22:53

29/06/2024

5:32

21:59

-----

-----

4:39

22:52

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Zoals je merkt zitten we in juni (op onze noorderbreedte althans) midden in de periode van de “grijze nachten”: de Zon gaat dan naar astronomische normen nooit diep genoeg onder de horizon (minder dan 18° dus) – en het wordt dus nooit helemaal donker. Deze periode duurt tot eind juli. Wie in die periode verder naar het zuiden trekt (vanaf pakweg de Noorderbreedte van Dijon) zal merken dat daar de nachten weliswaar kort worden – maar de echte “grijze nachten” zijn daar onbekend.

 

Planeten:

In juni is het aan de ochtendhemel dat we uitkijken naar de planeten: in de eerste plaats de ringenplaneet Saturnus, ietsje later komt ook Mars op en wie weet kan u naar het eind van de maand ook al Jupiter verschalken (mits u een vrij uitzicht hebt op de oostelijke horizon).

 

De ringenplaneet Saturnus komt begin juni al meer dan 2h30m voor de Zon op (2h53m voor Saturnus versus 5h34m voor de Zon), en tegen het einde van de maand komt ze al om 1h ‘s nachts op. Helaas staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Anderzijds klimt ze wel steeds hoger aan onze Belgische horizon: de voorbije jaren vertoefde ze in Schorpioen/Boogschutter en Steenbok – en dat zijn nu net sterrenbeelden van de ecliptica die het laagst staan. Maar nu “klimt” ze al doorheen de Waterman richting Vissen, dus door de telescoop zal de planeet zelf stilaan stabielere beelden opleveren!

Ook de Mars duikt nu duidelijk op aan de ochtendhemel, maar Rode planeet verwijdert zich merkelijk trager van de Zon: begin juni komt Mars nog maar 1h45m voor de Zon op, eind juni is dat toch al een respectabele 3 uur. Héél hoog zal ze echter nog niet staan wanneer de ochtendschemering aanbreekt, en ook het schijfje blijft nog teleurstellend klein in de telescoop (minder dan 5,5 boogseconde).

Maar we hebben dan ook alle tijd: Mars zal pas begin 2025 terug op zijn best zijn!

De laatste week van juni (en begin juli) kan u ook eens proberen Mercurius te verschalken in de avondschemering! De kleinste planeet staat zo dicht bij de Zon dat ie meestal verdrinkt in de gloed van onze ster, maar zo’n 4-5 keer per jaar krijgen we een iets betere zichtbaarheidsperiode (wanneer Mercurius het verst links van de Zon –avondzichtbaarheid- of rechts ervan staat –ochtendzichtbaarheid dan).

Een vrij uitzicht op de westelijke horizon is wel een vereiste. En probeer best eerst met de verrekijker: eens daarmee gevonden lukt het wellicht ook met het blote oog (een tip: op de avond van 7 juli staat het ragfijne maansikkeltje vlak boven de planeet).

 

Mercurius zichtbaarheid

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Lichtende nachtwolken:

Lichtende Nachtwolken (NLC’s, NoctiLucent Clouds) waren tot voor kort nog ietwat mysterieus: héél ijle wolken (hoog in de stratosfeer) die wij te zien krijgen in de zomermaanden omdat ze volop verlicht worden door de middernachtzon op hogere breedtegraden (degene die wij hier zien hangen boven het zuiden van Scandinavië). De vraag was vooral: hoe ontstaan wolken (dus waterdruppeltjes of ijskristallen) op die grote hoogte, waar de lucht immers extreem ijl is?

 

 

Lichtende nachtwolken

 

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Maar de laatste jaren hebben we –mede door het onderzoek van de AIM-satelliet- er meer inzicht in gekregen: héél fijne micrometeorieten fungeren als condensatiekernen voor het weinige vocht dat er aanwezig is…

Vanaf eind mei tot begin augustus moeten we op uitkijk staan voor dit fascinerend fenomeen: bij een heldere hemel (en dan specifiek in noordelijke richting). Ze kunnen zichtbaar zijn kort na de avondschemering (dan eerder in noordwestelijke richting) als kort voordat de ochtendschemering aanbreekt (dan weer in noordoostelijke richting).

“Normale” wolken zien we op dat moment als donkere partijen contrasterend met de nog ietwat verlichte achtergrond, maar de NLC’s zien we als meer of minder opvallende heldere wolken – vaak ook met een nogal bijzondere kleur (men heeft het dan over “elektrisch blauw”). Ze vertonen ook vaak een opmerkelijke “visgraat” structuur.

 

Llichtende nachtwolken boven Grimbergen

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Vooral de samenstand met Spica op 16 juni is een héél nauwe: ze staan ’s avonds slechts één graad uit elkaar…

 

          Datum            

                   Object                     

    Avond?  

    Ochtend?     

03/06/2024

Mars

 

O

08/06/2024

Pollux (Beta Gemini)

A

 

11/06/2024

Regulus (Alfa Leonis)

A

 

16/06/2024

Spica (Alfa Virginis)

A

 

20/06/2024

Antares (Alfa Scorpii)

A

 

27/06/2024

Saturnus

 

O

28/06/2024

Saturnus

 

O

01/07/2024

Mars

 

 O

02/07/2024

Mars

 

O

 

Deepsky in juni:

De Zomerdriehoek is wellicht dé herkenbaarste figuur aan de zomerhemel (de juiste term is “asterisme”, een sterpatroon aan de hemel). Het bestaat eigenlijk uit de helderste sterren in drie verschillende sterrenbeelden: Wega (in de Lier) is de opvallendste, gevolgd door Deneb in de Zwaan, en uiteindelijk –véél lager aan de hemel en de scherpe hoek van de driehoek- is er Altaïr in de Arend.

 

Zomerdriehoek overzicht

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Maar die driehoek is zodanig groot dat er ook enkele kleinere sterrenbeelden IN zitten, meer bepaald het Vosje (Vulpecula) en de Pijl (Sagitta).

Het Vosje is niet bepaald overtuigend: een langwerpig samenraapseltje van sterren; alsof men nog een stukje hemel over had dat nergens anders bij hoorde, en men er dus maar een sterrenbeeldje van maakte om op te vullen...

De Pijl daarentegen is een véél herkenbaarder figuur, hoewel het ook niet bepaald heldere sterren zijn (vier sterretjes van magnitude 4 ongeveer, dus zelfs op een ietwat verlichte plaats toch zichtbaar, zonder opvallend te zijn).

Wijzelf gebruiken die Pijl vooral om één van de mooiste "asterismen" aan de hemel terug te vinden: Brocchi's cluster (Collinder 399) staat terecht bekend als "de Kapstok". Het figuurtje doet in de verrekijker inderdaad direct denken aan een héél eenvoudige kapstok (een houten latje -6 sterretjes op een rij- met in het midden een gekromd haakje -nog eens 4 sterretjes).

 

Zomerdriehoek detail en Kapstok

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Wie goede ogen heeft kan op een donkere plaats al "iets" zien op die plaats, maar de Kapstok komt het best tot zijn recht in een gewone verrekijker, dan zijn de 10 sterretjes duidelijk zichtbaar (of met een kleine telescoop, maar bij een groter instrument passen ze niet meer samen in beeld).

Lange tijd dacht men dat dit een echte -zij het héél losse- sterrenhoop ging, maar metingen van de Hipparchos-satelliet in 1997 maakten duidelijk dat het gewoon een aantal sterretjes zijn die toevallig in dezelfde richting staan (maar dus NIET op dezelfde afstanden!). Een sterpatroontje of "Asterisme" dus (net zoals ook het Steelpannetje in de Grote Beer, en eigenlijk ook de sterrenbeelden...).

Pure fantasie dus, maar herkenbaar én bovendien makkelijk te vinden!

Zoals zo vaak zijn er trouwens meerdere "truukjes" om die Kapstok te vinden:

1) start met de verrekijker bij de heldere ster Altair. Boven en onder staan nog twee middelheldere sterren (als Altair de Kop van de Arend is, zijn dit dan zijn twee "oren"?). Verleng die afstand drie keer (da's ongeveer 2x het beeldveld van een doorsnee verrekijker) en daar staat ie...

2) of -iets korter bij- mik met diezelfde verrekijker naar de Pijl (past nèt in beeld). Gebruik dan de meest rechtse ster (Alfa) als scharnier, en kantel in gedachten die ganse pijl over zo'n 135° (da's een rechte hoek, en nog eens de helft) en ook zo kom je snel bij de Kapstok...

 

Kapstok met verrekijker

Zo ziet de Kapstok er uit in een goede klassieke verrekijker (het beeldveld bedraagt 7°)

Copyright afbeelding: Volkssterrenwacht MIRA

 

Kapstok foto

Geen telescoop nodig om deze Kapstok te fotograferen, een flinke telelens volstaat ruimschoots (hier een 200mm).

Copyright afbeelding: Philippe Mollet, Volkssterrenwacht MIRA

 

 

De sterrenhemel in mei 2024

Alle tijdstippen in deze kalender worden uitgedrukt in Universele Tijd (UT) – tenzij anders vermeld. Voeg daar twee uur aan toe voor onze Zomertijd (sinds 31 maart), één uur om aan onze Wintertijd te komen (vanaf 27 oktober)…

De sterrenhemel in mei 2024

 

Maanfasen:

Laatste Kwartier:             1 mei, 11h27m UT

Nieuwe Maan:                 8 mei, 3h22m UT

Eerste Kwartier:              15 mei, 11h48m UT

Volle Maan:                       23 mei, 13h53m UT

Laatste Kwartier:             30 mei, 17h13m UT

 

Zon (lokale tijd):

Datum

Zons-opkomst

Zons-ondergang

Begin astronomische schemering

Einde astronomische schemering

Begin burgerlijke schemering

Einde burgerlijke schemering

1/05/2024

6:15

21:04

3:44

23:35

5:32

21:47

8/05/2024

6:03

21:15

3:19

23:59

5:18

22:00

15/05/2024

5:52

21:25

2:52

-----

5:06

22:12

22/05/2024

5:43

21:35

2:16

-----

4:55

22:24

29/05/2024

5:36

21:44

-----

-----

4:46

22:34

 

Burgerlijke schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 6° onder de horizon staat

Astronomische schemering: begint/eindigt wanneer de Zon 18° onder de horizon staat

Zoals je merkt begint (op onze noorderbreedte althans) midden mei de periode van de “grijze nachten”: de Zon gaat dan naar astronomische normen nooit diep genoeg onder de horizon (minder dan 18° dus) – en het wordt dus nooit helemaal donker. Deze periode duurt tot eind juli. Wie in die periode verder naar het zuiden trekt (vanaf pakweg de Noorderbreedte van Dijon) zal merken dat daar de nachten weliswaar kort worden – maar de echte “grijze nachten” zijn daar onbekend.

 

Planeten:

In mei gaan we geen planeten meer te zien krijgen aan de avondhemel (Jupiter gaat nu al in volle avondschemering onder) – maar aan de ochtendhemel duiken stilaan Saturnus en –in mindere mate- ook Mars op.

De ringenplaneet Saturnus komt op 1 mei nog maar anderhalf uur voor de Zon op (4h47m versus 6h15m), maar eind mei is dat verschil al toegenomen tot meer dan 2h30m (2h53m voor Saturnus versus 5h34m voor de Zon). Helaas staan de ringen nu wel héél weinig gekanteld, waardoor ze een pak minder spectaculair ogen als de voorbije jaren. Maar het kan nog erger: volgend jaar -2025 dus- gaan we ze zelfs eventjes helemaal van opzij bekijken, en dan zien we met moeite nog een flinterdun lijntje!.

Saturnus in 2024

Anderzijds klimt ze wel steeds hoger aan onze Belgische horizon: de voorbije jaren vertoefde ze in Schorpioen/Boogschutter en Steenbok – en dat zijn nu net sterrenbeelden van de ecliptica die het laagst staan. Maar nu “klimt” ze al doorheen de Waterman richting Vissen, dus door de telescoop zal de planeet zelf stilaan stabielere beelden opleveren!

Ook de Rode planeet Mars duikt langzaam op aan de ochtendhemel, maar deze verwijdert zich merkelijk trager van de Zon: begin mei komt Mars nog maar een uurtje voor de Zon op, eind mei is dat nog steeds maar 1h45m. Het zal dus nog een heuse uitdaging zijn om de planeet op te zoeken: een vrij uitzicht op het oosten is wel een vereiste!

Maar we hebben dan ook alle tijd: Mars zal pas begin 2025 terug op zijn best zijn!

 

Samenstanden met de Maan:

Elke maan(d) loopt de Maan haar traject langs de ecliptica, en komt daarbij steevast in de buurt van enkele heldere sterren of planeten. Ideaal voor beginnende waarnemers: de Maan fungeert dan als een stralende “wegwijzer” die u  telkens weer een nieuwe ster of sterrenbeeld leert kennen…

Datum

Object

Avond?

Ochtend?

5/05/2024

Saturnus

 

O

6/05/2024

Mars

 

O

12/05/2024

Pollux (Beta Gemini)

A

 

13/05/2024

M44 (Praeseppe / de Bijenkorf)

A

 

15/05/2024

Regulus (Alfa Leonis)

A

 

19+20/05/2024

Spica (Alfa Virginis)

A

+O

24/05/2024

Antares (Alfa Scorpii)

 

O

31/05/2024

Saturnus

 

O

 

Deepsky in mei:

In de winter ging onze aandacht sterk uit naar de vele open sterrenhopen die er dan aan de hemel te zien zijn, terwijl we in de lente vooral aandacht hebben (tenminste: wie over een telescoop beschikt) voor de vele melkwegstelsel in de Maagd, de Leeuw en omgeving. Maar in deze aflevering wil ik het toch nog even hebben over een véél te vaak over het hoofd geziene open sterrenhoop… omdat ie doodgewoon té groot is!

De Coma-sterrencluster (ook “Melotte 111”) staat in het redelijk obscure sterrenbeeldje Coma Berenices (“Hoofdhaar van Berenice”) – halverwege de heldere sterrenbeelden Leeuw en Ossenhoeder.

Op een enigszins donkere locatie valt direct een gigantische sterrenhoop op, vlak onder de meest rechtse van de drie sterren waaruit dit sterrenbeeldje is opgebouwd. Dat is Melotte 111, de befaamde Coma sterrencluster. Verwar deze echter niet met die andere ‘Coma-cluster’: in en om het sterrenbeeld bevindt zich immers ook een grote verzameling melkwegstelsels. Deze is kleiner dan die in de Maagd, maar nog steeds behoorlijk druk bevolkt (maar is sowieso voer voor grote telescopen).

Met het blote oog kun je in Melotte 111 al makkelijk een vijftal of meer afzonderlijke sterren zien, maar zo is vooral het geheel goed te zien. Het mooiste beeld krijg je echter met een gewone verrekijker of een kleine zogenaamde Richfield-telescoop (niet meer vergrotend dan 7 x): daarmee kun je een 30-tal sterren tellen. Veel meer zijn er trouwens niet, en met een grote telescoop valt er al helemaal niets te beleven: de cluster is hiervoor gewoon veel te groot (4,5 graden, maar liefst driemaal zo groot als de Plejaden!).

De cluster staat dan ook relatief dichtbij: nauwelijks 280 lichtjaar (tegenover bijna 450 voor de Plejaden).

 

Melotte 111, een enorme open sterrenhoop in hetsterrenbeeld Coma

De Coma-sterrenhoop is zo groot dat men hem eigenlijk met een telelens moet fotograferen (hier een 200mm) en niet met een telescoop! Foto: Philippe Mollet, Mira
De Coma-sterrenhoop is zo groot dat men hem eigenlijk met een telelens moet fotograferen (hier een 200mm) en niet met een telescoop! In dit hemelgebied staan ook tal van (zwakke) melkwegstelseltjes (zie o.a. links in beeld), maar om die waar te nemen is al een forse telescoop nodig. Foto: Philippe Mollet, Mira