2010-01 HistoRik over ... Johann Nepomuk Krieger


Johann Nepomuk Krieger ( 1865 – 1902 ) : Maankunstenaar

Geboren in Beieren als zoon van een brouwer en herbergier. (Nog een astronoom uit de biersfeer). Daarin begon hij te werken als 15-jarige, en het is evenwel niet geweten hoe hij met sterrenkunde begon : vanuit boeken of door een stadsgenoot met bijnaam “De sterrenkijker”. Hij had toch al vlug een kleine sterrenkijker en begon vooral de maan waar te nemen. In 1886 ging Krieger op bezoek bij Hermann Klein in Keulen, die een autoriteit was in het populariseren van de sterrenkunde en ook een handige maanwaarnemer en vertaler van een book “The Moon”. Deze keulense professor gaf een warme aanbeveling aan Krieger om carrière te maken in de selenografie en adviseerde om mathematica te studeren en ook om de grafische kunst en fotografie te beheersen. Deze professor introduceerde Krieger ook bij Hugo Seeligen, de directeur van de sterrenwacht van München, die daarna een levenslange vriend bleef.

Na de dood van zijn vader verkocht hij de brouwerij en verhuisde naar München voor de studie in mathematica, physica en sterrenkunde. Maar het duurde niet lang alvorens Krieger besefte dat rekenkunde toch niet in zijn smaak viel en voor zijn toekomst in de sterrenkunde zich beter zou toeleggen als amateur. Daarop bouwde hij een sterrenwacht in een voorstad van München met een goede 27 cm refractor. Daar begon hij zijn levenswerk : een taak om nauwkeurig de maan in beeld te brengen op een systematische manier.

Het was een ambitie van veel amateurs, maar Krieger zijn lange en nauwkeurige voorbereiding  voor een definitieve  tekening, was wel een klasse apart.

Hoewel de scherpzichtige duitser veel vaardigheid vertoonde in het tekenen, toch was dat niet aangeboren, maar enkel bereikt door een voortdurende inspanning. Hij vergewiste zich van de waarde van de kaarten als deze altijd dezelfde graad van nauwkeurigheid zou vertonen. Om deze nauwkeurigheid te bereiken werkte hij gewoonlijk met een vergroting van 260x en diafragmeerde hij zijn kijker van 27 cm naar 17cm.

Door op volle opening te werken en te diafragmeren kon hij fijne details zien die later niet meer zichtbaar waren. Zijn nieuwigheid was om fotos met een laag contrast te gebruiken als basis voor zijn tekeningen. Deze waardevolle techniek werd verrassend weinig gebruikt door andere waarnemers. Krieger kreeg zijn fotos van de Lick 36” refractor en later vanuit Parijs.

Van 1890 tot 1894 gebruikte hij zijn tijd als maanwaarnemer met vaardigheid en techniek.

In 1898 werden 28 van zijn 125 beste tekeningen gedrukt als eerste volume van zijn Atlas;

In 1895 verhuisde hij zijn sterrenwacht van de noordkant van de Alpen naar de zuidkant in Trieste in de hoop op rustiger seeing. Zijn “ Pia Sterrenwacht” , genoemd naar zijn vrouw, werd klaar gemaakt zodat hij in 1897 zijn werk hervatte en reeds in het eerste halfjaar 105 tekeningen afwerkte.. Hij had ook zijn  methode verfijnd om de beste nauwkeurigheid te bekomen. 

Voor elk maangedeelte dat in kaart moest gebracht worden gebruikte hij een fotografische plaat met een schaal van 35 meter voor de maandiameter. Aan de teleskoop werden dan bijkomende details ingetekend gedurende 10 tot 20 dagen met een verschillende kleur per dag. Al deze details werden dan overgemaakt op een 2e tekening. Alles werd dan nog eens vergeleken bij een gelijkaardige maanfase om dan uiteindelijk zijn 3e tekening te maken voor zijn maanatlas.

Hierdoor bekwam hij  reproducties die superieur waren aan alle maanwaarnemingen.

Hij wou zo de volledige zichtbare maan in kaart brengen, maar dat is niet gelukt, ondanks zijn onaflatende energie. De jaren 1898 en 1899 waren de meest productieve jaren met dagen van afwerken van zijn tekeningen en nachten van waarnemingen. Maar deze voortdurende inzet dag en nacht eiste zijn tol en in 1900 werd zijn gezondheid ondermijnd.

De dokters raadden hem aan om te stoppen met waarnemen en te verhuizen naar een zachter klimaat. Hij deed zijn 27cm refracter van de hand en de volgende maanden werkte hij verder aan de tekst van zijn atlas in sanatoria in Italië. Zelfs op zijn ziekbed dicteerde hij nog teksten aan een vriend. Het einde kwam in 1902 in San Remo juist na zijn 37e verjaardag.

Het onvolledige werk met honderden tekeningen gaande van ruwe schetsen tot afgewerkte producten kwam in de handen van een oude vriend die het doorgaf aan een oostenrijkse maanwaarnemer om toch de atlas uit te geven.

Dit werk verscheen in 1912 als 2 schitterende volumes en uitgegeven door :

“Akademie der Wissenschaften – Wien”

onder de naam :  “ Joh. Nep. Kriegers Mond-Atlas Neue Folge “

Een 1e volume van 58 grote tekeningen van maanregios en een 2e volume met een lange en uitgebreide tekst met uitleg van ieder gebied.

Sommige van deze teksten zijn origineel van Krieger, andere zijn verwerkt door König aan de hand van Krieger’s waarnemingsnotas.

Het zou zeker interessant  zijn om al dat oorspronkelijke werk eens op te zoeken en te bekijken.

 

 

Voor een beperkte publicatie zie website : http://www.pbase.com/henkbril/krieger

Er is ook een krater op de maan genoemd naar “Krieger”.