2013-01 HistoRik over ... Michail Vasilevitsj Lomonosov


Michail Vasilevitsj Lomonosov (1711-1765)
(Ломоносов, Михаил Васильевич)

Deze keer zijn we weer terug bij de personen die iets betekend hebben in de sterrenkunde.

En wat voor iemand : Hij wordt weleens de russische Da Vinci genoemd en hierna zal ook blijken waarom.

Michail V. Lomonosov leefde  in een tijd waarin veelzijdigheid wel kon. Tegenwoordig

is het zelfs niet meer voldoende om te zeggen dat men astronoom is, men moet nog specifiëren in welke tak bv. Veranderlijke sterren en soms moet men dan nog verder zeggen van welk type of met welke processen bv. Asteroseismologie.

In Rusland wordt gezegd dat hij de eerste en ook de beste wetenschapper was en dat kan moeilijk anders als we merken waarmee hij zich succesvol bezig hield als wetenschapper, schrijver, vernieuwer en leraar : Sterrenkunde, geologie, geografie, fysica, scheikunde, wiskunde, geschiedenis, economie, literatuur en instrumenten.

 

Hij werd geboren in 1711 in een klein dorpje, een paar kilometers van Cholmogory nabij Archangelsk aan de witte zee in het noorden van Rusland. Later werd dat dorpje gefusioneerd met een ander klein dorpje en kreeg de naam Lomonosovo. Het heeft 160 inwoners en er is ook een klein museum gewijd aan zijn bekende inwoner.

Sommige bronnen zeggen dat hij uit een welstellende vissersfamilie kwam.

Zijn vader was kabeljauwvisser en ook reder voor cargo en bezat een zeilgaljoen met twee masten. Michail zou ooit met zijn vader tot 70° NB gezeild hebben.

Zijn moeder stierf toen hij negen jaar was, en hoewel  hij een goede vader had,  krijgt hij er nu wel  een boze stiefmoeder bij. En op 19-jarige leeftijd vertrekt hij in december 1730 voor een tocht van 1200km naar Moskou. Sommige bronnen zeggen te voet, andere bronnen vermelden dat hij aansloot bij een konvooi met sleeën met bevroren vis. Feit is dat hij in januari 1731 in Moskou aankomt en onder voorwendsel dat hij de zoon is van een edelman, kan hij zich inschrijven aan de Slavo-Grieks-Latijnse Academie. In vier jaar tijd legt hij een achtjarige cursus af in Latijn, Grieks, Slavische kerkleer, geografie, geschiedenis en filosofie.

Hij werd bijna van school gestuurd toen zijn ware afkomst bekend werd maar door zijn opmerkelijke resultaten mocht hij toch verder studeren en in 1735 kon hij zelfs met 12 medestudenten naar de Academie der Wetenschappen in Sint Petersburg.

Ook daar werd zijn talent snel opgemerkt en in de herfst van 1736 kon hij met 2 medestudenten naar de Universiteit van Marburg in de duitse deelstaat Hessen.

Daar studeert hij drie jaar natuurwetenschappen en wiskunde met bekende professoren en doet ondertussen ook zelfstudie van duits, frans en kunst.

In 1739 gaat hij met zijn 2 medestudenten naar de hogeschool in Freiberg, deelstaat Sachsen.

Het was een mijnstad en daar studeerde hij de mijnbouw, geologie, mineralogie en scheikunde

In 1740 keert hij terug naar Marburg om te trouwen met een brouwersdochter, die hij had leren kennen het jaar ervoor, Elizaveta Kristina Zilch. Ze zullen samen een dochter hebben.

In 1741 wordt hij adjunct professor in fysica aan de Academie in Sint Petersburg.

Hij blijft aldaar verbonden tot zijn dood. Hij doet er tussen 1741 en 1745 aan verdere opzoekingen in fysica en scheikunde en legt zich ook toe op het onderzoek van noorderlicht.

En in 1745 wordt hij dan professor chemie aan zijn Academie in Sint Petersburg.

Hij is van mening dat de fysische en chemische fenomenen te wijten zijn aan deeltjes of partikels, wat wij nu moleculen noemen. En hij voorspelt 100 jaar voor Kelvin  een absoluut nulpunt waarin deze deeltjes niet meer draaien of bewegen,.

Hij richt ook zijn porceleinfabriek op in 1748.

Verder formuleert hij ook de wet van behoud van massa en oxidatie van metalen, hetgeen pas in 1773 door Lavoisier wordt bevestigd. Als geoloog vermoedt hij de afkomst van steenkool als plantaardig en als geograaf komt hij dicht bij het idee van continentendrift.

Tussen 1750 en 1754 houdt hij zich ook bezig met poëzie en de russische taal en dat zal hem later nog te pas komen.

In 1754-55 is hij medestichter van de Universiteit van Moskou  en op het voorplein van de naar hem genoemde Universiteit staat dan ook zijn welbekend standbeeld.

Van Sint Petersburg  krijgt hij in 1756 een stuk grond en bouwt er een huis op met een atelier voor mozaiek en een scheikundig labo. Hij verdiept zich ondertussen in de russische grammatica en past deze ook aan en zodoende komt de meeste russische astronomische terminologie van zijn hand.

Hij wordt ook nog directeur aan de Universiteit van Sint Petersburg  in 1760.

 

Op latere leeftijd houdt hij zich vooral bezig met astronomisch en optisch onderzoek.

Zo is er de Venus transit van 1761 waarbij hij een aureool  opmerkte en de uitstulping van de Venusschijf  bij de intrede en uittrede aan de zonnerand. Voor hem is dat een bewijs van een atmosfeer rond Venus. Nog niet zolang geleden werden zijn  bevindingen nog eens beschreven tijdens de voorbije Venusovergangen o.a. in Sky & Telescope.

Zijn rapporten werden direct gepubliceerd in het duits en russisch maar bleven onopgemerkt.

Het fenomeen is pas bekend geworden door een rapport van Nevil Maskelyne in 1769 en later bevestigd door Herschel. Het is nu pas dat Lomonosov hierom bekend wordt.

 

Verder construeert hij een siderostaat met vaste uittrede, maar zoiets komt pas rond 1850 in gebruik. Hij bouwt een nieuwe reflector met een off-axis van 4° om de obstructie te vermijden hetgeen  pas later in 1789 door W. Herschel ook werd toegepast.

Lomonosov bouwde verder nog een nachtkijker (het principe werd pas in de 20e eeuw geformuleerd), een refractometer en zeewaardige instrumenten, en bestudeerde ook nog spiegels en testmethodes.

Hij doet aan fotometrie en verbetert het toestel van Huygens en doet ook metingen van zonsverduisteringen. Hij formuleert ook een theorie waarbij een elektrische kracht licht geeft aan de staart van een komeet. Hij kon toen nog niet weten dat het om ionisatie ging.

Zijn rol in het populariseren en organiseren van de wetenschappen was enorm.

Vele moeilijke wetenschappelijke fenomenen heeft hij poëtisch uitgelegd.

Hij beschreef processen in de zon die pas honderd jaar later bevestigd werden door astrofysici

 

Ter ere van Lomonosov dragen 17 wetenschappelijke of culturele instituten zijn naam, waaronder dus de Universiteit van Moskou.

Er zijn vele geologische structuren naar hem genoemd : Een onderzeese rug aan de noordpool, kraters op Maan en Mars, een schiereiland nabij Vladivostok, een asteroide, een gletsjer in Spitzbergen, een koude oceaanstroom tussen Brazilië en Guinea, een mineraal Lomonosoviet.

Geografisch is er in Rusland ook nog een stad nabij Sint Petersburg dat zijn naam draagt en ook het nabijgelegen landgoed Oranienbaum  met paleis  heeft  tijdelijk zijn naam gekregen.

Verder zijn er in Rusland ook nog vier grote “Prospekten” (grote rechte lanen) , twee pleinen, 58 straten en één metrostation (in Moskou) die zijn naam dragen. Maar ook in andere landen vinden we vele plaatsen genoemd naar deze merkwaardige en uitzonderlijke man. Te weinig bekend door ons en daarom verdient hij zeker zijn plaats in deze rubriek

 

Hij sterft in 1765 op 54-jarige leeftijd aan longontsteking.

Hij ligt begraven in het Alexander Nevski kerkhof  in Sint Petersburg, waar ook heel veel bekende russische prominenten begraven liggen. Hij verdient dus ook een waardige rustplaats.