2017-03 HistoRik over ... Camille Flammarion


Camille Flammarion (1842-1925)

De Fransman Camille Flammarion is een bekende persoon vanwege de vele boeken die hij geschreven heeft, maar wat weten we eigenlijk over zijn werk en zijn leven? Wellicht niet veel, hoog tijd dus om deze merkwaardige wetenschapper wat beter te leren kennen.

In de Engelssprekende landen wordt Flammarion tegenwoordig al wel eens de Victoriaanse Carl Sagan genoemd wegens zijn popularisering van sterrenkunde.

 

Passie voor sterrenkunde reeds op jonge leeftijd

Zijn vader had een kleine boerderij in het departement Haute-Marne in Frankrijk en om financieel wat bij te dragen had zijn moeder er een kleinhandel in overgordijnen. Camille was de oudste van vier kinderen en zijn ouders hoopten dat hij zou kunnen studeren om priester te worden, wat in die tijd een normale en nobele zaak was.

In 1847, toen hij vijf jaar was, was er in Frankrijk een ringvormige zonsverduistering te zien. Om de eclips te kunnen waarnemen had men een schoteltje met water klaargezet waarin de reflectie van het gebeuren zichtbaar was. Vier jaar later was er dan een gedeeltelijke zonsverduistering, dit keer had zijn mama voor een zwart gerookt stuk glas gezorgd waarmee Camille de eclips op een veilige manier kon volgen. En in 1852 werd zijn interesse voor sterrenkunde zo mogelijk nog groter doordat er in dat jaar een heldere komeet te zien was die met het blote oog zeer goed kon waargenomen worden. Van een schoolmeester kreeg hij in die periode ook zijn eerste boek over sterrenkunde cadeau.

Maar 1856 werd een rampjaar voor de familie Flammarion. Ze geraken financiëel aan de grond en dienden hun eigendom te verkopen. De enige uitweg die ze zagen was naar Parijs te verhuizen en daar werk te zoeken. Vader Flammarion vond er slecht betaald werk in een fotografiezaak, zodat Camille van school gehouden werd om zelf ook wat geld te verdienen. Hij kon aan de slag als leerjongen-graveerder.

 

Een self-made man

Om toch wat te kunnen studeren trok hij naar de avondschool en leerde er Engels, geometrie en algebra omdat dit hem nuttig leek om later aan sterrenkunde te kunnen doen.

Op een dag kwam er een dokter op bezoek bij de familie Flammarion en die zag op tafel in de schamele woning een boek liggen dat meteen zijn aandacht trok: ‘Cosmogonie universelle’. De dokter begreep meteen dat de jonge Camille meer in zijn mars had, en daarom nam hij contact op met de beroemde Urbain Le Verrier, de directeur van het Parijse Observatorium met de vraag om de jongen er een job te geven.

Camille was evenwel nog niet in staat om het vele rekenwerk te verrichten dat van hem verwacht werd, en zijn interesse ging voornamelijk uit naar het verrichten van waarnemingen met de vele instrumenten van het observatorium.

Intussen had hij ook een boek geschreven dat in 1861 gepubliceerd werd onder de titel ‘La pluralité des mondes habités’. Het boek kende meteen een groot succes, en de eerste uitgave van 500 exemplaren was heel snel uitverkocht.

Maar de nukkige Le Verrier was niet opgezet met het succes dat zijn jonge werknemer te beurt viel, en Camille kreeg prompt zijn ontslag.

Berooid en zonder enige steun zocht hij zijn heil bij een aantal opponenten van Le Verrier, en die zagen wel brood in de jongen. En zo kon hij al gauw weer aan de slag bij het befaamde Bureau des Longitudes. Maar ook de uitgeverswereld was geïnteresseerd in de jonge schrijver, en binnen het jaar kon hij werken als wetenschappelijk journalist.

 

Sterrenkunde voor het grote publiek

Deze piste opende vele mogelijkheden, en Camille Flammarion begon met het geven van voordrachten, eerst in Parijs, later in de provincie, en nadien ook in verschillende grote Europese steden.

Tussen 1867 en 1880 deed hij vele ballonvaarten en die avonturen en gegevens die hij verzamelde integreerde hij ook in zijn latere boeken.

Het was ook de periode waarin hij heel wat publicaties schreef, onder andere:

1871 >>> L'atmosphère
1874 >>> Les mondes imaginaires et les mondes réels
1875 >>> Les merveilles célestes
1877 >>> Les terres du ciel
1880 >>> Astronomie populaire

Deze laatste uitgave was bijzonder succesvol en wordt ook nu nog beschouwd als zijn belangrijkste werk.

 

Zijn eigen observatorium

Intussen was Camille Flammarion als amateurastronoom een beroemd persoon geworden. In 1882 schonk een welstellende bewonderaar, Louis-Eugène Meret uit Bordeaux, aan Flammarion een kasteel in Juvisy, zo'n 30 km van Parijs in de nabijheid van Orly. Hier kon hij de rest van zijn leven werken aan zijn grote droom: een eigen sterrenwacht.

Samen met astronoom Eugène Antoniadi transformeerde hij het kasteel dat in 1730 gebouwd werd tot een echt observatorium. Op het dak kwam een koepel van 5 meter met daarin een Bardou-refractor van 24 cm en een brandpunt van 3,75 m.

Boven het ingangsportaal kwam de leuze ‘Ad Veritatem per Scientiam’ (Op weg naar de waarheid door de wetenschap). Op de benedenverdieping kwam de inkomhal, een museum en een woonsalon. Op de eerste verdieping was er een bibliotheek en een werk cabinet met een kleine bibliotheek voor zijn echtgenote Sylvie Petiaux, waarmee hij in 1874 getrouwd was. Op de tweede verdieping was er de astronomenzaal en ook de toegang tot de koepel.

Het geheel moest er uitzien als een tempel, dit als symbool voor zijn droom om een bewijs te vinden van buitenaards leven.

Vandaar ook zijn fascinatie voor de planeten en voor Mars in het bijzonder. In 1892 schreef hij zijn boek ‘La planète Mars et ses conditions d'habitabilité’. Het was een compilatie van al wat er over Mars geschreven was sinds 1636.

De donkere gebieden op Mars werden beschouwd als zeeën en het licht-oranje als zand. Maar het was volgens Flammarion onmogelijk dat alles er steriel is. Als alle levenselementen er zo overvloedig aanwezig zijn, dan moet de verandering van kleur wijzen op vegetatie en dan zijn de kanalen waterlopen. Als er overstromingen zijn, zullen de bewoners op Mars wel een oplossing vinden. Spijtig genoeg heeft Flammarion het Marsonderzoek ter plaatse met behulp van ruimtesondes en rovers niet meer mogen meemaken.

In 1894 richtte hij een landbouwkundig station op in het park rond zijn sterrenwacht in Juvisy. In serres met glas van verschillende kleuren bestudeerde hij de invloed van de kleuren op de plantengroei. Het is misschien wel een leuk experiment, maar over het resultaat is weinig geweten.

 

Societé Astronomique de France

In 1887 richtte hij de Societé Astronomique de France op en startte hij ook met het tijdschrift ‘L'Astronomie’. Deze vereniging en dit tijdschrift bestaan nog steeds.

In 1904 verscheen zijn boek ‘Astronomie pour les amateurs’, dat daarna ook in verschillende talen vertaald werd.

In 1910 werd het kasteel verfraaid met een prachtige zonnewijzer, die zowel in 1972 als in 1998 werd gerenoveerd.

In 1913 werkte Flammarion ook mee aan het plan om een reusachtige zonnewijzer op te richten op de Place de la Concorde in Parijs met de obelisk als gnomon. Door de oorlogsdreiging ging dat plan niet door. Het idee werd weer opgepikt in 1939, maar ook toen kwam het er niet van door de op til zijnde oorlog. Maar uiteindelijk werd het plan toch gerealiseerd en ingehuldigd op 21 juni 1999.

Zijn vrouw Sylvie stierf in 1919 en werd begraven in het park van de sterrenwacht. Kort nadien hertrouwde Flammarion met Gabrielle Renaudot, een astronome die hij al geruime tijd kende.

Naarmate hij ouder werd, hield hij zich meer bezig met mystieke en psychische fenomenen en schreef daar in 1920-1921 nog boeken over zoals ‘Les maisons hantées’ en ‘La Mort et son mystère’.

In 1925 stierf Camille Flammarion op de gezegende leeftijd van 83 jaar. Hij werd begraven naast zijn eerste vrouw Sylvie.

Zijn weduwe Gabrielle zette zijn werk in Juvisy voort en bleef algemeen secretaris van de Societé Astronomique de France tot haar dood in 1962. Zij werd begraven naast Camille.

Er werd bepaald dat de sterrenwacht in Juvisy voor 99 jaar eigendom van de stad Juvisy zou blijven, maar ook ter beschikking bleef van de Societé Astronomique de France.

 

Bardou-refractor in Juvisy

In 1980 werd de sterrenwacht geklasseerd als historische gebouw en in 1997 en 2008 werden ook de wetenschappelijke objekten en instrumenten geklasseerd. De renovatie van de Bardou-refractor had al plaatsgevonden in 2006.

In 2009, het Internationale Jaar van de Sterrenkunde, werd een volledige restauratie van de gebouwen uitgevoerd, zodat het geheel nu in zijn volle glorie weer kan bezichtigd worden.

Tegen 2018 zou er ook een metrostation komen aan de sterrenwacht van Juvisy.

 

Naar hem genoemd

Op de voorzijde van de Maan nabij het midden en niet ver van de kraters Ptolemaeus en Herschel is een krater van 74 km naar Flammarion genoemd.

 

Tekst: Rik Blondeel, juni 2017