2019-04 MIRA Ceti sprak met... Soetkin Janssens


Tijdens de maand augustus mochten we op MIRA kennismaken met Soetkin Janssens (°1997), een charmante jonge dame, die ons een maand lang kwam assisteren bij het vele werk dat we voor de boeg hadden. Zo was er het sleur- en opruimwerk aan het waarnemingsterras met het oog op de heraanleg ervan boven de toekomstige microbrouwerij van de abdij, was er een intense jongerencursusweek, en was het vooral ook de bedoeling om de website van MIRA te voorzien van een uitgebreid hoofdstuk info in verband met schoolbezoeken. Maar wat ons zeker ook interesseerde aan Soetkin was dat zij vanaf september aan de KU Leuven zou beginnen aan haar laatste jaar master in de sterrenkunde...  

 

Soetkin%20tijdens%20jongerencursus.JPG
Soetkin assisteert tijdens onze jongerencursus bij een demonstratie van de bewegingswetten van Newton

 

Hoe ben je ertoe gekomen om sterrenkunde te gaan studeren, Soetkin? Was het een interesse die je al lang had, of ben je eerder toevallig op het Leuvense Instituut voor Sterrenkunde terecht gekomen?

Eigenlijk weet ik het niet zo goed. Ik keek altijd graag naar de sterren en was er wel degelijk gefascineerd door. Het eerste grote ‘wow’-moment heb ik gehad toen ik zowat dertien of veertien jaar was. We waren ergens in Frankrijk op vakantie. 's Avonds als het donker werd, was er in de wijde omgeving geen licht te bespeuren. Wat een prachtige sterrenhemel was me dat, het leek alsof alle sterren zo op ons gingen vallen. En het waren er zoveel, zeker omdat er in ons land door de overvloedige lichthinder nooit echt veel te zien zijn... Ik denk wel dat dit mijn interesse voor de sterren heeft doen ontwaken.

Hoe ik bij mijn studies terecht kwam, is een ander verhaal. Ik wou aanvankelijk geneeskunde gaan studeren. Maar daarna dacht ik dat burgerlijk ingenieur meer echt iets voor mij zou zijn. Tot ik aan het begin van het zesde middelbaar het plots zeker wist: ik ging sterrenkunde studeren.

Ik heb toen meegedaan aan de ijkingstoets die zowel voor burgerlijk ingenieur als voor fysica aangeboden wordt, en ... ik was gebuisd. Uiteraard begon ik toen heel hard te twijfelen, tot ik drie dagen voor de laatste inschrijvingen uiteindelijk heb beslist: ik ga het gewoon proberen. En uiteindelijk is het dus allemaal zeer goed meegevallen!

 

Kan je even in het kort schetsen wat die studies inhouden?

Omdat ik aan de universiteit van Leuven studeer, kom je in sterrenkunde enkel maar terecht na een bachelor fysica of wiskunde. Mocht ik dezelfde studies aan de VUB doen, zou ik in de bachelorjaren al het vak 'fysica en sterrenkunde' gehad hebben.

Het eerste jaar van de bachelor zal hoe dan ook wel overal een beetje hetzelfde zijn: veel wiskunde. Onderschat de wiskundige vakken zeker niet. In het eerste jaar had ik maar twee echte fysicavakken, en die waren een herhaling van de leerstof in het middelbaar, maar veel theoretischer en diepgaander.

Vanaf het tweede jaar bachelor heb ik voor het keuzevak ‘sterrenkunde en IT’ geopteerd. De reden dat de KU Leuven sterrenkunde en informatica koppelt, is omdat er in de sterrenkunde heel veel geprogrammeerd dient te worden. Programmeren is leuk, maar je zal er ook heel hard op vloeken – tot het uiteindelijk werkt natuurlijk.

Dus om een lang verhaal korte te maken: drie jaar wiskunde, fysica en programmeren, en daarna begint de sterrenkunde pas echt - op die twee vakjes uit de bachelor na dan.

 

Over welk onderwerp ga jij je eindverhandeling, je thesis doen?

De meeste mensen die interesse hebben voor astronomie weten dat sterren enkelvoudig zijn of dat ze in een dubbelstersysteem zitten. Maar in het heelal zijn er ook drievoudige, viervoudige, etc… stersystemen. Hoe meer sterren in het stersysteem, hoe zeldzamer ze voorkomen.

In mijn thesis zal ik data van twee verschillende meervoudige systemen onderzoeken. Er zijn een aantal dingen in verband met deze beide systemen die belangrijk zijn. Ten eerste dacht men vroeger van minstens één van de systemen dat het om een dubbelstersysteem ging. Sinds kort blijkt dat dus niet het geval te zijn. Het gaat over minstens drie en mogelijk zelfs vier of vijf sterren samen. Over het andere systeem is sowieso nog niet veel geweten. De data die ik zal onderzoeken zijn dus nieuwe data.

Interessant is ook het soort sterren waarover het gaat. Een drievoudig systeem impliceert altijd een dubbelster in het midden met daaromheen een ster die er rondcirkelt. In beide van mijn systemen is de rondcirkelende ster een Wolf-Rayetster. Dat is een supermassieve, hete en heldere ster, gekarakteriseerd door extreme sterwinden. Wolf-Rayetsterren zijn vernoemd naar de Franse astronomen Charles Wolf en Georges Rayet die dit type sterren reeds in de tweede helft van de negentiende eeuw ontdekten. Het gaat om sterren die zowat aan het einde van hun bestaan als ster gekomen zijn. Aangezien ze veel massa hebben, evolueren ze zeer snel en is dat een eerder kort bestaan. Nadien volgt een catastrofaal einde met een krachtige sterexplosie: een supernova of hypernova. De kern zelf stort mogelijk ineen tot een zwart gat. Maar er zijn nog een boel onbeantwoorde vragen of onzekere antwoorden over deze soort sterren.

Het doel van mijn thesis zal zijn om de twee systemen te analyseren, te kijken of er eventueel interactie kan geweest zijn of is tussen de Wolf-Rayetster en het innerlijke dubbelsysteem, en of dit een eventuele verandering meebrengt in de evolutie en andere kenmerken van de Wolf-Rayetster.

 

1024px-WR_31a.jpg
WR 31a is een Wolf-Rayetster in het sterrenbeeld Carina, omringd door eerder uitgestoten stermateriaal

 

Wat zijn volgens jou de domeinen in de sterrenkunde waar we de komende decennia de meest spectaculaire vooruitgang in mogen verwachten? Het onderzoek naar buitenaards leven? Kosmologie? Zullen we te weten komen wat donkere materie en/of donkere energie is?

Sowieso gaan we er in de meeste onderzoeksdomeinen op vooruit.

De zoektocht naar buitenaards leven, daar is toch iedereen door gefascineerd, dus die zal wel onverdroten verder gaan, wat zeker een goeie zaak is. Of we buitenaards leven gaan vinden is natuurlijk een andere vraag. Uiteraard wordt de technologie steeds beter en beter, maar afstand is en blijft wel een probleem. Hoe verder exoplaneten zich van ons weg bevinden, hoe moeilijker het is om een correcte analyse uit te voeren. En het is niet zo omdat we een planeet met een aardse atmosfeer vinden, dat daar al echt leven zou zijn of dat het er intussen al weer verdwenen zou zijn.

LISA.jpgDe kosmologie staat zeker ook voor nieuwe uitdagingen, maar er zijn spectaculaire projecten op komst. Eentje daarvan is zeker LISA, een interferometrieproject in de ruimte dat door de ESA geopereerd wordt. LISA staat voor Laser Interferometer Space Antenna, en zal bestaan uit drie precies gepositioneerde satellieten die op 2,5 miljoen kilometer van elkaar in driehoeksformatie de Aarde volgen in haar baan rond de Zon. Omdat die drie detectoren zo ver uit mekaar staan zullen zij in staat zijn om veel vlotter dan nu met het reeds bestaande LIGO-project zwaartekrachtsgolven te detecteren. LISA zal in staat zijn om zwaartekrachtsgolven met grote golflengtes te detecteren. Daaruit zullen astronomen weer heel wat nieuwe informatie kunnen halen. Helaas moeten we wel nog minstens tot in 2034 wachten vooraleer het project van start gaat.

Tja, donkere materie en donkere energie zijn zeer zeker een belangrijke kwestie in het sterrenkundig onderzoek en blijven voorlopig een groot vraagteken. Iets wat we niet kunnen zien is natuurlijk niet gemakkelijk te onderzoeken, en zal dus indirect moeten bestudeerd worden.

Natuurlijk kan er in elk onderzoeksdomein een eureka-moment komen waarbij er plots een nieuw inzicht komt bovendrijven dat nieuwe wegen opent. Dat is het mooie van wetenschappelijk onderzoek: dat je soms dingen ontdekt waar je niet naar op zoek was, maar die toch van essentieel belang zijn, eventueel voor een ander terrein dat dit waarin het onderzoek gebeurde.

 

Waarom is het volgens jou belangrijk dat jongeren en zeker ook meisjes opteren voor STEM-studierichtingen?

Het is altijd goed om jongeren in contact te laten komen met wetenschap en techniek. Waarom de nadruk ligt op ‘vooral ook meisjes’ kan ik ergens misschien wel begrijpen, maar in het jaar dat ik fysica startte aan de universiteit, waren er bij zowel wiskunde als fysica ongeveer evenveel jongens als meisjes. In richtingen als informatica, computerwetenschappen en burgerlijk ingenieur zie je wel duidelijk dat er minder meisjes zijn: het jaar informatica dat met mij startte had in totaal 80 studenten, en daarvan waren er maar drie meisjes. Of STEM daar verandering in gaat brengen weet ik niet. Maar meer wetenschap is zeker een goeie zaak.

 

Is er uit het rijke astronomische beeldarchief een afbeelding waar jij een voorkeur voor hebt, Soetkin?

Mijn favoriete beeld is dat van de Krabnevel. De voornaamste reden hiervoor is dat ik tijdens mijn studentenuitwisseling naar Finland van vorig jaar de kans heb gekregen om zelf ook foto’s van de Krabnevel te maken. Dat was in functie van een vak dat ik daar volgde.

Oorspronkelijk was ons doel een heel andere waarneming, maar omwille van slechte weersomstandigheden - er waaide voortdurend een heel sterke wind die veel zand in het beeldveld liet waaien, met als gevolg een slechte beeldkwaliteit of resolutie - konden we eigenlijk niet veel doen voor ons project. Uiteindelijk zei de supervisor: “You can do whatever you want with the telescope”. En dat was natuurlijk prachtig om te horen.

De telescoop in kwestie was de NOT of Northern Optical Telescope op La Palma. We zochten naar astronomische objecten die op dat moment in het bereik van de telescoop lagen en kwamen zo uit bij de Krabnevel. We hebben foto’s genomen met verschillende filters en hebben daarmee een kleurenbeeld gemaakt. Hoewel de resolutie niet top was, herkende je er zeker de professionele foto’s zoals die van de Hubble Space Telescope in.

CrabNebula_Hubble_960.jpg

Maar dus elke keer wanneer ik een foto van de Krabnevel zie, denk ik terug aan mijn eerste astronomische foto, aan de eerste keer dat ik een grote telescoop mocht besturen en aan de geweldige mensen met wie ik dit moment heb gedeeld.

En mogen er nog veel zulke momenten volgen, Soetkin. Dank voor dit leuke interview en we wensen jou nog veel succes toe met je studies en je carrière nadien.