Celestron CPC 800 (XLT): Computergestuurd, krachtig én toch nog mobiel...


Geproduceerd door Celestron
In België o.a. verdeeld door Lichtenknecker Optics
Kostprijs: ca. 2000 euro (o.a. afhankelijk van accessoires)
Diameter: 203 mm (8 inch)
Brandpuntsafstand: 2032 mm (f/10)
Gewicht: 19 kg (telescoop) + 12 kg (driepoot + montering)

Het is een evolutie die niet meer te stoppen valt: moderne amateur-telescopen bevatten steeds meer elektronica, en worden steeds meer geautomatiseerd (zie kaderstukje). GoTo is hét mode-woord in onze sector…

En ook op MIRA zijn we stilaan overstag gegaan. Lange tijd hebben we die evolutie koppig tegengehouden: als Volkssterrenwacht hebben we immers een belangrijke voorbeeldfunctie. Voor veel bezoekers is MIRA dé plaats waar ze voor het eerst in contact komen met een telescoop, en als ze dan als eerste indruk meekrijgen dat zo’n kijker “een toestel is waarop je op enkele knopjes duwt, en het gewenste object verschijnt in beeld”… nee, dat vonden we toch echt geen goed idee. Maar de tijden evolueren verder, de Brusselse lichthinder wordt nog heviger en dus wordt het nog lastiger om zwakke objecten te zoeken… Dus toen we enkele jaren geleden zwaar investeerden in ons telescopenpark, was dit een belangrijk aspect: de Kutter kreeg een nieuwe volautomatische montering, de nieuwe 40cm ACF was uiteraard computergestuurd, en ook met de 45cm Dobson moet dat uiteindelijk het geval zijn.

Maar MIRA is soms ook op verplaatsing actief, waar het allemaal nog iets moeilijker gaat: de kijker moet nog transportabel zijn, vlot opgesteld kunnen worden, en liefst in een minimum aan tijd en met zo weinig mogelijk herkenningspunten geautomatiseerd worden. De auteur kreeg een tweetal jaar geleden de kans om enkele avonden lang demonstraties te geven met een Celestron CPC 1100, en stelde vast hoe snel hij de technieken onder de knie had, zelfs zonder de handleiding gelezen te hebben. Toch wel een verschil met gelijkaardige modellen van de concurrentie.

Dus toen we een tijdje later de gelegenheid kregen om de kleinere versie (8 inch spiegelopening) tweedehands aan te kopen, hebben we dan ook niet lang moeten twijfelen.

Optiek


De kijker zelf is een grote klassieker, maar dan in zijn meest recente uitvoering. De 8 inch Schmidt-Cassegrain is –sinds zijn invoering begin jaren ‘70– wellicht de meest verkochte “serieuze” kijker. Een spiegeldiameter van 203mm, een behoorlijk lange brandpuntsafstand van 2032mm (f/10), maar dit alles in een héél compacte buis omwille van de Schmidt-Cassegrain-configuratie (correctielens vooraan en een vangspiegel die het licht terug naar achter weerkaatst doorheen de doorboorde hoofdspiegel).
Die relatief lange brandpuntsafstand maakt dat deze kijkers niet zo geschikt zijn om kleine vergrotingen (en de daarmee samenhangende grote beeldvelden) te realiseren: 50-60x is zowat de ondergrens… Dus de volledige Plejaden of de Andromedanevel mèt zijn kompanen, dat wordt moeilijk. Maar Maan of Zon volledig, dat lukt nog wel.

Een nadeel is wel dat de correctielens aan de voorkant nogal “bloot” staat: ‘s nachts te velde zal zich hier al snel dauw op afzetten. Een (al dan niet verwarmde) dauwkap monteren is dan een oplossing. Maar ook nieuwsgierige kindervingertjes vinden al snel hun weg naar deze grote glasplaat, en da’s minder wenselijk…

Hét grote voordeel daarentegen van een SCT (Schmidt-Cassegrain Telescope) voor onze toepassingen is dat ze compact zijn én dat de waarnemer achteraan door de buis moet kijken. Dit in tegenstelling tot dat andere populaire “serieuze telescooptype”: Newton-spiegelkijkers combineren een lange buis met een inkijkopening opzij aan de voorkant van de buis, dus afhankelijk van de kijkrichting moet men al gauw op de knieën gaan of bovenop een ladder staan…

Mechanisch


Standaard wordt de telescoop geleverd als twee “stukken”:
de kijkerbuis zelf zit vast in een vorkmontering (waar ook alle motoren en elektronische aansluitingen deel van uitmaken)
De driepoot waarop dit komt te staan.

Standaard wordt de telescoop echter in een azimutale (“horizontale”) uitvoering geleverd.Standaard wordt de telescoop echter in een azimutale (“horizontale”) uitvoering geleverd.
Op deze manier functioneert de telescoop in “azimutale” uitvoering (net zoals een fotostatief: bewegingen in de ”onder/boven” en “links/rechts” richtingen.
Maar dankzij de computersturing van de CPC 800 vormt dit geen enkel beletsel: zowel het opzoeken van de objecten (GoTo) als het in beeld houden van de objecten kan hiermee vlekkeloos. Voor dat laatste moeten beide motoren dan wel voortdurend draaien, wat niet het geval zou zijn met een parallactische opstelling (bij deze staat één as evenwijdig met de aardas, en volstaat de motor op deze as om de aardrotatie te compenseren).

Wat echter niet kan in deze azimutale uitvoering zijn langbelichte fotografische opnames. De telescoop mag dan wel –dankzij de computer– perfect het gewenste object in beeld houden, maar de oriëntatie (“kanteling”) van het beeld verandert voortdurend. Mede daardoor hebben we nadien een parallactisch onderstel aangeschaft (driepoot + “wedge”) om de kijker parallactisch te monteren.

Robuust is het allemaal wel: het ganse onderstel van deze 8-duims telescoop is hetzelfde als wat gebruikt wordt voor zijn twee grotere broers, de 9 1/4 en de 11”. Vandaar dat het er op het eerste gezicht een beetje “supersized” uitziet! Goed voor de stabiliteit, iets minder voor de rug en de spieren...
Gelukkig is er zowel aan het telescoopgedeelte als aan de vork een stevige handgreep, dus die 19kg zijn wel vlot handelbaar.
Eenmaal de kijker op de driepoot geplaatst is, wordt de combinatie echter wel té zwaar en té lomp om nog ver te verplaatsen...

Computersturing

Een hele resem aansluitingen! De belangrijkste zijn de stekker voor de handbediening (links) en de stroomaansluiting (rechts), maar ook kan de telescoop rechtstreeks vanuit de computer bestuurd worden. Astrofotografen daarentegen zullen ook de rechtstreekEen hele resem aansluitingen! De belangrijkste zijn de stekker voor de handbediening (links) en de stroomaansluiting (rechts), maar ook kan de telescoop rechtstreeks vanuit de computer bestuurd worden. Astrofotografen daarentegen zullen ook de rechtstreek
Dit is natuurlijk wat deze CPC 800 zo uitzonderlijk maakt: nagenoeg feilloze en ontzettend makkelijke GoTo-capaciteiten.
Ook een beginnend telescoopgebruiker kan hiermee aan de slag, na een klein beetje bladeren in de handleiding.
Afhankelijk van de opstelling (azimutaal of parallactisch) en van de gewenste nauwkeurigheid zijn er verschillende mogelijkheden om de telescoop gecalibreerd te krijgen. De ingebouwde GPS is daarbij natuurlijk een belangrijke hulp.
- dat kan zelfs al met behulp van één referentie-object: eventueel zelfs de Zon (hoewel die optie om evidente veiligheidsredenen wel een beetje verborgen zit), in combinatie natuurlijk met de waterpas en de automatische plaats– en tijdsbepaling dankzij de GPS. Héél handig voor wie overdag bijvoorbeeld eens Venus wil opzoeken.
- de meer klassieke GoTo gaat uit van een calibratie op twee gekende sterren
- maar dé meest innovatieve versie is wat ze bij Celestron “Sky Align” heten: mik de telescoop (via de motoren) achtereenvolgens op drie heldere objecten (sterren, planeten, Maan) zonder ze zelfs te benoemen… en de telescoop zal automatisch zelf determineren over welke sterren het hier gaat! Dat doet bijna magisch aan de eerste keer dat je dit gebruikt..

Zeker bij die laatste twee calibratie-methodes is het resultaat héél indrukwekkend: zelfs bij relatief grote vergrotingen (250x) stonden de gevraagde objecten netjes in het beeldveld van het (groothoek)oculair!

De controller van de CPC 800: handige grote knoppen, die ook vlot met handschoenen aan te bedienen zijn, en logisch gestructureerd zodat u met een minimum aan toetsaanslagen het gewenste resultaat bereikt. Ook het schermpje is steeds goed leesbaar: niet tDe controller van de CPC 800: handige grote knoppen, die ook vlot met handschoenen aan te bedienen zijn, en logisch gestructureerd zodat u met een minimum aan toetsaanslagen het gewenste resultaat bereikt. Ook het schermpje is steeds goed leesbaar: niet t

Lawaai

Hopelijk hoeft u de telescoop ‘s nachts niet te gebruiken in een dichtbewoonde wijk: de motoren maken immers behoorlijk wat lawaai, zeker bij de relatief hoge snelheden waarmee ze bewegen tijdens een “GoTo-maneuver”! Da’s trouwens wel vaker het geval bij dit soort telescopen: de LX200 van grote concurrent Meade (het prototype van de moderne computergestuurde telescoop) staat zelfs bekend als de “koffiemolen”…

Stroomverbruik

Voor zo’n indrukwekkend stuk elektronica, en snelle nauwkeurige motoren, ligt het stroomverbruik aangenaam laag: zo’n 900mA tijdens een snelle beweging, 640mA als maar één motor in gebruik is. Met een stel goede oplaadbare batterijen (de “dikkere” versies, Baby of nog beter Mono) moet men dus vlot een nachtje verder kunnen...

Waarnemen!

Bij het eerste gebruik blijf je je verbazen over de nauwkeurigheid waarmee hij objecten automatisch in beeld plaatst, maar na een tijdje wil je natuurlijk ook vooral DOOR de telescoop (en niet enkel NAAR de telescoop…) kijken.
Wat me eerst even tegenviel waren de overzichtsbeelden van Maan en Zon (mét glazen zonnefilter): de combinatie met een steengoed 35mm Panoptic oculair (58x vergroting) gaf beelden die niet over de ganse breedte van het beeld scherp waren. Scherpstellen op het centrum gaf ietwat “zachte” beelden naar de rand toe, en vice versa.
Daar zit dus duidelijk een ondergrens voor de vergroting.
Bij matige tot grote vergrotingen (100 tot pakweg 300x) daarentegen voldoet de kijker helemaal aan de verwachtingen: scherp en contrastrijk beeld. Verschillende wolkenbanden op Jupiter waren duidelijk te zien, en één avond was er een schaduwovergang van één der maantjes: gestoken scherp, als een inktzwart puntje tegen de bruinige achtergrond van de planeet!
Ook Saturnus was een mooi zicht, de Cassini-scheiding was makkelijk te zien, hoewel natuurlijk niet over de volledige omtrek (dit jaar was de kanteling van de ringen nog te klein hiervoor).
Ook deepsky waarnemen was een plezier, toch op een donkere locatie. In het voorjaar in de Ardennen kwamen de tientallen melkwegstelsels in de Maagd netjes één voor één in beeld. In dit drukke stukje hemel is GoTo inderdaad een zegen…

Fotografie

De lange brandpuntsafstand (en de bijbehorende “trage” brandpuntsverhouding - f/10 !) maken dat deze kijker qua fotografie vooral Maan, Zon en planeten als doel zal hebben.
Voor deepsky zal ofwel een reducer nodig zijn, maar het allermakkelijkste gebruikt men de kijker als “drager” voor een parallel gemonteerde korte lenzenkijker of fikse telelens (“piggy back”). Er zal dan wel wat moeten geknutseld worden om dat extra gewicht onderaan de kijker terug te balanceren.
Zelf gebruikte ik een 70mm ED-refractor met een Canon EOS-camera, terwijl een webcam op de hoofdkijker via de laptop (met PHD als software) en de betreffende aansluiting wanneer nodig de motoren bijstuurden: een verbluffend vlotte totaal-combinatie!

Met een webcam en de (gratis) software EQ Align werd de volgnauwkeurigheid (“Periodieke fout”) van de CPC 800 gemeten over een half uurtje tijd. Met uitzondering van één rare grote piek blijkt de nauwkeurigheid beter dan 20” te zijn, een typische waarde vMet een webcam en de (gratis) software EQ Align werd de volgnauwkeurigheid (“Periodieke fout”) van de CPC 800 gemeten over een half uurtje tijd. Met uitzondering van één rare grote piek blijkt de nauwkeurigheid beter dan 20” te zijn, een typische waarde v

Kleine probleempjes

Hoe weldoordacht het toestel ook is, toch zijn er een paar details waar Celestron in een volgende uitvoering zou moeten aan werken.
- het rode verklikkerlichtje dat verwerkt is in de aan/uit-knop is behoorlijk helder. Bovendien staat het zowat pal onder de meest courante positie van het oog van de waarnemer, en hindert dus sterk het nachtzicht. Eventjes afdekken met een stukje tape of viltstift is natuurlijk gauw gebeurd, maar men kan zich toch afvragen of de ingenieurs van Celestron de kijker ooit zelfs gebruikten op een donkere plaats?
- onder héél vochtige omstandigheden (bijna mist) begonnen er rare karakters te verschijnen op de handbediening, en vertoonde de elektronica rare kuren. De aansluiting -type telefoonstekkertje- bleek de boosdoener te zijn. Moeilijk natuurlijk om hermetisch af te sluiten, maar een soepele rubberen uitvoering i.p.v. de harde plastic zou toch voor een betere pasvorm kunnen zorgen waardoor ook minder vocht kan insijpelen.
- doordat alle aansluitingen in het meedraaiende onderstel zitten, kunnen er na een tijdje problemen ontstaan met de aansluitkabels. Zeker als er naast de handbediening en de stroomkabel ook nog een verbinding met de PC of een guiding-camera gemaakt wordt. Er is wel een “cord-wrap”-beveiliging ingebouwd in de elektronica zodat de kijker nooit meer dan 360° zal ronddraaien, maar ook bij kortere bewegingen kwam er al eens een kabel geklemd te zitten.
- ik heb wel vaker gesakkerd bij het opzoeken van één der 110 objecten uit de Messier-cataloog. De controller wil hiervoor kost wat kost een 3-cijferige aanduiding, dus M42 opzoeken dient wel te gebeuren als “042” ipv “42”. De Undo-toets had ik dus frequent nodig wanneer ik weer eens vergat de “0” voor te voegen...

Goed:


- waanzinnig nauwkeurige en makkelijke GoTo-functie
- laag stroomverbruik
- ook vlot te gebruiken in de winter (met handschoenen aan!), zowel om de kijker buiten te dragen, de handbediening te besturen als de telescoopassen los/vast te zetten
- indrukwekkend arsenaal elektronische aansluitingen: PC, autoguider
- robuuste opstelling, weinig gevoelig voor trillingen (wind,…)

 

Minder goed:

- snel last van dauwvorming (zoals alle SCT telescopen)
- ook de elektronische aansluitingen hebben het lastig bij erg vochtig weer
- alle connectoren worden aangesloten op het ronddraaiende onderste deel van de montering, wat potentieel voor problemen kan zorgen
- bij héél lage vergrotingen is het beeld niet uniform scherp te krijgen van centrum tot rand
- behoorlijk lawaaierige motoren!

Dit artikel verscheen in Mira Ceti jaargang 16 (2012) nr. 4
Auteur: Philippe Mollet