De Jantar Mantar van Delhi


Tijdens mijn reis door India bezocht ik drie 18de eeuwse observatoria met een overwegend stenen instrumentarium in openlucht. Deze antieke Indische sterrenwachten waren voor mij - samen met de Lonar‑meteoorkrater - de aanleiding om India te bezoeken.
In dit en een volgend artikel worden de twee best bewaarde van deze observatoria besproken.

De Jantar Mantar van Delhi ligt ten zuidzuidwesten van Connaught Place, tussen Sansad Marg en Tolstoy Marg, nabij het verkeersdrukke centrum van de stad.
De naam is een verbastering van het Sanskriete 'yantra' = 'instrument' en 'mantra' = 'magische formule', 'yantrasala' = 'opslagplaats voor machines, machinepark'. Het is een observatorium bedoeld om hemelverschijnselen te kunnen voorspellen die als voorteken voor wereldse gebeurtenissen werden beschouwd (moesson, huwelijk), en om de tijd te bepalen (kalender, religieuze feesten).
De Indische vorst Shri Sawai Maharaja Jai Singh II Bahadur (1688‑1743) liet vijf dergelijke observatoria bouwen : Jaipur (grootste en best bewaarde), Delhi, Ujjain (ruïne), Varanasi, en Mathura (verdwenen). Ze werden voorgedragen om als UNESCO-werelderfgoed te worden erkend.

Jai Singh II was gepassioneerd door wiskunde en astrologie/astronomie, en bezat een eclectische verzameling Arabische en Europese teksten die hij naar het Sanskriet liet vertalen, waaronder werken van de Engelsman John Flamsteed (1646-1719), de Fransman Philippe de La Hire (1640-1718), de in Iran geboren Mirza Mohammad Taragai bin Shahrukh alias Ulugh Beg (ca. 1394-1449), en de 'Almagest' van de Griek Claudius Ptolemaeus (tweede eeuw na Christus). Hij verwierf Europese astronomische instrumenten, waaronder een telescoop (1730).
De monumentale surrealistisch of futuristisch aandoende meetkundige vormen - enorme afmetingen moesten de meetnauwkeurigheid ten goede komen - werden gerealiseerd met de hulp van Europese adviseurs (jezuïeten, waaronder de Portugees Manuel de Figueredo). De vorst negeerde mogelijk baanbrekende ontwikkelingen in de astronomie die hadden plaatsgevonden in Europa - het heliocentrisch wereldbeeld, Vernier-schaal, telescoop - omdat hij vrijwel enkel in contact kwam met jezuïeten die toen Nicolaus Copernicus (1473-1543), Tycho Brahe (1546-1601), en Galileo Galilei (1564-1642) als ketters beschouwden.
Jai Singh II bedacht zelf enkele instrumenten - Samrat Yantra, Ram(a) Yantra, en Jai Prakash Yantra - maar liet zich inspireren door het observatorium Gurkhani Zij (1428-1429) van Ulugh Beg in Samarkand/Oezbekistan.
De zalmkleurige constructies bij Connaught Place vormen het eerste (1724) van de vijf observatoria.
Waarnemingen werden gebruikt om 'astrologische' tabellen te verbeteren.

Toen de Jantar Mantar werd gebouwd heette deze plek Dar-al-Khilafat, in Shahjahanabad. Nu is het complex omgeven door de lelijke grootstad Delhi, en palmbomen. Het is gebouwd uit baksteen, steenslag, dieproze beschilderd pleisterwerk (ontbreekt her en der, de kleur verwijst naar de 'Roze Stad' Jaipur), en geeft een sjofele indruk (graffiti).
Er staan gedetailleerde infopanelen in het Engels en Hindi.

Het eerste dat men na de toegang (noord) tot het park passeert is de opvallende en unieke Mis(h)ra Yantra. Zou er na de dood van Jai Singh II aan toegevoegd zijn door zijn tweede zoon, Kunwar Madho Singh, ergens tussen 1750 en 1754. Het omvat vijf componenten (deelinstrumenten).
De schuine noordzijde is de Karkaras(h)i Valaya, een muurvlak dat parallel staat aan de Kreeftskeerkring. Zonnestralen scheren er rakelings langs tijdens de zomerwende.
De oostzijde (= meridiaanvlak) bevat een gegradueerde halfcirkel - de Dakshinottara Bhitti Yantra - waarmee de culminatiehoogte van de Zon (of Maan) werd afgelezen.
Vier halfcirkels vormen de Niyat(a) Chakra aan weerszijden van een gnomon (de diametrale scheiding tussen de halfcirkels), met marmeren schaalverdelingen. Er wordt verkeerdelijk beweerd dat de cirkels geheld zijn volgens vier meridianen. Met tussenpozen van enkele uren werden hiermee declinaties van hemelobjecten gemeten, tijdens hun dagelijkse beweging van oost naar west.
Een klim naar de top van de gnomon leek me te riskant.

Met de beide Samrat Yantra (zonnewijzers) - twee helften aan weerszijden, vóór en na de middag - werd de lokale tijd bepaald.
Ten westen staat een kwadrant met onbekende functie.
Het instrument werd als embleem voor de Aziatische Spelen van 1982 gebruikt.
In de vroege 19-de eeuw inspireerde het ontwerp een Franse ondernemer voor een roetsjbaan in Neuilly bij Parijs.

Ten zuidwesten staan twee zuilen waarvan ik de functie niet kon achterhalen, en verderop een lege kiosk.

Dan volgt de 20,7 m hoge, 38,1 m brede (oost-west), en 34,6 m lange (noord-zuid) monumentale (Brihat) Samrat Yantra, die zo te zien gegeerd is bij duiven. Met deze monumentale equatoriale zonnewijzer werden de lokale zonnetijd en declinatie van de Zon bepaald uit het schaduwverloop van de gnomon (muur) op de gegradueerde zijdelingse kwadranten. De gnomon is naar de noordelijke hemelpool gericht, onder een hoek met de horizon gelijk aan de breedteligging (ca. 28,6°).
Om de metingen te vergemakkelijken ligt het ding 3,3 m beneden grondniveau.
Een kamer (ruïne) bij het oostelijke kwadrant huisvestte ooit de Shasthamsa Yantra, een sextant waarmee de declinatie, zenitsafstand, en diameter van de Zon werden gemeten.
Een hek voorkomt dat bezoekers via de smalle trap op de 39 m lange hypothenusa naar de top van de gnomon zouden klauteren.
Ten zuiden van de (Brihat) Samrat Yantra liggen twee complementair uitgevoerde ondergrondse concave halve bollen (kommen) van de Jai Prakash Yantra ('licht van Jai'). Hiermee werden overdag en 's nachts azimut en hoogte van een hemelobject bepaald, de lokale tijd, en (nutteloze) zodiakale waarnemingen verricht. De positie van de Zon kon worden afgelezen uit de schaduw van centraal gespannen kruisdraden. De waarnemers bewogen in de complementair uitgevoerde uitsparingen, zodat met beide kommen iedere plek aan de hemel kon worden waargenomen.
Passend zag ik hier 7/1/2009 de 81 % verlichte Maan 37,3° hoog aan de hemel staan (16:48 IST).

Ten slotte kroop ik tussen de verheven wiggen (30 van ieder 6°) van de eveneens complementaire 7,5 m hoge open cilindervormige Ram(a) Yantra. Zou genoemd zijn naar Raja Ram Singh I (stierf 1688), de opa van Jai Singh II. Het instrument is een hersenspinsel van deze laatste. Gebruikt om de horizontale coördinaten (azimut, hoogte) van hemelobjecten te meten. De muren, zandstenen sectoren, en centrale zuilen bevatten schaalverdelingen... en graffiti.

De unieke Venus‑overgang van 8/6/2004 (die vanop Volkssterrenwacht Mira goed te zien was) is eind 3/2004 voorbereid door elongatiemetingen (hoekafstanden tot de Zon) te verrichten met de Jai Prakash Yantra en Ram(a) Yantra.
De totale zonsverduistering van 17/10/1762 was de enige die hier te zien was, en de eerstvolgende gebeurt pas 9/6/2309 - voor zover het geschatte verschil tussen de onvoorspelbare aardrotatiegebonden wereldtijd en de uniform verlopende terrestrische tijd dan niet zal afwijken van de werkelijke waarde.

De vele trappen op de instrumenten dienden om bij de schaalverdelingen te komen. Ze doen me denken aan 'Stairway to heaven' (1971) van Led Zeppelin.

Historisch vandalisme (1764, toen Delhi belegerd werd door de Jatten), waterinsijpeling, en diverse vaak ondeskundige restauraties, hebben een nefaste invloed gehad op de precieze werking van de instrumenten. Bij enkele valt de oorspronkelijke bedoeling niet meer te achterhalen.
Schaalverdelingen die betrekking hebben op tijdseenheden zijn volgens de moderne indeling uitgevoerd, terwijl hier in de 18de eeuw de 'pala' (24 seconden) en 'ghati' (24 minuten) werden gebruikt, veelvouden van de ademcyclus - de 'prana' (4 seconden).

Gasten in het luxueuze 'The Park' hotel ten noorden krijgen - met een telelens - een fraai luchtpanorama op het terrein te zien.

En Jantar Mantar is een favoriete plek voor allerlei protestacties.

BRONNEN

 

 

Dit artikel verscheen in Mira Ceti jaargang 14 (2010) nr. 2
Auteur: Herwig Ronsmans