Maansverduisteringen Algemeen


Wat is een maansverduistering?

Maan, zon en aarde maken een mooie, maar wat ingewikkelde rondedans. Wanneer de maan mooi in de schaduw van de aarde beweegt, dan krijgen we een maansverduistering. Hoe vaak gebeurt zo iets?

Maansverduistering Maart 2007, foto Chris Van den Bossche
Maansverduistering Maart 2007, foto Chris Van den Bossche

In twee dimensies

De maan draait eens per 29,5 dag rond de aarde, en samen maken ze eens per jaar een omloop rond de zon. Zo bekeken zou het natuurlijk eenvoudig zijn: wanneer de maan tussen zon en aarde staat (bij Nieuwe maan dus) dan verbergt ze de zon en hebben we een zonsverduistering. Is het de aarde die tussen zon en maan staat (bij Volle maan dus), dan valt die laatste in onze schaduw: een maansverduistering. Zo bekeken zouden we alle 29,5 dagen een maansverduistering hebben, en daartussenin telkens een zonsverduistering.

In drie dimensies

Helaas is het zo eenvoudig niet: de drie objecten bewegen niet exact in hetzelfde vlak (zie figuur). De omloopbaan van de maan rond de zon staat namelijk ongeveer 5° gekanteld ten opzichte van het vlak waarin wijzelf rond de zon bewegen (het fameuze eclipticavlak). Daarom lukt het hen niet steeds om in elkaars weg te gaan staan: meestal beweegt de maan net iets te hoog of te laag.
3D figuur

In drie dimensies + beweging

Daarenboven is die situatie niet statisch: het baanvlak van de maan roteert ook nog eens! Het eindresultaat is dat er elk jaar ongeveer 2 à 3 zonsverduisteringen te zien zijn op aarde (meestal gedeeltelijke), en nagenoeg even veel maansverduisteringen.

Zonsverduisteringen zijn echter enkel maar te zien vanop dat kleine stukje aarde waar de maanschaduw valt. Daarom zijn ze voor de lokale waarnemer veel zeldzamer dan maansverduisteringen (die zijn immers steeds gelijktijdig te zien vanop die helft van de aarde die naar de maan toe gericht is).

Wat is er te zien?

Maansverduisteringen kunnen dus enkel omstreeks volle maan optreden (net zoals zonsverduisteringen enkel bij nieuwe maan kunnen): dan staat de maan immers diametraal tegenover de zon aan de hemel en kan de aarde pal in de lichtweg komen te staan. Dit draagt natuurlijk bij tot de spektakelwaarde van het fenomeen: de volle maan is immers bij uitstek de meest opvallende maanfase, en is daarenboven de ganse nacht door te zien. Wanneer ze dan enkele uren lang quasi onzichtbaar wordt, dan moet dit wel indruk maken op de waarnemer.

Helemaal donker wordt de verduisterde maan echter niet. Hoewel tijdens de totale fase van een maansverduistering het rechtstreekse zonlicht door de aarde tegengehouden wordt, blijft er toch nog een vage rosbruin gekleurde maanschijf zichtbaar. Dit is zonlicht dat door de atmosfeer van de aarde wordt afgebogen, en op die manier de maan bereikt. Dit is vooral het geval voor de lange golflengten van het zonlicht: voornamelijk rood dus.

De intensiteit is echter sterk veranderlijk, en hangt in de eerste plaats af van de samenstelling van de Aardatmosfeer. Indien er veel stof of waterdamp aanwezig is, zal minder licht doordringen, en krijgen we een extra duistere verduisterde maan. Dat is vaak het geval na grote vulkaanuitbarstingen: zo kregen we een aantal heel donkere eclipsen voorgeschoteld na de Pinatubo-uitbarsting in 1991.

Benieuwd dus wat het ditmaal zal worden! Astronomen willen dit natuurlijk steeds cijfermatig uitdrukken. Daarom probeert men de "donkerte" van de eclips in te schatten met de vijfdelige schaal van Danjon. Een donkere, nauwelijks zichtbare maan krijgt als waarde 0 (L=0), terwijl de helderste versie (opvallend oranje-rood, met zelfs een heldere blauwe rand) een waarde van 4 krijgt (L=4).

Geschiedenis

Vooral zonsverduisteringen, maar in mindere mate ook maansverduisteringen, zijn doorheen de geschiedenis steeds beschouwd geweest als belangwekkende fenomenen.

De allereerste gekende vermelding van een maansverduistering dateert van meer dan 4000 jaar geleden: opgetekend op kleitabletten uit het Mesopotamische Ur. Maansverduisteringen zijn op zich al indrukwekkende verschijnselen, maar waren dat des te meer toen men de mechanismen ervan nog niet kende, en dus ook niet kon voorspellen. Men beschouwde ze doorgaans als voortekens, naar keuze gunstig of ongunstig.

Zo leden de Atheense troepen op Sicilië een zware nederlaag tijdens de Peloponnesische oorlogen: na een maansverduistering besloot men de dringende evacuatie van de troepen uit te stellen tot de volgende Volle maan, om eerst te zien of deze terug "normaal" was. Helaas voor hen wachtte de tegenstander hier niet op, met alle gevolgen van dien.

Eens het verschijnsel beter begrepen werd, konden sommigen hieruit een zeker voordeel putten. Met name Columbus deed dit tijdens zijn schipbreuk op zijn vierde reis naar de Nieuwe Wereld. Na enige tijd werd de inheemse bevolking het immers beu om zijn bemanning nog langer van proviand te voorzien, dus maakte hij hen diets dat de maan in hoogst eigen persoon verbolgen was over deze gang van zaken, en daarom verduisterd zou worden. Voor de inheemsen een machtig teken, voor Columbus gewoon gegevens uit zijn almanak...

Heden ten dage weten we natuurlijk perfect hoe eclipsen ontstaan. Het mysterie ervan is verdwenen, maar de schoonheid en het indrukwekkende is gebleven.